Nu laat die ziel van ons zich ook wel erg lastig beschrijven en woorden lijken vaak tekort te schieten om er enigszins vat op te krijgen. Het lukt onze geavanceerde en immer voortschrijdende wetenschap in ieder geval niet om iets van een ziel aan te tonen of in natuurwetenschappelijke termen te vangen.
Onze alledaagse spreektaal kent hoe dan ook nog wel een aantal woorden die naar de togende ziel verwijzen.
In onze niet al te recente (nog in guldens betaalde) en niet al te dikke (slechts 1247 bladzijden) van Dale (Handwoordenboek Hedendaags Nederlands) lees ik zo even:
ziel
zieleheil
zieleleed
zieleleven
zielenherder
zielenood
zielepiet
zielepijn
zielepoot
zieleroerselen
zielerust
zielestrijd
zielig
zieleknijper
zielkunde
zielloos
zielsbedroefd
zielsblij
zielsgelukkig
zielsrust
zielsveel
zielsverhuizing
zielsziek
zieltogen
zielzorg
zielzorger
Daar zou ik dan zelf nog
zielesmart
zielsverwant
zielsverwantschap
aan toe willen voegen
Als ik dat lijstje zo eens bezie en ik laat daarbij nog eens even wat uitdrukkingen de revue passeren waarin de ziel schittert, dan lijkt het me dat we toch nog niet zo makkelijk van die ziel af zullen komen!
En dan laten we mogelijke synoniemen nog maar even buiten beschouwing.
No comments:
Post a Comment