Wednesday, May 6, 2009

Pedagogische Wetenschap, Koorddansen tussen kunst en kunde

Onlangs kwam ik op het web een oratie tegen met bovengenoemde titel.
Ik stuitte op deze oratie van Anna Bosman terwijl ik zocht op Alexandertechniek.
Ze voert hier nl. de Alexandertechniek op als een prototype van geslaagde interactie leren/lesgeven.

De betreffende lezing is hier te vinden:oratie Anna Bosman

En er doorheen snuffelend trof het me als een stuk vol wijsheden en behartenswaardige punten voor verscheidene kwesties in de gehandicaptenzorg en de GGZ in het algemeen.
Om eens kennis van te nemen ten zeerste aanbevolen voor werkers in de zorg.

Zo ondere andere een verhelderend en inzichtgevend stukje over de veelgeprezen DSM en ik ga nu een flink stukje knippen en plakken (citeren heette dat vroeger):

Onze neiging om zichtbaar (afwijkend) gedrag te labelen, heeft ertoe geleid dat we steeds meer categorieën onderscheiden. Een korte historische terugblik op de ontwikkeling van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) illustreert dit.
In 1880 wilde men in de Verenigde Staten informatie over het aantal mensen dat ‘geestelijk gestoord’ (insane) was. Deze telling leverde zeven categorieën van ‘insanity’ op. In de daarop volgende decennia zagen vijf verschillende concurrerende classificatiesystemen het licht. In 1952 publiceerde de American Psychiatric Association (APA) hun eerste uitgave van het nu bijna standaard geworden classificatiesysteem voor mentale problemen: de DSM. De DSM-I bevatte 106 verschillende diagnoses. In 1968 verscheen de DSM-II met 185 categorieën en in 1980 verscheen de DMS-III met 265 verschillende diagnoses. De vierde en tot nog toe de laatste DSM-IV, op een revisie na uit 2000 (DSM-IV-TR) waarin slechts fouten waren hersteld, verscheen in 1994 en bevatte 365 verschillende diagnostische categorieën. De ontwikkeling in het aantal diagnoses is vrijwel lineair.
Met elke heruitgave komen er gemiddeld 85 diagnoses bij. Gedurende de periode waarin
dit classificatiesysteem bestaat, namelijk 42 jaar, is het aantal officiële diagnoses ruim verdrievoudigd.

Nederland is het Europese land met de meeste kinderen met een diagnostisch label. Voor een deel heeft dit te maken met ons bekostigingssysteem. Geen diagnose, geen geld voor hulp. Toch moeten we ons hier ook de ‘kip-ei’-vraag stellen. Als wíj de overheid niet hadden wijsgemaakt dat we in staat waren om de bokken van de schapen te scheiden hadden we wellicht niet in deze ongemakkelijke
‘zonder diagnose geen hulp’-spagaat gezeten!

Tot zover het citaat.
Dat roept zo toch even een aantal interessante vragen op als:

Wat gaat de volgende versie brengen? Komen we dan dichter bij de 400 of dichter en mogelijk zelfs over de 500 diagnoses uit? En hoeveel betekenis heeft zo'n diagnose dan nog? Gaan we dat als fine-tuning of als haarkloverij beschouwen.

En op politiek en zorgorganisatorisch niveau dringt de vraag zich op hoever we hier mee door willen gaan en wanneer de wal het schip zal keren?
Op enige moment zullen sommige lieden en uiteindelijk ook politici zich weleens achter de oren gaan krabben en zich afvragen of we wel zorg willen financieren op grond van een diagnose die ons overwegend in het duister laat over oorzaak en te volgende behandeling ervan.


Nu volg ik toevallig net een cursus 'psychiatrische ziektebeelden' op mijn werk.
Deze cursus bestaat uit 5 dagdelen en voor de aanvang werd ons gevraagd met vragen te komen.
Een vraag van mij was of er bekend is of er binnenkort een nieuwe versie van de DSM te verwachten valt waarin de vele ontdekkingen uit het hersenonderzoek van de afgelopen decennia verwerkt zijn? En of er al iets te zeggen valt over welke richtingen dat uit zou kunnen gaan?
Bij de eerste bijeenkomst werd deze vraag als bijzonder interessant getypeerd, maar dat is alles wat ik er na inmiddels vier bijeenkomsten over vernomen heb. Dus ik ben benieuwd of men er op de komende en laatste cursusdag nog op terugkomt.

Een andere recente vondst op het web is die van de 'Human Givens' benadering.

Ik struin wel vaker het net wat af op zoek naar iets nieuws of inspirerends op het gebied van gezondheid en welzijn. Daarbij stuit ik helaas meestentijds op allerlei vage inzichten en boute beweringen over een of andere wet van de aantrekkingskracht die ergens in het universum staat te trappelen om mij ontzettend gelukkig en rijk te maken als ik mij er maar voor open wilde stellen. Lieden als ene Rhonda, Bob Proctor, Patty Harpenau en een heel leger van gelijkgestemde en al net zo verlichte lieden staan klaar om mij tegen betaling de sleutels aan te bieden van het grote geheim van ons leven, van lifecodes en meer van dat soort vage gewauwel.
Er verkoopt tegenwoordig blijkbaar niets zo goed als gebakken lucht; zowel de vraag als het aanbod lijken erg groot te zijn.

De Human Givens benadering is van een heel ander kaliber en was en blijft een welkome en verfrissende afwisseling op bovengenoemde gebakkenluchtverkopers.
Het verbaasde me dat deze beweging of school al ruimschoots een decennium actief is en zo weinig bekend. Ik had er althans nog nooit van gehoord.
De human Givens presenteert zich min of meer als een nieuw paradigma op het terrein van onze emotionele gezondheid en welbevinden. En ik vind dat Joe Griffin en Ivan Tyrrel die claim ook goed weten te staven in de door hen geschreven boeken:
-Human Givens met de ondertitel A new approach to emotional health and clear thinking en
-Dreaming Reality met de ondertitel How dreaming keeps us sane, or can drive us mad.

Alles draait hier om een theorie over de functie van dromen en de functie van de REMslaap. Deze overkoepelende theorie wordt 'an organising idea'genoemd en levert veklaringen voor angst, depressie, hypnose, verslaving, post-traumatische stress, psychose en meer. En zoals ik me i.v.m. de DSM al afvroeg, hier worden nadrukkelijk wel de uitkomsten en gegevens van recent hersenonderzoek verwerkt als sleutels in de verklaringsmodellen.
Naar mijn idee een benadering die meer bekendheid verdient en tot veel moois en nieuws zou kunnen inspireren.
Voor verdere info:
The Human Givens Institute
Human Givens Publicaties
Nederlandse HG site

Op eerstgenoemde site is onder Archive een flink aantal artikelen te vinden.
Zijn er mensen nader bekend met de Human Givens?
Reacties zouden zeer welkom zijn!

.

Sunday, May 3, 2009

Zorgplan automatiseren?; of zorgplan robotiseren?

Op mijn werk is men al enige jaren bezig met het implementeren en vormgeven van de zgn. ondersteuningsplanmethodiek; een electronische of digitale verslaglegging, opbouw en verwerking van zorgplan en clientendossier. Dit gebeurt hier met het programma Cura Unit4Agresso. Ik schreef hier eerder over.

Er wordt duidelijk stevig geinvesteerd in dit project en ik zie telkens weer met stijgende verbazing hoe men dit aanpakt en daarbij mijns inziens niet veel blijk geeft van inzicht in het reilen en zeilen op en het belang van de werkvloer in deze.

Mijn bezwaren tegen dit programma richten zich vooral op het feit dat het de werkers op de vloer (de dagelijkse en directe pedagogische begeleiding) niet ondersteunt in de uitvoering van hun werk en niet hun inzicht, creatitiviteit en professionaliteit stimuleert of bevordert.
Dit betreft volgens mij een kwestie die cruciaal en bepalend is voor de kwaliteit van en in de zorg.
Het kan en zal zo zijn dat men als management, inspectie of andere overheidsinstantie middels via dit programma desgewenst bepaalde gegevens snel boven tafel kan krijgen. Dat zijn zaken die zich sowieso wel zullen regelen en hun vorm zullen krijgen; en het lijkt me derhalve niet zo zinnig om zoiets het speerpunt en de hoofddoelstelling te laten zijn van het automatiseren van zorgplannen. Ik kan me niet aan de indruk ontrekken een dergelijke achterliggende gedachtegang samen met het voldoen aan certificeringseisen de drijfveer achter dit programma zijn; en oppervlakkig bezien misschien ook wel een voor de handliggend idee lijken.
Het lijkt me echter dat hier juist ook een kans ligt (of lag?)om middels de automatisering van zorgplan de professionaliteit op de werkvloer te stimuleren door snel inzage te geven, verbanden te tonen en overzicht te bevorderen.

Enkele voorbeelden van voor mij van de werkvloer af gezien kromme zaken:

- Unit4 wil rapporteren op doelen en werkt daartoe met de trits probleem-doel-actie.
Deze voldeed blijkbaar niet bij ons omdat de term probleem als negatief en problematisch werd ervaren en nu werken we dan met de trits:

vraag-doel-actie

Nu had men bedacht om deze vanuit het perspectief van de client te beschrijven. (Dit gebeurt wel vaker in bv. levensverhalen en andere geschriften waar het buiten dat het wel sympathiek overkomt vooral de functie heeft een appel te doen op het inlevingsvermogen van de lezer en of dat hier veel zin heeft is dan vraag 2) De mentoren binnen woondienst en dagbesteding moeten elk voor hun clienten deze trits invullen met werkdoelen, hetgeen veel tijd kost en vooral hoofdbrekens over wat dan en hoe dat grammaticaal vorm te geven.

Men wil uitsluitend op doelen rapporteren hetgeen volgens mij noch handig noch verstandig is en ook wel als selectieve waarneming te boek staat en voor zover ik het kan zien in de praktijk ook niet goed werkt.
De rapportage geschiedt in 6 of 7 categorieen, maar daar is geen algemene categorie bij.

- De trits vraag-doel-actie in combinatie met het op doelen rapporteren suggereert dat hier een vorm van interpretatie al of niet gecombineerd met een computerbewerking achter schuilgaat hetgeen niet het geval is. Wat hier gebeurt is dat men de trits zelf op de meest uiteenlopende (en soms malle) manieren invult dat vervolgens onder het dekseltje van de output propt en zie dan komt hetzelfde er weer uit als je het dekseltje weer open doet; en wat valt daar dan voor nieuws aan af te lezen denk ik dan. Er lijkt een suggestie opgeroepen te worden als zou de computer gegevens interpreteren en dat doet ie niet, dat kan ie ook niet en dat kan ik uiteraard veel beter.

Ook ordent het niet op een bepaalde wijze gegevens die dan weer nieuwe informatie oplevert. Ter vergelijking bij het surfend snuffelen door het leerling-volg-systeem Parnas-sys zie ik dat men op school bv sommen laat maken of een proefwerk geeft waarvan de uitkomst als een meting naar een doel kan gelden en als dat onder de maat is als actie een extra les of uitleg volgens andere methode geeft (dit alles welomschreven uiteraard) en dan weer een zelfde of vergelijkbare meting kan doen. Dit is natuurlijk het ideale experimentele onderzoeksdesign toegepast op een bestaande gangbare praktijk ws. ook een schoolvoorbeeld van hoe automatisering de praktijk kan ondersteunen en optimaal dienstbaar zijn.
(daarbij kent Parnassys bovendien een expertprogrammaatje sociaal-emotionele ontwikkeling; zo kan het dus blijkbaar ook!)

- Na een jaar of twee komt men erachter dat wanneer wij doel stellen de client niet zomaar actie onderneemt en mogen alle acties herschreven worden vanuit het perspectief van de groepsleiding; laat dit zien hoe doordacht en doorwrocht het een en ander is.

- Naar ik aan neem omdat het allemaal niet zo erg wilde vlotten besluit men op enig moment om de doelen te standaardiseren d.w.z. ze zijn voorgebakken en genummerd en is er nu een lijst van als ik mij niet vergis inmiddels ruim 600 doelen. En er wordt of werd over gedacht om ook de akties te standaardiseren en al in te vullen. Dan vraag ik mij af hoeveel akties er per doel kunnen zijn; voor een autist, voor een ADHD-klant, voor een uitermate timide persoon die we juist wat losser willen krijgen en voor bedenk er zelf nog maar een paar zul je toch op uiteenlopende akties voor eenzelfde doel uitkomen of maak ik hier een denkfout? Krijgen we dan lijstjes van enige duizenden akties, nauwomschreven, genummerd en wel? Komt mij nogal Kafkaësk voor.
Een doel uit een lijst van honderden mogelijkheden (ook al zijn die gecategoriseerd) zoeken is sowieso al gekkenwerk omdat het de menselijke maat een beetje te boven gaat, maar wat dan als de doelstelling die jij op je client van toepassing acht daar net niet bij ziet? Moet je dan uit armoede maar kiezen uit de dichstbijkomende aanverwante artikelen terwijl je het gevoel hebt dat dat nou net de spijker toch niet op de kop slaat danwel de plank ruimschoots misslaat?

- Waar de computer wel weer heel goed in is en ons bij uitstek ten dienste kan zijn is in de grafische representatie van (soms moeizaam en over langere tijd) geturfde gegevens. Hier geldt regelmatig het adagium dat een beeld meer kan zeggen dan duizend woorden of zoals de engelsen zeggen: a picture paints a thousand words.
En hier ligt de kracht van de computer om ons nieuwe inzichten te verschaffen in patronen.
De mogelijkheid van turven is in unit4 aanwezig onder de tab metingen, maar wordt bij mijn weten niet proactief gebruikt maar uitsluitend als vervanging van de gangbare vocht- en temperatuurlijsten e.d.. Wat mij verbaast is dat men niet eerst met dit onderdeel begonnen is en de mogelijkheden ervan niet verder uitgewerkt heeft.

- Het programma is niet erg gebruikersvriendelijk of intuitief zoals het een goed computerprogramma toch zou betamen.

Ik vraag me af of ik mijn bezwaren hier een beetje duidelijk worden want ik raak steed meer in de bonen als ik over dit programma en de zin ervan nadenk; maar goed dat had ik in het gebruik ervan soms ook; dus misschien niet zo vreemd en reden om het een ander eens op een rijtje te zetten..
Wat ik wel als een nadrukkelijk pluspunt in het praktische gebruik moet vermelden is dat binnen een scherm en met een muisklik de in de tijd achtereenvolgende rapportage van de woning en de dagbesteding te volgen is zodat snel te zien is wat er vandaag, gisteren of vorige week aan bijzonderheden gepasseerd is. Dit is zondermeer een nuttig voordeel voor de werkvloer maar natuurlijk niet exlusief eigen aan dit betreffende programma/methodiek.

Laten we eens zien welke methodiek hiermee dan vervangen wordt.
Het eerdere zorgplan had de heldere structuur:
- anamnese
- perspectief
- hoofddoelen
- werkdoelen
waarin duidelijk de lijn loopt van waar komen we voor zover bekend vandaan, wat denken we dat de toekomstige mogelijkheden zijn, op welke punten willen we daaraan werken en hoe gieten we dat in concrete werkdoelen. Een samenhangend geheel waarin het perspectief een sleutelrol speelt.
De kracht en de charme van dit model is gelegen in de overzichtelijke onderlinge verbondenheid van de onderdelen en wanneer die onderdelen goed ingevuld zijn geven ze richtng aan het denken over en suggereren ze vaak al een gepaste handelswijze.

Wanneer men met een dergelijk model zou werken zou de aard van dat model volgens mij al stimuleren dat men op een professionelere wijze naar de client kijkt omdat zaken steeds in een groter verband zijn te plaatsen.
Als men daarbij de werkdoelen waar mogelijk in de vorm van Goal-Attainment-Scales zou gieten zou dat dunkt mij de professionaliteit en de onderlinge communicatie op de werkvloer nog eens sterk verbeteren. Waarbij GAScales zich wel eens heel makkelijk zouden kunnen laten scoren en verwerken op de computer en zo veel specifieke, concrete, harde en zinnige informatie kunnen opleveren.

Volgens mij moet elke zorgplanmethode waar het de doelen betreft ons telkens met de neus op drie vragen drukken en ons daar steeds weer mee bezig laten zijn. Die vragen, laten we ze bij deze de criteria van Kruithof noemen, zijn:

1. Wat willen we bereiken of welke richting willen we op met deze client?; deze groep, deze actie, dit plan of wat dan ook.

2. Hoe denken we dat te gaan bereiken?; langs welke weg, met welke middelen en hoe denken we dat een en ander in zijn werk zal gaan.

3. Lukt dat een beetje?; of moeten we iets bijsturen of het over een heel andere boeg gooien.

In het oude zorgplan lijken deze punten op een vrij vanzelfsprekende wijze ingebed in de hoofddoelen > werkdoelen en het cyclische karakter door evaluatiemomenten.
In het nieuwe ondersteuningsplan zie ik deze logische lijn niet zo terug tenzij middels kunstgrepen en verbrokkeld.

Uiteraard heb ik een aantal van deze punten her en der ter berde gebracht en uitgesproken. Meestal wordt daar wat schouderophalend op gereageerd of de nieuwe methodiek wordt geloofd of verdedigd zonder dat er op mijn argumenten ingegaan wordt.
Hetgeen mij het meest bevreemdt hierin is dat niemand een poging waagt om mij duidelijk te maken waar ik in mijn redenering een denkfout zou maken of de plank duidelijk mis zou slaan. En dat is uiteindelijk alles waar ik om vraag.
Kan iemand mij van dienst zijn?
Zolang dat niet het geval is blijft bij mij het boze vermoeden bestaan dat hier een log monster van een rapportagesysteem geschapen wordt. En het zou me niet verbazen als de wet van de remmende voorsprong zich hier te zijner tijd zou doen gelden en een nabijgelegen instelling die zich hier nu nog geheel niet mee bezighoudt straks een nieuw, slank en flexibel programma aanschaft dat ze naar wens kunnen indelen en laten werken terwijl we hier dan bezig zouden zijn met het eindeloos bijschaven van een programma dat toch maar niet echt wil voldoen. Dat zou toch spijtig zijn!


Wat ik verder ten node mis in de (niet alleen) geautomatiseerde rapportages/dossiers is een, desgewenst eenvoudig op of terug te zoeken, geschiedenis van reeds toegepaste/uitgeprobeerde strategieen van aanpak, bejegening of behandeling die al dan niet succesvol bleken.
Hiermee bedoel ik dat bepaalde ooit wel gedragsmoeilijk genoemde clienten steeds bepaalde reacties in hun omgeving lijken op te roepen danwel steeds zodanig verkeerd begrepen worden dat de interactie met de omgeving telkens op een zelfde manier vastloopt of in een negatieve spiraal belandt waar moeilijk uit te komen is.
En sommige clienten kunnen en zullen dus met enige regelmaat in hun leven meemaken dat men weer op dezelfde voor de handliggende manieren probeert hen te benaderen en het gedrag te beinvloeden.
Het lijkt me zinnig om in duidelijk georganiseerde en vooropgezette pogingen bepaald gedrag te beinvloeden of te bewerkstelligen beknopt verslag te doen van zo'n aanpak, de bedoeling ervan , de opzet en de bevindingen ook wanneer die negatief uitgevallen zijn.
Dergelijke verslagjes zouden duidelijk getagged of geoormerkt als bijlagen in een dossier aanwezig moeten zijn. Volgens mij kun je sommige clienten geen grotere dienst bewijzen dan hen een goed en volledig dossier in voornoemde zin mee te geven zodat door de dagelijkse begeleiding niet nodeloos dezelfde fouten en/of nutteloze aanpak herhaald hoeven worden.

Wederom de vraag: zijn er mensen uit het werkveld van de gehandicaptenzorg die ervaring hebben met dergelijke automatisering of daar gedachten over hebben en hierop willen reageren?

P.S. Nog wat losse opmerkingen over dit onderwerp.
Meer aan mijn werk in de gehandicaptenzorg gerelateerde onderwerpen en kwesties zijn te vinden onder dat vak van mij of een vak apart.

Wederom?

Wederom een poging (na ruim 14 maanden) deze blog nieuw leven in te blazen.
Lijkt me toch wat zinniger dan te gaan twitteren.
Blijft de vraag of er nog lezers en reacties te vinden zijn.
Op hoop van zegen maar weer.