Tuesday, April 17, 2012

Tja ... waar blijft ie dan? (4)

Niet alleen de ziel van Cornelis blijkt zoek te kunnen raken. Er lijken opeens veel meer mensen op zoek naar de ziel. Bert Keizer doet daar een boekje over open in: Waar blijft de ziel?



Daarin roept hij nog even in herinnering dat ooit de hele wereld en alles daarin ons als bezield voorkwam. Om vervolgens te verhalen hoe Plato de ziel tot dergelijke hoogten deed stijgen dat hij voor vele stervelingen nauwelijks nog bereikbaar leek. Aan hoe het christendom die hoge vlucht in haar leer en de geloofsbeleving integreerde worden overigens weinig of geen woorden vuil gemaakt. (voor de plek en de lotgevallen van de ziel in de religie kan men op het blog van Huub Mous het een en ander vernemen)
Alle aandacht gaat dan uit naar de weergave van het lichaam-geest probleem volgens Descartes en in zijn spoor de verwetenschappelijking van ons wereldbeeld. Dat mondt dan uit in wat Keizer 'neurosofie' en 'de neurosofen' noemt en die bij monde van Dick Swaab de gewraakte stelling poneren: wij zijn ons brein.



Keizer vindt dat evenals velen, mijzelf incluis, maar een armetierig mens- en/of wereldbeeld waar de ziel wel helemaal uit verdwenen lijkt.
Om een al te reductionistische visie wat te weerspreken en enig zicht op het karakter van die wegkwijnende ziel te krijgen roept Keizer in zijn betoog de hulp van Ludwig Wittgenstein en Alva Noë in.



Wittgenstein om het hardnekkige misverstand te ontkrachten dat de wederwaardigheden van ons bewustzijn of de roerselen van onze ziel per definitie en in ultieme zin een particuliere aangelegenheid zouden zijn of om Wittgenstein te citeren:


Een 'innerlijk' proces heeft een uiterlijk criterium nodig.


en


Het menselijk lichaam is het beste beeld van de menselijke ziel.



Alva Noë is de auteur van Out of Our Heads: Why You Are Not Your Brain, and Other Lessons from the Biology of Consciousness (2009) waarin hij een nog wat wijdere context voor de ziel biedt dan het lichaam, zonder daarbij ten hemel te stijgen. Volgens Noë, die zich evenals Keizer tegen het neuroreductionisme keert en een specifieke belangstelling toont voor de neurologische aspecten en de dynamiek van onze waarneming is het zo dat:


Het waarnemend bewustzijn komt voort uit onze verknooptheid met de wereld.


Dat bewustzijn is niet een ding maar iets dat we doen en vereist zowel een brein, als een lichaam en (wat nogal eens vergeten of onderbelicht wordt) een wereld.

Keizer beschrijft een en ander redelijk boeiend en beeldend in dit boekwerkje uitgebracht door de Stichting Maand van de Filosofie. Hij is bepaald ook geen wereldvreemde salonfilosoof, wel tevens verpleeghuisarts waardoor hij met enig gezag zijn stellingen/gedachten kan illustreren aan de hand van ervaringen met dementie, aftakeling, ontluistering en dillema's rond coma-gevallen.



De strijders tegen het neuroreductionisme kunnen altijd wel op enige sympathie en bijval rekenen van gelovigen, romantici en nog wat welwillende verdwaalde zielen als mijzelf. Maar het heeft toch ook vaak iets van een wat Don Quichot-achtige onderneming want er komt nooit iemand terug met een ziel onder zijn arm als trofee of met een signalement of met een GPS-locatie van de ziel en zo wordt de vraag waar de ziel nu (ver)blijft telkenmale maar niet afdoende beantwoord.

Of om met de laatste zinnen van Bert Keizer te besluiten:


Zodra we ons terugtrekken uit de biologische problemen rond eten, paren, drinken, slapen, vechten en in het verlengde daarvan bruggenbouw, lijkt het wel alsof we met het verkeerde gereedschap aan de gang gaan. Iedereen weet dat he cartesiaanse dualisme een onmogelijk standpunt is, maar tot nog toe heeft niemand een ander standpunt weten te formuleren. Je hoopt op een sluier te stoten tussen geest en lichaam, maar keer op keer blijken we voor een muur te staan. Waarschijnlijk is de deur pal achter ons, maar is er een nieuw filosofisch talent voor nodig om ons om te draaien.
Misschien vindt u dat ik het probleem veel te laag plaats met een term als 'verkeerd gereedschap'. Ik zeg het zo omdat ik niet geloof dat we hier aan de rand staan van een of ander diep mysterie. Wat is er zo mysterieus aan het genot van een lekker ijsje op een hete dag?
Maar wij weten, na al die eeuwen van nadenken over onszelf, nog steeds niet goed te zeggen wie of wat wij zijn.

No comments:

Post a Comment