Sunday, February 21, 2010

Onverklaarbaar bewoond

De zondagochtend levert wat mij betreft vaak de meest onderhoudende tv van de hele week op.
Helaas heeft 'Vrije Geluiden' onlangs een gedaante-verwisseling ondergaan die deze bewering weer wat teniet doet. Van mij mag Hans Flupsen het roer weer gauw overnemen.
Het daarop volgende programma 'Boeken' is qua inhoud gelukkig niet veranderd.

Vanmorgen werd daar ondermeer Bert Keizer bevraagd over zijn boek 'Onverklaarbaar bewoond'. Een prachtige en treffende titel voor een boek dat gaat over de altijd intrigerende en al evenzeer ongrijpbare verhouding cq verbinding tusssen lichaam en geest.
Bert Keizer is arts, filosoof en schrijver en schrijft een wekelijkse colum in Trouw.

De vraag naar de verhouding lichaam/geest lijkt misschien een wat zwaarwichtige of onmogelijke vraag. Geen vraag die betrekking heeft op het leven van alledag maar eerder iets waar filosofen, of andere lieden die niets beters te doen, hebben ingewikkelde of zweverige redeneringen op kunnen botvieren.
Maar is het echt zo'n ver-van-mijn-bed vraag?

Als ik zie hoe er in de (gezondheids)zorg al sinds jaar en dag gewoonlijk gerapporteerd wordt, dan komt de vraag daar bijna dagelijks terug.
Bijna overal wordt er nl in een aantal categorieën gerapporteerd en welke veelheid of indeling men daarbij ook hanteert, ze beginnen onveranderlijk met de kopjes: lichamelijk/fysiek en daartegenover dan psychisch.
Het zal een ieder die iets met verslaglegging in de zorg van doen heeft bekend en ws. ook volslagen zinnig en logisch voorkomen.

Enige tijd geleden zou ik eens in de dagelijkse rapportage melding maken van een cliënt die in een toestand van positieve opwinding iemand iets over de telefoon wilde zeggen en door de opwinding een spasme rond de mond kreeg waardoor hij geen woord kon uitbrengen.
Ik moest me naar aanleiding daarvan toch wel even achter de oren krabben, me afvragend: meld ik dit nu onder het kopje fysiek of onder het kopje psychisch.
Toen ik mijn gedachten hier nog eens wat verder over liet gaan wist ik zo nog een paar vergelijkbare voorbeelden voor de geest te halen en begon het mij te dagen dat deze twijfel vaak al iets zegt over de aard van het voorval of probleem in kwestie.
Bij triviale kwesties dringen dergelijke vragen of twijfels zich zelden of nooit op; het is juist als het de moeite waard is en er toe doet, bij belangwekkende en interessante kwesties dat de dingen op het snijvlak van lichaam en geest lijken te spelen en de interactie tussen beide zichtbaar wordt of vragen oproept.

En dan lijken hoogdravende filosofische vragen zomaar een stuk minder hoogdravend en zou je weer denken dat ze hun oorsprong toch gewoon in het leven van alledag blijken te vinden.

Dick.

No comments:

Post a Comment