Onlangs kwam ik in een boekwerkje over moderne filosofie de naam
Wilhelm Dilthey weer eens tegen. Toen dacht ik, over die
ouwe Dilthey en
dat vak van mij wil ik het toch ook nog eens hebben; want die twee zijn
in mijn boekie toch onlosmakelijk met elkaar verbonden.
En dan wil ik het niet hebben over
zijn filosofische achtergrond of uitgangspunten als
kantiaan of
historist, maar over de wending die hij aan de zogenoemde
hermeneuse of hermeneutiek gaf.
Aanvankelijk verstond men onder
hermeneutiek een wijze van tekstuitleg met het doel om verschillende lagen in en verschillende aspecten aan een tekst te ontwaren om zo de essentie ervan te kunnen vatten.
Onze
Wilhelm vond dat deze benadering van betekenis zoeken en ontwaren niet uitsluitend geknipt was voor teksten maar nu juist ook bij uitstek geëigend was voor alle uitingen en produkten van menselijke oorsprong, hand of geest.
En daarmee maakte hij een onderscheid tussen
geesteswetenschappen en
natuurwetenschappen met elk hun eigen manier om tot de kern van de zaak of de waarheid te komen danwel die zo dicht mogelijk te benaderen.
'Verstehen und Erklären'
Voor de geesteswetenschappen is dat het 'verstehen' ofwel het verstaan, begrijpen of invoelend betekenissen ontwaren en voor de natuurwetenschappen is dat het 'erklären' of theoretiserend verklaringen zoeken en hypothesen testen voor verschijnselen en processen die niet des mensen zijn; zeg maar, dat wat ons wezensvreemd is.
Deze beschouwingswijze is van grote invloed geweest op de sociale wetenschappen en bijvoorbeeld de pedagogiek die zichzelf lange tijd als een geesteswetenschap bestempelde. Vanaf de 60-er jaren voltrok zich ook hier vrij rap een empirisch-analytische wending gepropageerd door ondermeer
Brezinka en in Nederland aangevoerd door
Rien Van IJzendoorn (als ik me niet vergis ooit nog eens de jongste hoogleraar in Nederland). Deze benaderingswijze geldt inmiddels als het meest gangbare wetenschapsmodel, ook in de pedagogiek, waarbij vaak een beroep gedaan wordt op het zgn.
D-N model. Nu wil ik me hier niet verliezen in wetenschapsfilosofische bespiegelingen over dit onderwerp. (liefhebbers in deze, zouden bv.
Pedagogiek in meervoud van Siebren Miedema e.a. kunnen raadplegen) Wel wil ik daarover nog opmerken dat in de sociale wetenschappen en zeker ook in de pedagogiek dat
'verstehende' aspect of element nooit helemaal weg te poetsen is en het in de methodologie
toch altijd ergens aandacht en een plek moet krijgen.
Waar ik het dan wel over wil hebben is wat dat
'Verstehen und Erklären' van Dilthey ofwel dat
verstaan danwel begrijpen in tegenstelling tot dat
verklaren dan in alledaagse gewone mensentaal betekent:
De natuurlijke wereld is ons, zoals gezegd, eigenlijk wezensvreemd d.w.z. we kunnen die wereld niet van binnenuit kennen of begrijpen. Wij begrijpen of conceptualiseren de wereld om te beginnen toch altijd vanuit onze eigen primaire wensen, praktische bedoelingen, neigingen, angsten, strevingen, overlevingsdrang en noem maar op. Onze kennis van de natuurlijke en stoffelijke wereld en onze verwachtingen daaromtrent zijn aanvankelijk gestoeld op onze ervaringen van de omgang met die wereld. De aldus verkregen praktische kennis maakt deel uit van het zogenaamde voorwetenschappelijk wereldbeeld. Deze gaat in onze ongebreidelde nieuwsgierigheid en verklaringsdrang op zeker moment nagenoeg naadloos over in wat we wetenschappelijke verklaringen noemen. Toch zijn wetenschappelijke verklaringen van bv. fysische en chemische processen tot op moleculair of zelfs subatomair niveau van een geheel andere orde dan die kennis die uit onze alledaagse ervaring voortvloeit en met onze concrete belevingswereld vergroeid is.
Je kunt de stoel waarop je zit beschrijven op grond van zijn materiele eigenschappen en er een paar formules tegenaangooien m.b.t. de chemische samenstelling en de mechanische constuctie en draagkracht. Dat kan allemaal zeer wetenschappelijk juist, interessant en verantwoord zijn; maar zo bezien wij een stoel gewoonlijk niet. Wij zien hem eerst in zijn (gebruiks-)betekenis als een ding om op te zitten. Dan proberen we meteen even te beoordelen of ie niet te hoog of te laag zit, of ie hard of zacht zou zitten, of ie comfortabel zit en geschikt is om op uit te rusten of om op achter de computer te werken enzovoort ... enzovoort. Zo bekijken gewone mensen een stoel en niet alleen een stoel maar welbeschouwd (bijna?) alles.
(De stoel(?) waar ik momenteel op zit is overigens knalrood, lijkt meer op een ei

en heet ook wel een
tumbly!)
Ook de schilderijen die her en der op dit blog te zien zijn uiteindelijk gewoon niet meer dan felgekleurde chemicaliën die in lijnolie danwel een acrylaathars opgelost zijn of met krijtpoeder zijn vermengd en vervolgens op zogenaamde dragers, van verschillende samenstelling en met verschillende fysische eigenschappen, zijn gesmeerd of aangebracht. Nagenoeg, niemand lijkt er echter zo naar te kijken. Mensen zoeken naar een (soms vermeende) betekenis van de afbeelding en vragen: waar is dat?; wat moet dat voorstellen?; wat bedoel je daarmee?; was je toen soms een beetje depri?; en vragen van dien aard.
Wij mensen gaan echter niet alleen met de dingen en met de natuur om maar vooral ook met elkaar. En die omgang met elkaar bepaalt in hoge mate wie en wat we zijn. In die omgang, die ons dermate bepaalt en vormt, zijn we constant bezig elkaars bedoelingen en motieven te peilen om onze eigen reactie daarop te kunnen afwegen en te bepalen. Daartoe willen we weten welke betekenissen de ander toekent aan de dingen en de situatie en proberen we de wereld ook uit het perspectief van de ander te zien; bij wijze van spreken in diens schoenen te staan. Dat is de kern van het verstaan en dat is iets anders dan het aanwijzen van externe oorzaken zoals we dat bij het verklaren doen.
Tot zover een wat filosofisch getint uitstapje dat misschien eerder op de aprilstukjes aansluit; dus maar weer eens terug naar dat vak van begeleider.
Kort gezegd is
verklaren het op mechanistische (of objectieve) wijze zoeken naar en benoemen van concrete oorzaken terwijl
verstaan wil zeggen op aan- of invoelende (of subjectieve) wijze proberen te (her)kennen van iemands beweegredenen en betekenisgeving.
In
dat vak van ons zijn wij, als begeleiders, nu eigenlijk de hele dag bezig om
de ander zoveel mogelijk
te verstaan. Dat lukt bepaald niet altijd en soms worden we met gedrag geconfronteerd dat dusdanig onbegrijpelijk, bedreigend of bizar scijnt en overkomt dat we
naar verklaringen gaan
zoeken. We hanteren ook steeds
allerhande theorietjes die naar hun aard al een overwegend verklarend karakter hebben. We fietsen zo steeds maar heen en weer tussen dat
'Verstehen und Erklären' en als het goed is proberen we altijd of zoveel mogelijk dat gebied van de verstaanbaarheid open en begaanbaar te houden.
En daar zie ik dan tevens weer een leuk bruggetje naar
Gentle teaching. Want het komt me toch voor dat de quintessens van
het gedachtegoed van John McGee is om vooreerst en vooral, zoveel mogelijk en dusdanig een gedeelde wereld te creëren dat een
wederzijds elkaar verstaan weer mogelijk wordt.