Dat wandelen kun je overigens desgewenst ook best in je eentje doen. Samen wandelen daarentegen kun je natuurlijk niet alleen; dat gaat beslist niet lukken.
‘Samen wandelen’ is dus blijkbaar iets anders dan zomaar ‘wandelen’. Ook ‘opvoeding’ is geen geheel onbesproken fenomeen op dit blog. En opgevoed, of het nu wel- of anderszins was, zijn we toch allemaal, nietwaar? Althans op z’n minst toch wel een beetje en er zullen toch zeker mensen zich over ons ontfermd hebben toen we nog vooral hulpeloos en stuurloos waren. En dus zullen we er allemaal ook wel iets van vinden; ook mensen die, zoals wij bijvoorbeeld, zelf geen eigen kinderen op te voeden hebben.
Nu las ik laatst eens een alleraardigststukje over de overeenkomst(en) tussen ‘samen wandelen’ enerzijds en anderzijds ‘opvoeden’.
In zijn boek ‘Word zelf filosoof’ illustreert Jan Bransen, wat hij noemt een ‘analogieredenering op begripsniveau’ door deze twee begrippen aldus te vergelijken.
Dit mede naar aanleiding van recentelijk wat politiek gekrakeel over het elektronische kinddossier, gedoe rond de jeugdzorg, de angst voor ontspoorde jongeren en de suggestie om toekomstige ouders tot een opvoedcursus aan te sporen of te verplichten Bransen heeft nadrukkelijk een iets andere kijk op wat ook wel als de opvoedingswerkelijkheid wordt aangeduid.
Algemeen bekend, waar het de opvoeding betreft, zijn de noties van führen en wachsen lassen waarbij de analogie of de metafoor van de beeldhouwer (of de timmerman) doorgaans ten tonele gevoerd wordt tegenover die van de tuinman.
Bransen komt dus met de analogie van het ‘samen wandelen’ en besluit zijn conceptuele analyse van deze gezamenlijke activiteit met:
Ik kom tot de volgende samenvatting van het begrip SAMEN WANDELEN. Als je samen wandelt volg je (1) dezelfde route op hetzelfde moment. Dat is niet per ongeluk zo, maar is (2) een kwestie van wederzijds op elkaar afstemmen van elkaars intentie. Dat veronderstelt (3) dat de betrokkenen een zekere autonomie hebben, dat ze zelfstandig en vrijwillig samen voortgaan. Die gezamenlijkheid impliceert (4) een normatief kader waarin de betrokkenen verplichtingen en bevoegdheden hebben. Vervolgens is (5) het doel van het wandelen gelegen in de activiteit zelf en niet in het resultaat of de opbrengst die het zou kunnen opleveren. En dat betekent (6) dat samen wandelen in wezen een in de tijd onbegrensde, durende, hoogstens tijdelijk - oneigenlijk - onderbroken activiteit is.Dat is toch een vrij heldere conceptuele analyse, nietwaar?
De daaropvolgende conceptuele synthese met het begrip opvoeden zal ik hier verder niet uit de doeken doen.
Twee toch vrij gangbare opvattingen met betrekking tot opvoeding worden hiermee in ieder geval weersproken: we mogen dan weliswaar spreken over ‘opgevoed worden’, het is toch niet zo dat het kind alleen maar lijdend voorwerp zou zijn en ook zouden we geen goede gronden hebben om de opvoeding te beschouwen als een soort productieproces dat abrupt zou stoppen wanneer het product af is en de klus geklaard. Wie nieuwsgierig is naar de achterliggende redeneringen en overwegingen kan dat nalezen in het reeds genoemde lezenswaardige doe-het-zelf-boekje van eerdergenoemde auteur. En wel in hoofdstuk 6. Analogieën tussen begrippen ontwikkelen; blz. 113 t/m 142.
De metafoor of analogie van het 'samen wandelen' lijkt me trouwens ook aardig te passen op veel aspecten van 'het begeleiden' ofwel het dagelijkse werk van mijn collega's en mij.
Nu dan wellicht weer eens tijd voor een ommetje of wat verpozing zoals Youtube ons dat pleegt te bieden:
No comments:
Post a Comment