Zo luidt ook de Nederlandse titel van de gebundelde opmerkingen over kleur door ene Wittgenstein.
In een recensie in de Volkskrant van 8 augustus over de pigmentententoonstelling ‘Making Colour’ wordt Wittgenstein naast Goethe, Aristoteles, Kandinsky, Vasari en Cennini genoemd als iemand die iets over kleur te melden had. Uiteraard hebben veel meer lieden wel opmerkelijke en blijvend interessante ideeën over kleur te berde gebracht.
De kritische conclusie van de recensie door Wieteke van Zeil was dat in genoemde expositie het effect van kleuren op de menselijke perceptie, de kleurenpsychologie en symboliek nauwelijks of niet aan bod komen. Kortom dat dit derde element van kleur, naast de natuurwetenschappelijke en de kunsthistorische kant, er als een stiefkindje van af komt.
Ik heb die pigmentententoonstelling (lang woord, hè; leuk scrabblewoord maar je hebt heus nog langere) niet bezocht en heb daar ook geen uitgesproken mening over. Niet alleen in de kunst wordt kleur nogal eens aangewend om een bepaald punt te illustreren. Dat gebeurt her en der en telkenmale weer. Zo ook in dit vragen(v)uurtje waar emeritus hoogleraar Jan Rispens kleur als voorbeeld (hier tussen 11 en 13 min.) neemt om aan te tonen hoe hopeloos ambigu onze alledaagse taal toch is ten opzichte van de wetenschappelijke taal van meetbare en kwantificeerbare grootheden.
Al dat vage gepraat over, neem nou, bijvoorbeeld citroengeel of licht geelgroen; wat kun je daar als, op wetenschappenlijke exactheid en precisie gestelde geest of, onderzoeker nu mee? Nee dan kun je toch veel beter uit de voeten met iets als pakweg een frequentie van 510 tetrahertz, een golflengte van pak em beet 572 nanometer en nog wat parameters in de trant van lichtintensiteit, verzadiging en dergelijke! Of niet dan?
Mocht de toon hierboven doen vermoeden dat ik me maar ten dele in deze argumentie van Rispens kan vinden en zijn verder bijzonder gloedvolle betoog in dit geval toch even wat kleurlozer vind, dan wil ik dat wel beamen.
Nu haast Rispens zich ook al om er zelf op te wijzen dat die wetenschappelijke grootheden toch beslist ook wel weer in onze alledaagse taal terug vertaald moet kunnen worden.
Maar, zul je denken, nu gaat het inmiddels toch niet meer over kleur maar over … taal en wetenschap (hier de orthopedagogiek). Ja, da's waar denk ik dan … alhoewel dan moet ik toch ook even denken aan iets dat Jacques Heijkoop in een eerdere HMiG aflevering (hier tussen 15 en 17 min.) opmerkte:
Diagnostiek is natuurlijk ook belangrijk, want als iemand slechtziend is, moet hij een bril krijgen. Maar daarna houdt het op, want dan heb je een persoon – met al zijn beperkingen – die bepaalde dingen in de krant leuk vindt. En dáár ligt je aansluiting bij de persoon.Dat belicht toch maar eens temeer dat het juist onze alledaagse taal en de gewone dagelijkse omgang en communicatie zijn die het leven zijn ware glans en kleur moeten geven. Ervaring, taal en beleving. Probeer die maar eens uit elkaar te halen en te houden; dat zal je vast niet altijd lukken en/of even gemakkelijk afgaan. Zeker niet als het kleur of andere qualia en onze, al dan niet kleurrijke taal betreft.
De wereld om ons heen kleuren doen we blijkbaar niet uitsluitend met de verfkwast maar ook met de taal!.
.
Wie denkt dat kleur en taal niet veel met elkaar van doen hebben zou eens moeten kijken hoeveel tongen de zogeheten pietendiscussie los weet te maken en hoeveel woorden en vergelijkingen er daarbij over en weer gaan en dat 'all because the color of his skin' om maar weer eens een paar woorden van Dylan aan (en mogelijk ietwat uit z'n verband) te halen.
What do you think about that, my friend?
No comments:
Post a Comment