Saturday, November 9, 2024

Copy/paste .... jawel ...

 .... puur plagiaat dus ... en wel van David van Reybrouck .... zo van zijn FB pagina overgenomen ... en wel omdat ik het zelf niet mooier had kunnen samenvatten:

Het fascisme begint bij het verlangen naar een frisse start, een radicale breuk

(Gisterenmiddag geschreven op vraag van De Standaard, ondanks grote vermoeidheid en herrie aan boord.)

Ik zit op een cargoschip op de Noordzee. Vanmorgen schoot ik om halfzes wakker toen voorbij Vlissingen de motoren eindelijk voluit mochten gaan. Het gebulder uit de onderbuik van het schip had niets te maken met het gezapige kabbelen op de Westerschelde van de voorbije uren. Op mijn gsm zag ik dat ik nog steeds bereik had. De nieuwssites die ik aanklikte, bevestigden wat ik al enkele weken vreesde en gisteren nog op Facebook uitdrukte. Het was niettemin een tweede keer ruw ontwaken in de kale kajuit.

De herverkiezing van Trump komt niet uit de lucht vallen en past in een trend die we de laatste jaren overal zien, de terugkeer van een rancuneuze, masculiene, autocratische, populistische en in simplismen grossierende politieke cultuur. De narcistische bullebak als leidersfiguur. Ressentiment als motor van persoonlijke ambitie en maatschappelijk project. Woede als waarde. Onbeschaamdheid als deugd. Stompzinnigheid als trots.

Wie denkt dat de zege van het trumpisme enkel en alleen toe te schrijven valt aan die ene, rare figuur van Donald Trump in dat ene, rare land dat Amerika heet, heeft het mis. Diezelfde Trump had in de jaren zestig of zeventig geen schijn van kans gemaakt, echt zero, ook niet bij de Amerikaanse kiezer. Maar vandaag boeken trumpiaanse types succes in tal van moderne democratieën. Dat komt deels doordat ze zijn stijl en recepten kopiëren, maar vooral doordat overal in de voorbije decennia een vruchtbare voedingsbodem is gegroeid voor dit soort retoriek en ideologie. Het onvoorstelbare van vannacht is volkomen voorspelbaar als je naar de platentektoniek van de geschiedenis kijkt.

Hoe totaal verschillend ze ook waren, het communisme en het fascisme die in het interbellum in Europa opgang maakten boden een antwoord op het rampzalige falen van de parlementaire democratie. Communisten vonden verkozen parlementen bourgeois instellingen uit de late negentiende eeuw die enkel de belangen van de hogere middenklasse en de aristocratie verdedigden, met alle uitbuiting tot gevolg. Enkel de dictatuur van het proletariaat kon dat rechttrekken. Fascisten beschouwden parlementen als duffe, lamme praatbarakken voor onderling eindeloos bakkeleiende partijen die mijlenver afstonden van de vitale levenskracht en de gezonde volkswil. Maar in plaats van een bottom-up alternatief van arbeidersraden en landbouwerskolchozen kozen zij voor het top-down model waarbij de hoogste leider de belichaming van het ware volk moest voorstellen. De gevolgen kennen we.

Na de Tweede Wereldoorlog hield het westen het communistische en fascistische experiment voor bekeken en besloot het terug te keren naar het oudere parlementarisme, maar met één belangrijk verschil: het vrije ondernemerschap moest veel meer aan banden worden gelegd dan in de late negentiende en in de vroege twintigste eeuw het geval was geweest. Het tijdperk van het ‘democratisch kapitalisme’ was geboren, dat moeizame compromis tussen de volkswil en het vrije ondernemerschap, tussen de massa en de kassa. Het volk mocht om de zoveel jaar zijn vertegenwoordigers aanduiden via het algemeen stemrecht in vrije en eerlijke verkiezingen. Ondernemers behielden op hun beurt de vrijheid om te ondernemen, maar moesten verplicht regulier overleg pleegden met afvaardigingen van hun werknemers. Het sociaal-economisch overleg was geboren. Het wilde kapitalisme werd aan banden gelegd. De kassa moest voortaan enigszins rekening houden met de massa. En via inkomstenbelastingen zorgde de staat voor een redelijke herverdeling van de welvaart. De sterkste schouders droegen de zwaarste lasten, de zwakste schouders kregen een duwtje in de rug.

Dertig jaar ging het goed. De trente glorieuses, de periode van ruwweg 1945 tot 1975, brachten welvaart, voorspoed en vooruitgang, niet alleen voor de top van de samenleving, maar ook en vooral voor de basis. De generatie van mijn grootouders kreeg kansen die hun ouders nooit gehad hadden: een beter loon, een bescheiden huis, weekend, vakantie, ziektezorg, pensioen en bovenal een betere toekomst voor hun kinderen. Iedereen ging erop vooruit.

Aan dat optimisme kwam een einde toen verschillende economen beweerden dat de belofte van het democratische kapitalisme—gezamenlijk voorwaarts!—stukken goedkoper kon gerealiseerd worden als de markt een pak overheidstaken op zich nam. Moesten spoorwegen, posterijen, telefoonmaatschappijen, rusthuizen, hospitalen, ziekteverzekeringen, banken en luchtvaartmaatschappijen allemaal wel in handen van de staat blijven? Tal van overheden hadden er oren naar. De oliecrisis van de late jaren zeventig dwong hen inmiddels op zoek te gaan naar minder dure alternatieven. Het neoliberalisme begon met de belofte van evenveel kwaliteit voor minder geld, maar wijzigde de verhoudingen fundamenteel: liep de markt dertig jaar lang aan de hand van de staat, dan liep vanaf de jaren tachtig en negentig de staat steeds vaker aan de hand van de markt. De kassa kreeg meer te zeggen dan de massa. Openbare diensten kalfden af terwijl vele prijzen stegen. En terwijl de omzet aan de kassa jaar na jaar bleef groeien, ging de koopkracht van de massa er niet noemenswaardig op vooruit. Gevolg: een ongelijkheid die al dertig jaar aan het groeien is. De belofte van het democratische kapitalisme was een illusie geworden.

Het succes van het trumpisme in het westen ent zich op die lange-termijnontwikkeling. Sinds de jaren negentig plukken steeds minder mensen de vruchten van de vooruitgang. De aanslagen van 2001 en de bankencrisis van 2007 zorgden voor nieuwe vijanden onder- en bovenaan de maatschappelijke ladder: migranten, managers en ministers. De asielcrisis van 2015 gooide nog meer olie op het vuur: die van onder kregen nu ook nog eens alle steun van die van boven, klonk het. De klimaatjongeren van 2019 waren kennelijk ook nog eens te jong, te rijk, te slim, te vrouw en te boos om anderen de les te mogen spellen—dat ze het niet waagden aan biefstuk, benzine en Benidorm te komen! Sinds 2020 is het hek helemaal van de dam. De razendsnelle opeenstapeling van majeure crisissen— corona, Oekraïne, energiecrisis, inflatie, Nabije Oosten, overstromingen en bosbranden—maakt een terugkeer naar de naoorlogse normaliteit volkomen onmogelijk. En voor steeds meer mensen ook volkomen onwenselijk.

Onderzoek na onderzoek heeft aangetoond dat overal in het westen het enthousiasme voor democratie verdwijnt. Al vijftien jaar lang kalft het vertrouwen af. Dat is tegelijkertijd dramatisch en niet te verwonderen: als de democratie haar belofte op collectieve vooruitgang niet meer kan waarmaken, gaan mensen elders hun heil zoeken. Als betekenisvolle inspraak van de massa het keer keer op keer aflegt tegen de stille macht van de kassa, hoeft het niet te verbazen dat steeds meer mensen afhaken. Wie burgers herleidt tot kiezers, krijgt nukkige consumenten. Onze samenlevingen zijn ten diepste verdeeld tussen mensen die wel nog vinden dat er enigszins naar hen geluisterd wordt en mensen die die hoop helemaal hebben laten varen, tot er een verlokkelijk alternatief langskomt. Naarmate die laatste groep groeit, sterft de democratie langzaam af.

Een goede vriendin die journaliste is, appte mij vorige week dat ze naar fatalisme begon te neigen: “Ik kan het bijna niet meer bedwingen. Als je ondanks alles wat bekend is op een fascist stemt, dan heb je ook recht op fascisme.” Ik vrees dat het nog veel erger is. Blijkbaar hebben veel mensen er gewoon wel zin in. Het fascisme begint niet uit onwetendheid voor de gevolgen, maar uit verlangen naar een radicale breuk, een frisse start, een schoon schip. Kennelijk voelen velen zich zozeer belazerd door het huidige systeem dat het perspectief van een volslagen brutaal alternatief, hoezeer het ook van de leugens en loze beloftes aan elkaar hangt, hoezeer het ook afkomstig is van een veroordeelde crimineel die de belichaming is van het neoliberale verraad van het democratisch kapitalisme, aanlokkelijk en feestelijk lijkt. Net zoals in 1933.

Friday, November 8, 2024

Internal power and yoga?

 I said I wouldn’t comment on hatha yoga due to a lack of knowledge and/or familiarity. Out of curiosity, I have taken a few trial lessons because I do wonder what the link is or could be with the things I do. Because, I think, there must be a common origin or a cross-pollination on fundamental points somewhere. Yoga as it is now known in the West comes from the Indian tradition. But certain forms of yoga are also known in China and Japan and they certainly seem to have left their mark on these things that I try to learn and do.

For example, there is the so-called Japanese yoga or also called Shinshin-tōitsu-dō by Tempu Nakamura. The aikido style in which I train can be traced back in a direct line to Koichi Tohei and his influence is still very obvious there. And he gave his aikido style, usually called ki-aikido, the name Shin Shin Toitsu Aikido in imitation of the Shinshin-tōitsu-dō of his teacher and inspirer Nakamura. That name stands for the coordination of body and mind and on the basis of the ideas of this Japanese yoga, Tohei formulated the four principles for the coordination of body and mind, namely:

Keep one point - Maintaining the core

Relax completely - Complete relaxation

Keep weight underside - Have a light feeling (variation)

Extend Ki - Attention is directed outwards

Principles that bring about peace and stability and can be applied everywhere in daily life. One cannot exist without the other and they reinforce and sustain each other.

In a famous interview (part1 and part2), Tohei said that all he learned from Morihei Ueshiba (the founder of aikido) the importance of being relaxed, but from Nakamura that which was the key to getting into that state. So what I am doing on the tatami may still have something to do with yoga, albeit one of a specific kind that is more like a form of dynamic meditation than adopting certain body poses.

Now, this Japanese yoga (as well as aikido) is of fairly recent origin. This is in contrast to Chinese or Daoist yoga. This image from the so-called Mawangdui Silk Texts dates from the second century BC.

But what Chinese or Daoist yoga is or what that looks like is not so easy to figure out. When I search for Yoga in one of the search engines, it yields not only information about yoga, but also a lot of sites and addresses where I could learn yoga, often with images of well-proportioned and flexible women in trendy and fashionable outfits. In short, much in the style of the magazine Happinez; all very nice but not the first source I would like to get my information from. When I search for Chinese or Daoist yoga, it doesn't seem very different, although additional terms like qigong, daoyin, do-in and yin yoga seem to surface all around. Snooping around like this, it seems to me that a lot of hybrid forms have emerged. And when I ask myself how often and since when I hear the term Yin yoga, I would guess it is mainly something from the last decade. Now there is nothing against new forms, they are inevitable, but in that multiplicity and hodgepodge it may become a bit difficult to distinguish some quality.     

In order to ascertain myself of some standard of quality and thoroughness on these seemingly thoroughly windswept and tangled grounds, I’d rather rely on someone like Bruce Frantzis than on sources such as Happinez magazine. In his Daoist or Longevity Breathing Yoga program, Bruce Frantzis publishes a pdf entitled: Longevity Breathing Yoga - Meditation from the Inside Out. In it he draws a comparison between Daoist and Hatha Yoga. In that context, four clear quotes from the aforementioned and highly recommended publication:

Chinese and Indian traditions share a common goal: To calm the internal noise of the monkey mind—swinging from tree to tree—and connect with the chi that penetrates and interconnects all and everything.

Longevity Breathing yoga and Hatha yoga can help lead you to experience the final goal of not only quieting the monkey mind, but also experiencing enlightenment.

At the initial levels of practice, Longevity Breathing yoga and Hatha yoga practices differ; at the higher levels, on the path towards enlightenment, the practices converge

The purpose of both Taoist and Hatha yoga breathing exercises is to take you to a place where you can contact the energy of your body and spirit purely with your mind, regardless of the kind of breathing exercise you do. The way they are taught, however, differs in the Chinese and Indian traditions.

Furthermore, I remember that I once heard Bruce say in a video that in hatha yoga one tries to relax in the lenghtening or the stretch, while the Daoists want to bring about the stretch or lenghtening more or less by itself throughrelaxing. This also touches on the distinction between the fire and water methods, which is essential to the Energy Arts program as thaught by Frantzis.

From the above quotes, we may conclude that at its core it is about something else or something more than cultivating flexibility, fitness, strength or stamina. That more must then be sought in the connection or unity of body and mind.

Yoga is the Sanskrit word for "yoke" or unity or connection, and in the various treatises on yoga the unification or balancing of the physical, the mental and the spiritual in man is usually mentioned as the ultimate goal.

Also in my aikido training I am regularly reminded that I should try to achieve that unity of body and mind. (see Tohei’s principles above)

But wait a minute ....... Would that imply I have been trying, without even being aware of it, to practice yoga for so many years now?

<<< previous - next >>>

Internal power en yoga?

 Over hatha yoga zou ik me wegens een gebrek aan kennis en/of bekendheid dus niet uitlaten. Ik heb uit nieuwsgierigheid overigens wel eens een paar proeflessen gevolgd omdat ik me toch afvraag wat de link is of kan zijn met de dingen die ik doe. Want ergens zou er, meen ik, toch een gezamenlijke oorsprong dan wel een kruisbestuiving op fundamentele punten moeten zijn te vinden. Yoga zoals dat nu in het Westen bekend is komt uit de Indiase traditie. Maar bepaalde vormen van yoga zijn ook in China en Japan bekend en die laten ontegenzeggelijk hun sporen na in hetgeen ik probeer te doen of te leren.

Zo is daar bijvoorbeeld de zogeheten Japanse yoga of ook wel Shinshin-tōitsu-dō van Tempu Nakamura. De aikido stijl waarin ik train is in een directe lijn terug te leiden tot Koichi Tohei en zijn invloed is daar ook overduidelijk. En zijn aikido stijl, doorgaans ki-aikido genoemd, gaf hij de naam Shin Shin Toitsu Aikido in navolging van het Shinshin-tōitsu-dō van zijn leraar en inspirator Nakamura. Die naam staat voor de coördinatie van lichaam en geest en op grond van het gedachtegoed van deze Japanse yoga formuleerde Tohei de vier principes voor de coördinatie van lichaam en geest, te weten:

Handhaving van de kern - Keep one point
Volledige ontspanning - Relax completely
Gewicht aan de onderkant - Keep weight underside / Have a light feeling (variation)
Aandacht is naar buiten gericht - Extend Ki


Principes die rust en stabiliteit teweegbrengen en overal in het dagelijks leven toegepast kunnen worden. Ze een kan niet zonder de ander en ze versterken elkaar en houden elkaar in stand.


In een fameus interview (deel1 en deel2) zei Tohei dat hij van Morihei Ueshiba (de stichter van het aikido) het belang van ontspannen zijn leerde maar van Nakamura wat de sleutel was om in die staat te komen. Zo heeft hetgeen ik doe misschien toch nog iets met yoga van doen, zij het een van een specifieke soort die meer weg heeft van een vorm van dynamische meditatie dan van het aannemen van bepaalde lichaamsposes.

Nu is deze Japanse yoga (evenals het aikido) van vrij recente oorsprong. Dit in tegenstelling tot de Chinese of Daoïstische yoga. Deze afbeelding uit de zogeheten Mawangdui Silk Texts dateert uit de tweede eeuw voor Christus.


Maar wat dan Chinese of Daoïstische yoga is of hoe dat er uit ziet is nog niet zo makkelijk te achterhalen. Wanneer ik op Yoga zoek in een van de zoekmachines levert dat behalve informatie over yoga vooral erg veel sites en adressen waar ik yoga zou kunnen leren op, veelal voorzien van afbeeldingen van goed geproportioneerde en lenige vrouwen in trendy en modieuze outfit. Kortom veel in de stijl van het magazine Happinez; leuk maar toch niet de eerste bron waar ik mijn informatie vandaan zou willen halen. Wanneer ik op Chinese of Daoïstische yoga zoek lijkt dat niet erg veel anders zij het dat dan termen als qigong, daoyin, do-in en yin yoga de overhand lijken te krijgen. Zo rondneuzend komt het me voor dat er vooral veel hybride vormen zijn ontstaan. En als ik me dan eens afvraag hoe vaak en sinds wanneer ik de term Yin-yoga voorbij hoor komen denk ik dat dat vooral iets van het laatste decennium is. Nu is er niets tegen nieuwe vormen, die zijn onvermijdelijk, maar in die veelheid en die mengelmoes wordt het misschien toch wat moeilijk om kwaliteit te onderscheiden.

Om zoveel mogelijk van kwaliteit en gedegenheid verzekerd te zijn op dit op het oog toch wat verwaaide en verwarde terrein ga ik toch liever af op iemand als Bruce Frantzis dan op bronnen a là Happinez magazine. In zijn Daoïst of Longevity Breathing Yoga programma geeft Bruce Frantzis een publicatie uit onder de titel: Longevity Breathing Yoga - Meditation from the Inside Out. Hierin trekt hij ondermeer de vergelijking tussen de Daoïstische en de Hatha Yoga. In dat verband vier heldere citaten uit voornoemde en zeer aan te raden publicatie:

Chinese and Indian traditions share a common goal: To calm the internal noise of the monkey mind—swinging from tree to tree—and connect with the chi that penetrates and interconnects all and everything.

Longevity Breathing yoga and Hatha yoga can help lead you to experience the final goal of not only quieting the monkey mind, but also experiencing enlightenment.

At the initial levels of practice, Longevity Breathing yoga and Hatha yoga practices differ; at the higher levels, on the path towards enlightenment, the practices converge

The purpose of both Taoist and Hatha yoga breathing exercises is to take you to a place where you can contact the energy of your body and spirit purely with your mind, regardless
of the kind of breathing exercise you do. The way they are taught, however, differs in the Chinese and Indian traditions.

Verder herinner ik me dat ik Bruce ooit in een video hoorde zeggen dat men in hatha yoga probeert te ontspannen in de verlenging of de stretch terwijl de daoïsten de stretch of verlenging min of meer automatisch teweeg willen brengen door te ontspannen. Dat raakt dan tevens aan het voor Frantzis essentiele onderscheid tussen de vuur- en de water-methode.

Uit bovenvermelde citaten mogen we opmaken dat het in de kern om iets anders of iets meer gaat dan het cultiveren van lenigheid, fitness, kracht of conditie. Dat meer moet dan gezocht worden in de verbinding tussen of de eenheid van lichaam en geest.
Yoga is het Sanskriet woord voor "juk" of eenheid of verbinding en in de diverse verhandelingen over yoga wordt ook meestal het tot eenheid of in balans brengen van het lichamelijke, het mentale en het spirituele in de mens als ultiem doel genoemd.
Ook in mijn aikido-training wordt ik er met regelmaat op gewezen dat ik die eenheid van lichaam en geest moet trachten te bewerkstelligen. (zie de principes van Tohei hierboven)


Maar wacht eens even …… zou ik dan al die jaren geprobeerd hebben, zonder me daar bewust van te zijn, om yoga te beoefenen?

<<< vorige - volgende >

Sunday, October 27, 2024

Interne kracht en qi

 Hoe stuit een mens op een onderwerp als dit en waarom zou het iemand überhaupt boeien? Wel je hoort of je leest zo eens wat en zoals ik eerder vertelde was ik op een maandagavond in 1981 zomaar lid van een dojo en begon ik aan een aikido-training. Daar kwam met regelmaat het begrip "ki" ter sprake niet alleen omdat het nu eenmaal de middelste lettergreep van de naam aikido is maar omdat het een belangrijk en centraal begrip in de filosofie van het aikido is. Energie of een alles doordringende levensenergie zou de globale uitleg en de meest passende vertaling hiervan zijn. Dat was natuurlijk allemaal mooi en aardig maar vooralsnog was het in wezen natuurlijk niet meer dan een idee in mijn hoofd en dan vooral een wel erg magisch aandoend idee.

In het wereldbeeld waarbinnen het aikido kon ontstaan wordt "ki" gezien als de life-giving force of de basale trilling die ten grondslag ligt aan het leven. Het is net als licht of geluid een vibratie en een die heel fundamenteel is voor het leven en alle leven doordrenkt. Iets in dergelijke bewoordingen en van vergelijkbare strekking valt ook in de vele boeken over aikido en aanverwante perspectieven te lezen. Voor de meeste van ons toch nog steeds een erg vaag idee, zou ik zo denken.
Nu is ook niet elke aikidoka in dezelfde mate bezig met of zelfs maar overtuigd van het bestaan van "ki". Iemand als Christian Tissier zul je er zelden over horen en iemand als Nick Lowry meent dat de effecten die aan ki toegeschreven worden zich eenvoudig wetenschappelijk laten verklaren als natuurkundige en biologische verschijnselen.

Koichi Tohei, de ooit gedoodverfde opvolger van de stichter van het aikido, maakte er echter een centraal thema van in zijn benadering. Tohei's stijl van aikido staat dan ook wel bekend als Ki-aikido. Daarnaast richtte hij de Ki-society op speciaal met het doel om mensen te leren hoe middels oefeningen ki te cultiveren. In Tohei's boek Book of Ki: Co-ordinating Mind and Body in Daily Life heeft hij het op bladzij 34-36 over positieve geestkracht. Je geest positief aanwenden is voor hem hetzelfde als het uitsturen van ki. Drie foto's illustreren een test waarbij de proefpersoon bij hoofd/schouders en hielen van de grond wordt getild. Op de eerste foto zie je de proefpersoon een beetje levenloos doorzakken. Op de volgende foto zie hoe de persoon door zich van top tot teen als een massief en onbuigzaam geheel voor te stellen, ofwel het lichaam met ki te vullen, zich zonder door te buigen mooi en recht als een plank laat optillen. Op de derde foto is hij als een plank tussen en op twee stoelen gelegd zitten er drie personen met hun volle gewicht leunend op zijn romp en benen.

Dit zal menigeen wellicht als moeilijk voorstelbaar voorkomen maar het toeval wil dat ik ruim 40 jaar geleden hier een overtuigende demonstratie van mocht bijwonen. De drie, hier genoemde , bruine banden speelden en experimenteerden met dit verschijnsel en met succes. Met name Frans lukte het erg goed en hij kon in ontspannen toestand ook nog het nodige gewicht dragen zij het geen drie personen. Ik kon die truc overigens zelf niet herhalen en dat lukt mij nog steeds niet. Hoe dan ook intrigeerde het mij en maakte de nodige indruk. Inmiddels begrijp ik dat dit net zoiets is als de onbuigzame arm waar in aikido veel over hoort. Bij dit alles zou ki of chi, of hoe je het ook noemen wilt, dus een sleutelrol spelen. Wat is dat dan die ki?

Nu kan iedereen je van alles en nog wat vertellen over wat en hoe je iets moet doen maar als je daar niet iets herkenbaars en/of reproduceerbaars bij voelt en je ziet geen resultaat van hetgeen je probeert te doen, dan schiet je daar natuurlijk niets mee op. Dus luidt de vraag of je ook iets van die energie kunt voelen? Nu begint het om een aantal redenen vrij ingewikkeld te worden maar je kunt er inderdaad wel iets van voelen. Naar ik heb horen vertellen is het onder Aziatische kinderen geen ongebruikelijk spelletje om de handen gespiegeld tegenover elkaar te houden om daar tussen iets te voelen. De handen en met name de plek die de Chinezen lao-gong noemen zijn bij uitstek geschikt om chi te (leren) voelen. Beoefenaars van Qigong zullen dit verschijnsel wel kennen van het spelen met de bal. Nu is het één ding om middels een tintelend gevoel iets van die energie gewaar te worden maar om die energie vervolgens nuttig of ten goede aan te kunnen wenden is toch nog iets heel anders en vraagt wel iets meer.


Wat betreft dat aanwenden van qi leerde ik van Bruce Frantzis dat je het globaal gesproken kunt gebruiken om te vechten, om te helen of om te mediteren. Drie vormen of toepassingen die steeds een stapje verder gaan. (zie hier een interview met hem)

Wanneer je die energie, of de werking of doorstroming ervan, daadwerkelijk kunt voelen dan zou je wellicht kunnen denken dus des te meer ik voel des te beter. Maar hier schuilt een addertje onder het gras. Want als wij iets in het lichaam voelen betreft dat niet zelden opwinding en/of spierspanning. En nu is het zo dat het aanspannen van de spieren juist de doorstroming verhindert van die energie waar we het hier over hebben. Daarom hoor je in de internal martial arts voortdurend dat je moet 'ontspannen'. In the Chinese tradities heet het dat je 'song' of 'sung' moet zijn om de 'qi' te laten stromen.

Wanneer we het over 'qi' of 'chi' hebben, moet toch ook de beoefening van qigong of chi kung vermeld worden. Zoals in de naam vervat richt deze discipline zich op specifiek op het cultiveren van chi. Er lijkt een groeiende belangstelling te zijn voor de beoefening van qigong. Er bestaan heel veel vormen van qigong (zelfs een waarbij je alleen maar staat) die ook om veel verschillende redenen worden beoefend zoals uit onderstaand citaat mag blijken:

Today, millions of people worldwide practice qigong. Similar to its historical origin, those interested in qigong come from diverse backgrounds and practice it for diverse reasons, including for exercise, recreation, preventative medicine, self-healing, self-cultivation, meditation, and martial arts training. This was highlighted in the 1998 documentary titled, "Qigong - Ancient Chinese Healing for the 21st Century" by Francesco Garri Garripoli which aired on PBS-TV seen by over 88 million Nielsen-certified viewers.

De naam qigong is overigens pas sinds halverwege de vorige eeuw in zwang. Daarvoor sprak men over neigong dat zoiets betekent als intern werk. Een bijzondere qi- en neigong die mijn speciale interesse heeft is Yan Shou Gong.

In het scala van disciplines of oefenvormen waarin het samenvloeien of samenwerken van lichaam en geest centraal staan is Yoga veruit de bekendste en de meest beoefende. Vanuit de Indiase traditie kennen we ook het begrip prana als het schijnbare equivalent van chi of ki. Nu meen ik mensen die yoga beoefenen toch zelden te horen over het cultiveren van prana. Maar ik te weinig van deze (hatha)yoga om daar iets innigs over te kunnen zeggen en daar zal ik dus ook niet aan wagen.

<< vorige - volgende>>

Internal power and qi

 How does one ever stumble upon a subject like this and why should it be of any interest? Well, sometimes you just hear or you read about something or other and as I told you before, on a Monday evening in 1981 I all of a sudden became a member of a dojo and I started an aikido training. The term "ki" was regularly discussed, not only because it is the middle syllable of the name aikido, but because it is an important and central concept in the philosophy of aikido. Energy or an all-pervading life energy would be the general explanation and the most appropriate translation of this term. Now it was all nice and well to hear about this force, but for the time being it was essentially no more than an idea in my head and especially a very magical idea.

In the worldview in which aikido could originate, "ki" is seen as the life-giving force or the basic vibration that underlies life. It is a vibration just like light or sound and one that is very fundamental to life and permeates all life. Some similar explanation can befound in the many books on aikido and related arts and perspectives. For most of us, this will still be a rather vague idea, I would think.

Now, not every aikidoka is equally concerned with or even convinced of the existence of "ki". You will rarely hear Christian Tissier, for instance, talk about it and Nick Lowry believes that the effects attributed to ki can easily be explained scientifically as physical and biological phenomena.

However, Koichi Tohei, the once designate successor of the founder of aikido, made it a central theme of his teachings. Tohei's style of aikido is known as Ki-aikido. In addition, he founded the Ki-society specifically with the aim of teaching people how to cultivate ki through exercises. In Tohei's book Book of Ki: Co-ordinating Mind and Body in Daily Life, he talks about positive mind power on pages 34-36. To him, using your mind in a positive way is the same as extending ki. Three photographs illustrate a test in which the subject is lifted off the ground by the head/shoulders and heels. In the first picture you can see the test subject sagging a bit lifelessly. In the following photo you can see how the person can be lifted nicely and straight like a plank by imagining himself from head to toe as a solid and inflexible whole, or by filling the body with ki, without bending. In the third photo he is placed like a plank between and on two chairs there are three people with their full weight leaning on his torso and legs.

This may seem difficult to imagine to many, but it just so happened that over 40 years ago I attended a convincing demonstration of this. The three brown belts mentioned here played and experimented with this phenomenon and with success. Frans in particular did very well and he was also able to carry some weight in that relaxed state, although not three people. By the way, I couldn't repeat that trick myself and I still can't. Anyway, it intrigued me and made quite an impression. Now I understand that this is just like the unbendable arm that you may hear about in aikido. In all of this, ki or chi, or whatever you like to call it, seems play a key role. Then what is this ki?  

Now anyone can tell you a whole lot of stories about what and how to do it, but if you don't feel something distinguishable, recognizable and/or reproducible when doing so and you don't see the result of what you're trying to do, then of course it is not going to get you anywhere. So the question arises, can you feel any of that energy? Here it's starting to get quite complicated for a number of reasons, but you can feel some of it. From what I have been told, it is not an unusual game among Asian children to keep their hands facing and mirroring one another in order to feel something between them. The hands and especially the place that the Chinese call lao-gong are ideally suited to (learn to) feel chi. Qigong practitioners will be familiar with this phenomenon through playing with the ball. Now it is one thing to become aware of energy through a tingling feeling, but to be able to put that energy to good use is something completely different and requires something more.

As far as the use of qi is concerned, I learned from Bruce Frantzis that you can use it to fight, to heal or to meditate. Three forms or applications that each goes one step further. (here you can see an interview with him)

When you can actually feel that energy, or the effects or flow of it,  you might be tempted to think, so the more I feel the better. But there's a catch here. Because when we feel something in the body, it often concerns excitement and/or muscle tension. And it just so happens to be the case that the tightening of the muscles prevents the flow of that energy that we are talking about here. That's why you constantly hear in internal martial arts that you have to 'relax'. In the Chinese traditions, it is said that you have to be 'song' or 'sung' in order for the 'qi' to flow.

When talking  about 'qi' or 'chi', the practice of qigong or chi kung should, of course, be mentioned. As the name suggests, this discipline focuses specifically on the cultivation of chi. There seems to be a growing interest in the practice of qigong. There are many forms of qigong (even one that entails just standing) that are also practiced for many different reasons, as can be clear from the quote below:

Today, millions of people worldwide practice qigong. Similar to its historical origin, those interested in qigong come from diverse backgrounds and practice it for diverse reasons, including for exercise, recreation, preventative medicine, self-healing, self-cultivation, meditation, and martial arts training. This was highlighted in the 1998 documentary titled, "Qigong - Ancient Chinese Healing for the 21st Century" by Francesco Garri Garripoli which aired on PBS-TV seen by over 88 million Nielsen-certified viewers.

The name qigong has only been in vogue since the middle of the last century. Before that time, the equivalent term was usually neigong which means something like internal work. Personally I am very interested in a special and powerful qi- and neigong called Yan Shou Gong.

In the range of disciplines or forms of exercise in which the merging or cooperation of body and mind take central stage, Yoga is by far the best known and the most practiced. From the Indian tradition, we are also familiar with the concept of prana as the apparent equivalent of chi or ki. Now, I don't think I hear people who practice yoga often talk about cultivating prana. But I am by far not familiar enough with this (hatha)yoga to say anything sensible about it and so I will not attempt to do so. 


<< previous - next >>

Wednesday, October 16, 2024

Interne kracht?

 In het voorgaande heb ik globaal verteld hoe mijn kennismaking met de zogeheten krijgskunsten verliep en het zal wie dat leest duidelijk zijn dat ik daar inmiddels een iets meer dan oppervlakkige fascinatie voor heb ontwikkeld. Als ik me niet vergis wordt zoiets tegenwoordig wel een passie genoemd, maar ik verkies toch mijn eigen bewoordingen boven dit soort newspeak. Zo noem ik mezelf ook geen 'krijgskunstenaar' of 'warrior' zoals sommige beoefenaars die dergelijke termen als geuzenamen lijken te hanteren. Het moge ook duidelijk zijn dat mijn belangstelling voor de praktijk van deze kunsten aanvankelijk en in belangrijke mate schuilt en wortelt in de filosofische kant van met name interne kunsten als aikido of tai chi. We stuiten dan al snel op begrippen als de verhouding lichaam/geest, (levens-)energie en/of internal power.

En het zijn mu juist die verhouding lichaam en geest en de voor menigeen vage begrippen chi of (levens-)energie en interne kracht die mij boeien. Het meer daarvan willen begrijpen door het aan den lijve te ondervinden (die twee zijn in dit geval onlosmakelijk aan elkaar verbonden) vormen voor mij de belangrijkste motivatie om mij met een bepaald type krijgskunst bezig te houden. En zo zullen er velen met mij zijn. In de vorige episode meldde ik dat volgens Wikipedia wereldwijd honderden miljoenen mensen een of andere vorm van krijgskunst beoefenen. Er van uitgaande dat het aanvankelijke oogmerk waarmee men dat doet van velerlei aard kan zijn en op grond van wat ik zo om mij heen aantref, neem ik aan dat zich daar ook wel tien- tot honderd duizenden onder zullen bevinden met een gelijksoortige drive of motivatie als ikzelf. Motivatie tot wat dan?; ofwel waar zijn al die lieden naar op zoek dan?; of wat willen ze bereiken? De grote gemene deler in deze noem ik dan maar, zoals ook elders te doen gebruikelijk, 'internal power','internals' of 'intern werk'. Het beestje moet toch een naam hebben. nietwaar?

Hoewel veel van wat er zo al te zeggen valt over dit onderwerp de meeste mensen als abracadabra in de oren zal klinken wordt een en ander door een bepaalde groep martial artists druk besproken en bediscussieerd op fora als bijvoorbeeld reddit, aikiweb, vele blogs en steeds vaker op diverse facebook groepen. Wat de geïnteresseerde leek bij het lezen van discussies op dergelijke fora vooral op zal vallen is dat dit onderwerp blijkbaar op verschillende manieren benaderd kan worden, op verschillende manieren beschreven kan worden en dat volledige overeenstemming en eensluidendheid onder de experts doorgaans ver te zoeken is. Maar dat is nu eenmaal de aard van het beestje.

Om maar eens een dwarsstraat te noemen: in Yuinshinkai aikido spreken we van het bewegen van de tanden ballen en in Yan Shou Gong spreken we van het aanspreken van de 'strings' (in navolging van de anatomy trains of de bewegingsketens à la Thomas Myers) / ; verschillende bewoordingen die verschillende beelden zullen oproepen en uiteindelijk een vrijwel identiek effect op het lichaam en de interne toestand van het lichaam uitlokken en teweegbrengen. Dat illustreert dan meteen even de grote moeilijkheid in het spreken over of het beschrijven van die zogeheten internal power. Volgens velen is het ook eerder een staat van zijn die zich per definitie niet in woorden laat vangen. En taal verwijst niet alleen naar de werkelijkheid maar kan die ook verhullen of kleuren bijvoorbeeld doordat ze voor- en ingebakken ideeën en oordelen meebrengt. Maar wij zijn nu eenmaal talige wezens en willen liefst alles in woorden kunnen vatten.

Nu zijn er wel degelijk geschreven bronnen die specifiek gaan over het cultiveren van bedoelde interne kracht. Een goed voorbeeld hiervan betreft de zogeheten Tai Chi Ch'uan Classics. Een oude verzameling teksten die nauw verweven is met het gedachtegoed van het Daoïsme. Het voorwoord van The Essence of T'AI CHI CH'UAN - The Literary Tradition begint Susan Foe met:


"Translations should be both poetic and literal, yet frequently one ideal must be sacrificed to the other. In translating literature like the T'ai Chi Ch'uan Classics, which is a collection of writings spanning almost one Thousand years, there are many problems. For one thing, classical Chinese is terse, even telegraphic. Many characters have both concrete and abstract meanings so even simple sentences resound with allusions and imagery. Each aphorism echoes in the readers mind, creating overtones which stimulate new ideas and amplify old ones."


Om enkele bladzijden verder af te sluiten met:


"It is the hope of the authors that readers will not only appreciate the Classics for its beauty and wisdom, but will be stimulated to continue the tradition of adding their own insights and commentaries. Susan Foe"

Oosterse teksten klinken ons westerlingen niet zelden nogal bloemrijk en poetisch in de oren maar ik denk dat de hedendaagse lezer van de classics er nog versteld van kan staan hoeveel er nog helder en begrijpelijk doorklinkt uit deze beknopte teksten van weleer.
Er zijn ook mensen die niets met dergelijke teksten en bewoordingen hebben en de voorkeur geven aan concrete en op Westerse leest en logica geschoeide beschrijvingen en instructies. Ook voor hen valt er tegenwoordig genoeg in woord en geschrift te vinden om ze in de materie in te leiden. Een mooi voorbeeld daarvan is het werk van Paul Linden. Zijn boek It’s All the Same Except for the Differences ontvouwt in Paul’s eigen woorden:

een analytische, lineaire en mechanische methode om de ontwikkeling van intuïtieve, sierlijke en holistische bewegingsvormen tot stand te brengen”.

Aikido of ColumbusAikido of Columbus

Dat lijkt me een kernachtige samenvatting en de grote verdienste van de methodiek zoals beschreven in dat boek namelijk, hoe tot een bepaalde intuïtieve en holistische staat van bewustzijn te komen zonder je daartoe op esoterische of poëtische taal te hoeven verlaten maar middels lineair en analytisch denken en empirisch onderzoek. Hetgeen voor mij reden was om dit boek in het Nederlands te vertalen. (zie hier)

Dus ga ik toch maar een poging wagen om een en ander over deze materie zeggen. Ik doe dat niet als deskundige, expert of meester op dit terrein maar als geïnteresseerde leek en amateur die ergens zijn hand op wil leggen en probeert zich dat eigen te maken. Daarbij put ik dan uit mijn beperkte kennis over en ervaring met dat interne werk en vooral ook uit wat ik geleerd of gehoord heb van al die leraren die zo in aflevering 4 en 6 voorbij kwamen. Naar ik mag hopen doe ik dit niet alleen voor mezelf maar heeft een andere geïnteresseerde hier ook nog iets aan.

<< vorige - volgende>>

Internal power?

 Previously I have told you how my acquaintance with the so-called martial arts came about and it mayl be clear to the reader that by now I must have developed a somewhat more than superficial fascination for them. Still I wouldn't call myself a 'martial artist' or 'warrior' like some practitioners who seem to wear such names like a badge of  honour. It should also be noted that my interest in the practice of these arts was initially and to a large extent fueled by the philosophical aspects of the internal arts such as aikido or tai chi. Thus we will rather soon stumble upon concepts such as the relationship between body and mind, (life) energy and/or internal power.  

And it happened to be precisely that relationship between body and mind and the somewhat vague concepts of chi or (life) energy and internal strength that fascinated me. Wanting to obtain a deeper understanding of that by experiencing it personally (the two are inextricably linked in this case) was an important motivation for me to get involved in a certain type of martial art. And I am quite certain I am not the only one who does. In the previous episode, I mentioned that according to Wikipedia, hundreds of millions of people worldwide practice some form of martial art. Assuming that the main purpose for which people do so can be manyfold and taking in account what I see around me, I assume that there will also be tens if not hundreds of thousands among them with a similar drive or motivation as myself. Motivated by what?; or what are all these people actually looking for?; What is it they want to find or achieve? The common denominator here is what I would call, and what is usually described as 'internal power', 'internals' or 'internal work'. Just to give it a name, right?

Although most of what may be said about this theme will sound like abracadabra to most people, it is widely discussed and debated by a certain group of martial artists on forums such as reddit, aikiweb, many a blog and increasingly on various facebook groups. What may strike the interested layman mostly while reading discussions on such forums is that this subject can apparently be approached in different ways, described in different words and that complete agreement and unanimity among the experts is usually hard to find. But that just seems to be the nature of the beast.

To give just one example: in Yuinshinkai aikido we speak of the movement of the tanden balls and in Yan Shou Gong we speak of engaging the 'strings' (as in the ‘anatomy trains’ or the ‘movement chains’ according to Thomas Myers) Different words  and models that will conjure up different images that at the same time end up provoking and producing an almost identical effect on the body and the internal state of the body. This immediately illustrates the great difficulty in talking about or describing this so-called internal power. According to many, it is rather a state of being that, by definition, cannot be captured in words. And language not only sheds light onto reality, but can also disguises and colours it through for instance implicit and ingrained ideas and judgments. But we happen to be linguistic creatures who simply feel the need to put everything into words.

Now, there are written sources to be found that are specifically about cultivating this internal force. A good example of this are the so-called Tai Chi Ch'uan Classics. An old collection of texts that is closely intertwined with Daoist worldview and  philosophy. Susan Foe starts off the preface to The Essence of T'AI CHI CH'UAN - The Literary Tradition with:

“ Translations should be both poetic and literal, yet frequently one ideal must be sacrificed to the other. In translating literature like the T'ai Chi Ch'uan Classics, which is a collection of writings spanning almost one Thousand years, there are many problems. For one thing, classical Chinese is terse, even telegraphic. Many characters have both concrete and abstract meanings so even simple sentences resound with allusions and imagery. Each aphorism echoes in the readers mind, creating overtones which stimulate new ideas and amplify old ones. “

To conclude after a few pages with the words:

“It is the hope of the authors that readers will not only appreciate the Classics for its beauty and wisdom, but will be stimulated to continue the tradition of adding their own insights and commentaries.  Susan Foe”

 Eastern texts may often sound rather flowery and poetic to us Westerners, but I think that the reader of the classics will still be surprised at how much still resonates clearly and comprehensibly from these concise texts from so long ago.

There are of course also people who have no affinity texts and words like these and would rather prefer concrete descriptions and instructions based on Western parlance and logic. These days there is enough to be found in writing for them to get introduced to the matter. A good example of this might be the work of Paul Linden. His book It's All the Same Except for the Differences unfolds in Paul's own words:

"an analytical, linear and rational method to bring about the development of intuitive, graceful and holistic forms of movement".

Aikido of ColumbusAikido of Columbus

That to me seems to capture and aptly summarize the great merit of his methodology as described in that book, namely, how to arrive at a certain intuitive and holistic state of consciousness without having to rely on esoteric or poetic language, but through linear and analytical thinking and empirical research. Which was sufficient reason for me to actually  translate this book into Dutch. (see here)

So anyway I'm going to attempt to say a few things about this subject. My words here are not those of an expert or a master in this field, but those of an interested layman and amateur who wants to get a handle on things and trying hard to make it his own. In doing so, I draw on my limited knowledge and experience with this internal work and on what I have learned or heard from all those teachers I mentioned in episodes 4 and 6. I hope that in doing so I am not only serving myself, but it may also be of use to someone else with an interest in these matters.

<< previous - next >>