Dit blogje in deze serie gaat al helemaal niet meer over wat ik doe maar over wat er zoal onder martial art of gevechtskunst wordt verstaan.
In de martial arts of krijgskunsten maakt men wel het onderscheid tussen interne en externe systemen dan wel stijlen en wordt in dat verband ook wel over zachte en harde stijlen gesproken. Een onderscheid dat voor mij persoonlijk van bijzonder belang is.
Maar wat onderscheidt een vechtsport of een martial art van welke andere sport of bezigheid? Op het eerste gezicht lijkt het vrij helder waar het in een krijgskunst of een vechtsport om en over zal gaan, namelijk het wederzijds meten van elkaars kracht en het kunnen winnen van een gevecht. Daarbij zullen we in eerste instantie veelal denken aan kracht en gespierde en goed getrainde lichamen en vervolgens misschien aan factoren als souplesse, behendigheid en timing. Maar ook psychologische factoren en/of karaktereigenschappen kunnen een aanzienlijk gewicht in de schaal leggen en de uitkomst van een gevecht bepalen.
Strijd en het winnen van een gevecht staat in ieder geval meestal centraal. Het duel of tweegevecht is waarschijnlijk van alle tijden of gaat in ieder geval heel ver terug in de tijd. Hoe we daar tegenaan kijken en welke betekenissen we daar aan toekennen verschilt nogal per cultuur en tijdsgewricht. In onze cultuur vinden we het niet koosjer meer om elkaar dood te maken (alhoewel?; zie de strijd en oorlogen om ons heen) en is het bij wet verboden.
Omdat het bloed nu eenmaal kruipt waar het niet gaan kan en het volk behalve aan brood toch ook wat behoefte aan spelen heeft, kent nagenoeg elke cultuur wel vormen van gereguleerde en/of geritualiseerde of gespeelde gevechten. Bij ons zijn dat bijvoorbeeld worstel- of bokswedstrijden en recenter Oosterse vechtkunsten als die uit Japan en China. En per slot van rekening is elke sportwedstrijd een uiting van de behoefte om kracht en kundigheid onderling en in strijd te meten.
Nu is het hele leven natuurlijk niet altijd maar sport en spel en voor sommigen zoals militairen, politiemensen en andere ordehandhavers alsook voor sommige criminelen geldt het beheersen van bepaalde vechttechnieken, en aldus je mannetje kunnen staan, dan ook als een beroepsvaardigheid.
En wat verstaan we onder strijd of een gevecht? Heb je daar minstens twee mensen voor nodig of kunt ook met jezelf of het leven in het algemeen worstelen? Moet het zich fysiek uiten of rekenen we een woorden- of ideeënstrijd ook als een gevecht? (denk aan de bekende uitspraak dat oorlog niets anders is dan een voortzetting van de politiek maar dan met andere middelen) Nu is elke vorm van competitie per definitie ook een vorm van strijd. In dat verband zou ik naar een citaat van Arnon Grunberg uit De Groene Amsterdammer nr 35 uit 2018 willen verwijzen. Het essay 'Het leven als strijd' naar aanleiding van de Nederlandse vertaling van Adolf Hitler's 'Mein Kampf' besluit hij met: Er is veel voor te zeggen dat het leven inderdaad een strijd is. Het is onzinnig te beweren dat dat niet zo zou zijn omdat mensen ook goed kunnen samenwerken; juist competitie vereist samenwerking. De cruciale vraag is hoe wij die strijd vormgeven, welke spelregels wij daarbij hanteren, opdat fatsoenlijke huisvaders en vriendelijke moeders, met al hun al dan niet weerzinwekkende vooroordelen, geen moordenaars, beulen en handlangers van moordenaars hoeven te worden.
In geval van martial arts zal er toch altijd fysieke component in het spel zijn en bepalend zijn voor het verloop en de uitkomst.
Martial arts en/of vechtsporten kunnen in allerlei vormen, op diverse niveau's en om vele redenen beoefend worden. Zelfverdediging, om fit en gezond te blijven, recreatie of karaktervorming om maar eens een paar redenen te noemen.
Het aantal beoefenaars zou in Nederland volgens het NOC*NSF in 2019 zo'n 250 000 bedragen en wereldwijd zijn dat er volgens Wikipedia wel honderden miljoenen. Dus mocht je de aanvechting krijgen; je bent niet alleen en hier kun je dan uit kiezen.
No comments:
Post a Comment