Welzijn in tehuis los van kwaliteiteen kop die natuurlijk vele vragen oproept.
De betreffende ranglijst van verpleeg- en verzorgingsguizen heet gebaseerd te zijn op twee gemeten (en meetbare?) hoofdaspecten te weten het subjectieve oordeel van de bewoners en de objectief gemeten kwaliteit van de geboden zorg.
Ik nodig een ieder uit zijn/haar gedachten eens te laten gaan over de veelzeggende zin:
Tussen de zorgprestatie en de tevredenheid van bewoners bestaat nauwelijks een relatie.en eens te bedenken wat deze zin allemaal zou kunnen zeggen en impliceren.
Als iemand die zijn kost verdient op de werkvloer van de zorg kan ik u daarbij dan nog vertellen dat mijn indruk is dat veel meetinstrumenten in de zorg (die vaak kwaliteit pretenderen te meten) de plank nogal eens mis slaan en aan alle kanten rammelen.
Met als gevolg dat dergelijke als hiergenoemde ranglijsten bijgevolg ook weer rammelen en hun doel veelal voorbij schieten.
Maar goed, dat was vorig jaar.
Nu 5 januari 2010 lees ik het volgende bericht in de Volkskrant
'Kortere wachtlijst zegt weinig over jeugdzorg'Evenals de kop over de verpleeghuizen lijkt het een op het eerste gezicht een wat kryptische bewering. Want wachtlijsten zeggen toch hoe het met de zorg gesteld is? Daar is een ieder toch op gespitst; daar richten de politiek en de managers in de zorg toch al hun pijlen op? Dat laatste lijkt helaas vaak het geval te zijn!
De rekenkamer maakt in het artikeltje gewag van een aantal misvattingen en misstanden zoals die eigen zijn aan het huidige systeem en de praktijk van telling en betaling, metingen en geldstromen. Waaronder verschuivingen die uitsluitend op papier bestaan door bijvoorbeeld dubbeltellen (wordt zoiets in een andere omstandigheden niet fraude genoemd?) en zaken iets anders voor te stellen om meer geld te krijgen.
En de betreffende Randstedelijke Rekenkamer concludeert dat de focus op de wachtlijsten te eenzijdig is.
Dit is een zeer verstandige en evidente conclusie die hier overigens enkel gebaseerd is op hoe de metingen en berekeningen van die wachtlijsten tot stand komen, gebruikt worden en vervolgens ondeugdelijk blijken. Tel uit je winst!
Maar nog los van dit falen zijn er ook andere, omvattender en diepgaandere redenen waarom de focus op wachtlijsten ietwat futiel en belachelijk wordt als je niet tegelijkertijd en vooral ook je blik en je volle aandacht richt op wat er gebeurt als iemand van die lijst geschrapt wordt.
Dan begint nl. het echte werk pas.
En hoe goed of hoe slecht dat gebeurt is uiteraard de ultieme toetssteen voor de kwaliteit van de zorg.
Ik heb in dit Blog enkele malen de benadering van John Seddon aangehaald en gepropageerd. Dat wil ik hier weer doen en eens zien wat een imaginaire capability-chart hier voor nut zou kunnen hebben.
De hamvraag, voor alle duidelijkheid, is dus niet wat gebeurt er met maar wat gebeurt er na de wachtlijst.
Iemand en vele iemanden komen ooit eindelijk eens van die vermaledijde wachtlijst af en men belandt dan in de molen van bv. jeugdzorg.
Wat er vervolgens in kwalitatief inhoudelijke zin aan interventie/behandeling plaatsvindt zal denkelijk en hhogstwaarschijnlijk bepalend zijn voor het verdere verloop en het al dan niet succesvol zijn van het traject.
Uitermate belangrijk dus om zicht op te hebben voor alle betrokkenen bij deze tak van zorg, maar iets te omvattend om daar hier op in te gaan en ons daar hier in te verdiepen.
Maar wellicht kan een wat algemenere en cijfermatige benadering toch ook enig inzicht verschaffen.
Stel je voor dat we de kortste bemoeienis van jeugdzorg met diens cliënten als 1 jaar of korter markeren en de langste bemoeienis 5 volle jaren zou duren.
(zou in werkelijkheid 15 jaar kunnen zijn maar ter illustratie en voor schematisch gemak hou ik het even op 5)
Dan kun je op grond van je bevindingen een tabel of grafiek samenstellen waarin je de tijdspanne van het eerste tot het laatste behandelcontact weergeeft.
Een vermogenstabel dus. Die zou er aldus uit kunnen zien:
ex.| A | B
jaar
1 | 60% | 10%
2 | 10% | 10%
3 | 10% | 10%
4 | 10% | 10%
5 | 10% | 60%
Voorbeeld A en B zijn hier elkaars spiegelbeeld in de zin dat in ex. A 60% van de contacten end-to-end binnen een jaar wordt afgesloten en in ex. B datzelfde percentage pas na 5 jaar.
Ze zijn hier ten tonele gevoerd als twee prototypische voorbeelden waartussen allerlei meer waarschijnlijke variaties mogelijk zijn (variaties naar de buitenkanten worden onwaarschijnlijker maar daarmee nog niet onmogelijk).
Voorbeeld B zou naar alle waarschijnlijkheid op een hoge mate van "failure-demand" en "waste" duiden om in de termen van John Seddon te spreken.
Dan zou ik om de wachtlijsten eens in een ander perspectief te plaatsen de situatie van ex. A met een wachttijd van gemiddeld 12 weken verre prefereren boven die van ex. B met een wachttijd van gemiddeld 2 weken.
Verder is het natuurlijk zo dat jeugdzorg een deel van zijn cliëntele uit zal zwaaien omdat men uitbehandeld is terwijl een ander deel op hun verjaardag naar een volgende zorginstantie wordt doorgeschoven. En in dat geval moet je dus ook over de schutting kunnen kijken om de resultaten van je eigen handelen te kunnen beoordelen.
Stel je voor dat je dergelijke gegevens samen met variabelen als frequentie en aard van behandelcontact in grafiek zou kunnen weergeven en wat een schat aan zinnige en leerzame informatie dat op zou kunnen leveren.
Helaas tussen de overdaad aan cijfers en statistieken waar we bijna dagelijks onder bedolven worden zie ik zelden of nooit cijfers of tabellen van dergelijke informatieve aard.
Mijn verwijt: we laten ons teveel door mangementideeën en bijbehorende kretologie ringeloren en verliezen daarbij steeds vaker het zicht op de essentie van de zorg; veel energie gaat verloren aan het halen van zinledige targets, het najagen van nietszeggende certificeringen die geen enkele kwaliteit aan de praktijk toevoegen, het op verkeerde zaken als wachtlijsten focussen en zo meer.
Mijn suggestie: laten we met die onzin stoppen en onze aandacht proberen richten op de zaken die er toe doen. Ga eens te rade bij het "systeemdenken" in navolging van Deming, Ono en Seddon (de nederlandse Vanguard site)
Mijn oproep: managers in de zorg en dienstverlening, jeugdzorg, gehandicaptenzorg, psychiatrie, ziekenhuizen, welzijnszorg en 'what have you', maak en publiceer eens een capability-chart of vermogensgrafiek m.b.t. uw werkterrein en de vragen en behoeften van uw cliëntele, bezie in overleg met uw personeel eens in hoeverre u daaraan kunt en wilt voldoen en school en bemonster uw personeel overeenkomstig.
En wanneer u deze raad serieus opvolgt, kan dat, dunkt me, sommige managers een enorme aha-erlebnis bezorgen als ze voor het eerst inzien waar het werk nu eigenlijk over gaat en om draait.
De raad voor de kinderbescherming doen niet aan waarheidsvinding....onderzoeken gebasseert op feiten...daar komen ze officieel en in het openbaar vooruit...dat is al de eerste fout want sinds wanneer hoeft Justitie niet aan waarheidsvinding te doen? de ouders plegen toch ernstige misdrijven..dus waarom word er dan geen aangifte gedaan bij de politie zodoende er een mandaat ligt? Ondertussen mag de verdachte pedofiel Joris demmink gewoon blijven werken bij Justitie...we verneuken onze hele jeugd dus onze toekomst. rken maar dat we straks zitten met een hele genaratie die niet hun echte ouders kennen en de PAS syndroom hebben opgelopen en de ouders het PTTS.
ReplyDeleteHallo Edwin, Dit klinkt als een reactie van een verontwaardigde vader die zijn kind(eren) niet mag zien? Ik zie dat hier een groot maatschappelijk probleem ligt m.n. in de communicatie en samenwerking danwel tegenwerking tussen ouders, kinderbescherming, justitie, jeugdzorg en pollitiek; ik heb daar echter inhoudelijk niets over te zeggen omdat ik er te weinig van weet.
ReplyDeleteHet PAS-syndrooom is ook een geheel nieuwe term voor mij maar even gegoogled en dan wordt er wel iets duidelijk; zelf zou ik in dergelijke gevallen eerder denken in termen van bv.hechting, loyaliteit en cognitieve dissonantie.
Mijn bedoeling met een aantal stukjes in dit Blog, en ik hoop dat die algemene lijn er ook wat doorheen klinkt, is om vooral werkers, op alle niveaus in de zorg te verleiden tot het nadenken over en het onderling ter sprake brengen van de aard en de essentie van het werk in de onderscheiden takken van zorg. En dat in de hoop dat dat uiteindelijk tot een betere en intilligenter geörganiseerde praktijk van die zorg zal leiden.
Zelf ben ik werkzaam in de gehandicaptenzorg. Dick