Friday, May 31, 2013

Wenen

Nee, we hoeven niet meteen te gaan huilen nu … maar de bestemming van onze voorjaarsvakantie was dit jaar eens niet Arcen en de baden maar onder andere een stedentrip naar Wenen. Praterriesenradpano Maar wat denkt een mens dan toch in Wenen te moeten zoeken of te vinden? Wel Wenen staat, om maar eens wat te noemen, bekend om zijn koffie, zoals de Wienermelange. Verder schijn je, behalve alle mogelijke koffiespecialiteiten, in de vermaarde Weense koffiehuizen ook uitstekend taart te kunnen nuttigen zoals de fameuze sachertorte of apfelstrudel. Voor de doorgewinterde of door de paneermeel gehaalde vleeseter is er dan altijd nog de Wiener schnitzel of de Weense worstjes en daar Wiener dog nadrukkelijk toch wat associaties met genoemde worstjes op pleegt te roepen, is het ook de bijnaam geworden voor de teckel of dashond. Van de, als nors bekendstaande, inwoners van Wenen wordt ook wel beweerd dat ze in verband met de te verwachten (over)last ook eerder een hond dan een kind zouden nemen. Dat zou ik maar niet al te serieus nemen want de stad telt nog altijd zo’n 1,7 miljoen inwoners en levert nog altijd volop vertier voor ook de jeugd. Zoals bijvoorbeeld in het Wiener Prater. Let wel het Wiener circus is in dit verband een beetje een topografische blindganger want als je dat zou willen zien moet je toch echt niet in Wenen maar bij onze zuiderburen zijn; maar Wenen heeft wel weer een naam hoog te houden waar het de dressuur van paarden betreft. Ook aan de liefhebber van de zogenoemde ‘hogere cultuur’ heeft Wenen het nodige te bieden. Zoals de Weense wals of een bezoek aan de Wiener Staatsoper, waar de vele als Mozart of diens tijdgenoten verklede straatventers de als toerist ogende voorbijganger toe trachten over te halen. Of je kunt in de musea de nalatenschap van de Weense secession aanschouwen. Mozartlookalike Van de rijke geschiedenis van Wenen is mij niet zo bijster veel bekend maar als je Wenen zegt schieten mij in eerste instantie namen te binnen als Klimt, Kokoschka, Schiele, Freud, Wittgenstein en Popper. Namen uit het fin de siècle of het belle époque. Dat woelige en roerige tijdperk van decadentie of ‘conspicuous consumption’ door de adel en de allerrijksten, sociale onvrede, maatschappelijke en politieke onrust. Destijds golden Wenen en Parijs op dit continent bij uitstek als broedplaatsen voor allerlei nieuwe en moderne ideeën. Ideeën die een nieuwe tijd zouden inluiden en van grote invloed zouden zijn op het nu dominante en ons zo bekende moderne levensgevoel. Wat zochten en deden wij daar dan zo’n honderd jaar later? Wel we vonden dat we wel weer eens toe waren aan een stedentripje en de keus viel dit keer op Wenen, waar ik overigens nog niet eerder geweest was. We waren er maar vrij kort; vier nachten en dus slechts drie volle dagen. Daarin kwamen we de eerste avond in de St Stephansdom terecht onder wat ongebruikelijke omstandigheden. Verder wandelden we er door de stad en onder andere over het Prater en de Naschmarkt. We bezochten een enkele musea waaronder de Berggasse 19. We aanschouwden de (schöne blaue?) Donau en het Hundertwasserhaus. We troffen daarbij overwegend mooi weer; de laatste avond begon het echt(er) te regenen, maar toen zaten wij net lekker binnen te eten. Ons hotel lag vlak bij het slot Schönbrunn, maar het ontbrak ons helaas aan de tijd om daar ook nog een kijkje te nemen. Berggasse19

No comments:

Post a Comment