Vroeger had je nog echte zomers; tegenwoordig hebben we, naar ik heb horen verluiden, sportzomers.
Als aan alles komt een eind en aan zo'n zomer gelukkig ook weer; na nu nog een rondje door Spanje fietsen. Niet dat ik daar veel mee op heb of al teveel gemerkt van die gemaakte en opgeklopte zomer. Wanneer ik op radio of TV weer het opgewonden en overslaande stemgeluid van twee van die door en over elkaar heen buitelende emotioneel gefakete en opgefokte commentatoren hoor dan zet ik zoiets subiet uit of schakel over op een ander kanaal.
Om me niet al te zeer aan het doorgaans wezenloze geleuter van het gilde der sportverslaggeving te hoeven ergeren vermijd ik hen maar zoveel mogelijk. Dat blikt echter niet altijd te lukken. Zo luisterde ik laatst via de autoradio eens naar een cultureel programma waarin Jeroen Krabbé mijn nieuwsgierigheid wekte toen hij de laatste paar minuten toch heel graag en bijna dringend nog iets kwijt wilde over zijn bemoeienis met Anne Frank projecten. En jawel hoor dat kon niet want er moest live overgeschakeld worden naar de wedstrijd Heracles tegen Huppeldepup omdat het wel eens spannend zou kunnen worden daar. Dag meneer Krabbé .. en het programma eindigde dus met het opgewonden standje van een commentator die, zo leek het, Theo Koomen (pionier en kampioen in dit soort prut verslaggeving) probeerde na te doen. Dat ervaar ik dan, zogezegd, als de terreur van de huidige sportverdwazing en -verslaggeving.
Maar goed, de spelen zijn, als ik het wel heb, weer voorbij en de krant kan weer bijna de helft dunner worden. Nederland schijnt weer zeer tevreden te zijn met zichzelf en moet weer afkicken. Ik hoorde een commentator voor de radio zeggen dat er nu wel een nieuwsherfst in zou treden. Kletsmajoren toch, die lieden. Ik zou zeggen dat het echte nieuws weer op kan bloeien, maar dat is dus maar net hoe je er tegenaan kijkt. Misschien zouden we Maarten van Rossum eens over deze kwestie kunnen peilen?
Zoals gezegd lijkt Nederland weer zeer in z'n nopjes met zichzelf en vinden wij onszelf weer heel goed en geweldig ook al haalden we 1 medaille minder dan de vorige keer terwijl het streven was om er minstens 1 meer te halen. Hebben we in ieder geval weer iets om naar toe te werken en ons overtollige geld aan te besteden, zullen we maar denken.
Die wat monomane gerichtheid op resultaat en medailles en het naar huis sturen van deelnemers die zonder medaille uit de (rat)race gevallen zijn doen mij toch denken: dit is toch weer Holland op z'n smalst.
Terwijl de collectieve intentie toch lijkt te zijn dat we de wereld een poepie laten ruiken, opstomen in de vaart der sportieve volkeren en ons kunnen meten met de grote sportnaties als de USA, Rusland, China en anderen die zich als zodanig menen te moeten profileren.
Een leerzaam artikeltje van Peter de Waard in de Volkskrant relativeert die vermeende dominantie van bepaalde landen als de Verenigde Staten heel mooi.
Fact-checking heet dat wel; de cijfers laten spreken in perspectief. In welk perspectief dan? Wel het artikel geeft de top-tien in twee alternatieve medaillespiegels; het ene geeft het aantal medailles per miljoen inwoners en de ander het aantal per miljard dollar bruto nationaal product ofwel de materiële welvaart.
En welke landen treffen wij dan aan in de top-tien wanneer we naar inwoneraantallen en financiële rijkdom kijken? Wel, er komen geen Amerika, geen Rusland en geen China in voor! Die grootste en machtigste landen, die er omwille van hun reputatie als wereldleiders miljoenen tegenaan gooien om het meeste goud, zilver en brons binnen te halen, figureren in geen van beide top-tien lijsten. Is dat beschamend voor die toch zo machtige landen dat alle geld en moeite die ze erin pompen zich niet werkelijk lijkt uit te betalen of lijden de meeste mensen aan het NKK-syndroom als het over (top)sport gaat? Wie het weet mag het weer zeggen! Zoals half Nederland ook zijn zegje deed over de vraag of een olympisch sporter wel een biertje mag drinken en iets later thuiskomen.
In genoemde top-tiens staan allemaal kleinere landen als Jamaica, Bulgarije, Estland, Finland, Cuba, Tonga en Slovenië. De DDR leidt het klassement naar inwoneraantal; maar dat land bestaat niet meer en speelde zoals we weten een beetje vals. Maar daartussen treffen we ook geen Nederland, dat zich toch altijd de grote onder de kleintjes waant, aan. Toch niet zo groot en zo goed als we dachten?
En zijn de arm(st)e Brazilianen in de favela's dan nog iets beter geworden van dit olympisch festijn? Daar ziet het er bepaald niet naar uit. De meeste Brazilianen lijken ook nauwelijks warm of koud te worden van De Spelen. Zij gaan meer voor het voetbal en hun soaps en dat het hele jaar door en niet alleen 's zomers. Het was, niettegenstaande het mooie weer, ook helemaal geen zomer in Brazilië; daar was en is het nu winter!
No comments:
Post a Comment