Na onze niet bijzonder spectaculaire zoektocht naar de bron deze ochtend, het ommetje over de Ruhrkopf, kaffee und kuche en een wandelingetje in Winterberg hielden we zomaar nog een stukje dag over.
Daarom besloten we weer terug in het hotel om de 'Kahler Asten', direct tegenover het hotel gelegen, maar eens te beklimmen, te bedwingen of hoe dat, in sportievere en avontuurlijker kringen dan waar wij ons gewoonlijk in begeven, ook mag heten.
We hadden op inmiddels weer droog weer gerekend maar die vlieger ging toch niet helemaal op en af en toe een beetje de miezer in. De klim omhoog was misschien soms wat steil maar toch niets vergeleken bij de korte steile klim van gisteren; of waren we inmiddels daardoor wat getraind?
In ieder geval konden we deze minder steile maar ook niet al te lange klim moeiteloos kuierend aan.
Op de top van die ‘Kale’ was het inderdaad kaler of minder begroeid dan lager en elders.
Een mooi uitzicht rondom vanuit de speciale uitzichttoren die een 360 graden uitzicht bood. Zo konden we de wereld toch nog weer eens vanaf enige hoogte beschouwen.
In het restaurant onder de toren en onder het genot van een kopje koffie even de kuierlatten tot rust laten komen alvorens er weer aan te trekken om de afdaling in te zetten.
Daarbij stuitte we zowaar op nog een quelle terwijl we nu toch heus niet, zoals vanmorgen, op zoek naar bronnen waren. Maar ja, water stroomt nu eenmaal van boven naar beneden dus zoiets viel natuurlijk wel te verwachten op het één na hoogste punt van Nordrhein-Westfalen.
Het was in dit geval de bron en de oorspong van de Lenne; een watergangetje waar we overigens nog nooit van gehoord hadden maar dat ruim honderd kilometer verderop wel als een volwaardige en heuse rivier ergens de Ruhr in blijkt te plonzen.
Op onze gang naar beneden bleek het pad zomaar ergens versperd door een flinke kudde schapen die door een herder met drie honden de gewenste richting uit werd gedirigeerd.
We hebben de schaapjes niet geteld maar die waren in ieder geval niet kaal
en het zou me niets verbazen wanneer ze bij elkaar bijna genoeg wol zouden leveren om een wollen petje voor deze kale berg te kunnen breien. Zoiets als een Harry Slinger petje bijvoorbeeld maar dan natuurlijk wel één met een gat in het midden voor de uitkijktoren.
Maar de kudde was gelukkig toch niet zo groot als deze hier. Dan zou die berg waarschijnlijk echt kaal zijn geweest.
Ik neem aan dat nu, inmiddels alweer januari, de Kahler Asten wel een wit petje zal hebben. Deze jongens lijken daar in ieder geval al goed op gekleed in die dikke wollen jassen.
No comments:
Post a Comment