Wednesday, March 30, 2011

Veranderende moraal

Heb ik, terwijl het daar nu juist zo van toepassing was, in 'Andere tijden!' toch helemaal nagelaten om de lijfspreuk van ons aller Bredero nog eens te memoreren! Nou ja een volgend keer beter.

Dat de tijden veranderen is zonneklaar. De vraag is dan telkens weer of die andere tijd al dan niet veranderingen ten goede met zich mee brengt en dat is zelden een simpele en eenduidige vraag.
De zogenaamde seksuele revolutie biedt een aardig schoolvoorbeeld van hoe zo'n schijnbaar eenvoudige vraag een hele serie complexe en soms onvoorziene verbanden met zich meebrengt.



Wat behelste die seksuele revolutie dan?

Om dat even wat in perspectief te plaatsen hier twee citaten uit het hoofdstuk 'Gezinsgeschiedenis en gezins ideologie' van historisch pedagoog H.Q. Röling:



Voor een wat meer ontspannen houding tegenover seks, zoals die in de twintigste eeuw geleidelijk algemeen geworden is, zijn een aantal factoren van belang geweest; bijvoorbeeld het beschikbaar worden van voorbehoedmiddelen (met de invoering van de pil in de jaren zestig als duidelijke stroomversnelling) en het stijgen van de levensstandaard, waardoor er veel minder duidelijk een proletariaat was, waarin men kon terugzinken. Stand ophouden had langzamerhand geen zin meer. Mede daardoor kon men de strikte regels openlijk laten vallen. De zelfbeheersing was zozeer in alle lagen van de bevolking doorgedrongen, dat opgelegde ascese onnodig was geworden. De reactie daarop lijkt weer naar de andere kant door te slaan: in de twintigste eeuw werd het cultiveren van een minder exclusief mongaam seksueel gedrag een kenmerk van het openbare leven.





Naast het voorbeeld van film en tv is de laatste honderd jaar sprake van gerichte propaganda voor een positieve waardering van de seksualiteit, waarvoor in vele landen een beweging voor seksuele hervoming georganiseerd is. Deze organisaties kregen steun door het verbreid raken van ideeën over de schadelijke gevolgen van onderdrukking van seksuele gevoelens, zoals in de psychoanalytische theorieën. Dat leidde uiteindelijk tot een 'seksuele revolutie' in de jaren zestig, die er voornamelijk uit bestond dat er veel over seks gesproken werd en wel steeds in die zin, dat mensen in het algemeen problemen met remmingen op dit punt hadden.


(blz. 55 in 'Geschiedenis van opvoeding en onderwijs' onder redactie van B. Kruithof .e.a.)

Dat lijkt me een mooie compacte schets van de achtergrond waartegen we die zogeheten seksuele revolutie kunnen beschouwen.

Maar zijn we nu beter af na die seksuele revolutie of niet?
Ik zou toch zeer nadrukkelijk zeggen van wel. Moge het zo zijn dat we in het dagelijks leven in dit huidige tijdsgewricht aanzienlijk rustelozer en jachtiger zijn geworden en we navenant vaker last van korte lontjes lijken te hebben, onze houding tegenover seksualiteit lijkt toch duidelijk meer ontspannen te zijn geworden. Ik veronderstel dat de meeste mensen die deze veranderingen aan den lijve ondervonden en in de geest doorleefd hebben het wel zullen kunnen beamen dat dit aspect van het menselijk bedrijf nu, door de bank genomen, toch vrijmoediger, vollediger en vrijwilliger beleefd en genoten kan worden dan toen. Uiteraard zijn daar ook wel wat kanttekeningen bij te plaatsen, hetgeen dan her en der ook gebeurt en ook altijd zal blijven gebeuren. Seksualiteit is geen afgebakend gebied, doordrenkt alle andere terreinen van het leven en seksuele moraal en seksuele mores zullen ten alle tijden zowel op collectief als op persoonlijk vlak opnieuw hereikt of heruitgevonden moeten worden. Maak je borst dus alvast maar nat, daar zijn we voorlopig nog effe niet over uitgepraat!

De 'Andere tijden' uitzending 'Ruimte voor de pedofiel' is een terugblik op zo'n hereiking waar we met de geest en de kennis van nu terugkijken op de zich ontwikkelende opvattingen en praktijk van toen. Ik denk dat Henk Krol in die uitzending de spijker op de kop slaat als hij zegt dat het erg dom en naïef was om in de schuimende geestdrift van voortrollende emancipatiegolven de eigenheid en het belang van het kind zomaar geheel en al over het hoofd te zien.
Herman Baartman aanvaardde overigens in 1988 als eerste en enige een bijzondere leerstoel om zich bezig te houden met zaken als mishandeling en seksueel misbruik van kinderen. (voor geïnteresseerden hier zijn afscheidsrede in 2005)

Een wat andere maar toendertijd niet ongehoorde oliedomme en naïeve uitschieter in een overijverige poging om onszelf over oude remmingen heen te zetten, staat me nog bij uit de 70-er jaren, omdat het mij als nogal merkwaardig trof. Toen wilde het nog weleens gebeuren dat één der echtelieden, uit het zogeheten progressieve milieu, zomaar in een schier onbedwingbare behoefte aan openheid en het blootleggen van het eigen gevoelsleven de partner en naaste omgeving en een ieder die het maar wilde horen zonodig moest bekennen het ook met een ander te doen. Dat werd dan veelal gelardeerd met een beroep op spontane gevoelens en gevoeligheden die toch niet ontkend of genegeerd konden worden; wel enigszins vergelijkbaar met de manier waarop we nu in toenemende mate horen dat niet wij het zijn maar ons brein dat ons gedrag dicteert. De onbenullige en wat tragi-komische reactie van de omgeving luidde dan meer dan eens: wat goed van je zeg, dat je daar zo open en zo eerlijk voor uit durft te komen! Waarbij de gevoelens van de andere (bedrogen) partij dan minder interessant leken en die ook nog eens te horen kon krijgen: wat goed van jouw Karel of Truus dat ie/ze ....!
Want het moest toch vooral allemaal maar kunnen vonden we toen en hoeveel er op dat gebied dan kon moest nog een beetje ontdekt worden door de culturele voorhoede.

Maar teveel belangstelling voor de mores en de moraal van toen leidt natuurlijk wel de aandacht af van de mores en de moraal van nu. Ik ben toch wel benieuwd hoe men over 30 jaar zal terugblikken op de moraal van vandaag de dag en wat men daar dan weer onbegrijpelijk dom en naïef aan zal vinden? Welke al dan niet moraalridder kan zich daar al iets bij voorstellen?

Tja ... 't kan verkeren ... zullen we Bredero dan toch maar weer eens nazeggen.



P.S. Ruim 20 jaar geleden schreef ik eens een scriptie onder de titel 'Seksueel verlangen' en herinner me dat ik toen nogal wat moeite had met de nieuwe spelling en dat ik de 'X' telkens weer moest veranderen in een 'KS'; geen ponem en een stuk minder sexy, vond en vind ik. Al die veranderingen, die nieuwigheden en die malle fratsen toch ook altijd. Maar goed, ik moet bekennen dat het toch wel enigszins begint te wennen.
Schreef Yvonne Kroonenberg niet ooit: 'Alles went, behalve een vent'?

Thursday, March 24, 2011

Moraalridders spreken zich uit

Gisteravond besteedde Uitgesproken EO bij monde van hun moraalridders aandacht aan de (on)menselijke zorg in ons land. Dit in de thema-uitzending 'Brandon & Alex, en hoe nu verder?'.
(Henk50, dank voor de tip!)

Deze uitzending beantwoordt als aanzet in redelijke mate aan het idee dat mij voor ogen stond toen ik in 'Brandon en de moraalridders' opriep om ons met z'n allen eens wat meer zorgen om de zorg te maken.



De uitzending stelde, dunkt me, op heldere wijze de menselijkheid in en van de zorg aan de orde. In de woorden van de vertegenwoordigster van de politiek zou dat een zorg moeten een zijn van 'een arm om je heen' en 'geen dwang en drang tenzij'.

De kracht van deze uitzending was wat mij betreft in een notedop:
Er werd niet op incidenten gefocust maar er werden vollediger verhalen verteld en belicht.
Er werd niet alleen verontwaardigd benoemd wat niet goed zou gaan maar ook aangegeven en getoond hoe het ook kan.
De inbreng en de rol van ouders werd serieus genomen; niet alleen als belanghebbende partij maar ook als deskundigen.
Als werker in diezelfde zorg was het ook prettig en bemoedigend om te zien welke professionele deskundigheid er toch ook aanwezig is in ons land. In dit geval was dat ondermeer in de persoon van Gijs van Gemert, van Chantal Rood en Lowie Feenstra ut het vaste team begeleiders rond Alex, van psychiater Andies Korebrits en van crisiscoach John Willemsen. Allemaal ter zake deskundigen die de soms wat kort-door-de-bocht vragen en ideetjes waar nodig konden nuanceren.
Wellicht kwam de vraag waar de grenzen van de zorg liggen wat slecht uit de verf op het gevaar af dat we gaan denken dat onverteerbaar moeilijke situaties ten alle tijden vermijdbaar zouden zijn en zo ze zich toch voordoen er dus zondebokken aangewezen moeten worden. Zogenoemde vastgelopen situaties zullen zich wel altijd blijven voordoen en laten zich niet even op afroep vlottrekken maar vragen veel inzet, geduld, expertise en middelen.
Gelukkig kwam in dat verband wel expliciet de vraag aan de orde wat wij dan voor een menselijke zorg over hebben en waar wij in dat opzicht de grenzen willen leggen.
Ik denk dat we met een paar F16's of de gezamelijke bonussen van het Nederlandse bedrijfsleven wat dat laatste betreft een heel eind zouden kunnen komen.



Tot zover chapeau voor de moraalridders en de EO; en dan nu, zou ik zo zeggen, deze draad niet loslaten of kwijtraken maar hem verder oppakken en volgen.
Dan vragen uiteraard ook de ouderenzorg en de jeugdzorg, waar de misstanden en ongewenste situaties, al spreken ze mogelijk wat minder tot de verbeelding, toch vrijwel zeker niet minder talrijk zullen zijn, om een vergelijkbare benadering en screening.



De interviewers waren ook af en toe wel wat erg graag en iets te voortvarend met suggestieve vragen als: en hoe bestaat het dat iets nu en daar opeens wel kan? over zaken die nog moeten plaatsvinden en zich eerst nog maar eens moeten bewijzen.
Maar dat mag em de pret niet drukken en laat onverlet dat het een zinnige en informatieve uitzending was.

Wednesday, March 23, 2011

The times they were a-changin'

De Dylan-song The times they are a-changin' mag toch wel de archetypische en prototypische protestsong bij uitstek heten. Een wervende en strijdvaardige tekst op een wat stuwende driekwartsmaat. Het strijdlied voor verandering!



Maar evenals nostalgie is het fenomeen protestsong toch ook niet helemaal meer wat het geweest is, als Dylan zelf dit nummer al in The White House ten gehore mag komen brengen.

Ik heb het nog niet in het Arabisch mogen horen; inmiddels wel in het Japans.

In Andere tijden gaf ik enkele YouTube links naar covers van dit nummer van de maestro. Maar dat waren er slechts zeven en er blijken er toch nog wat meer te zijn.
Wat te denken van: Bruce Springsteen, Marco Magnani, Sinead O'Connor, Brandi Carli, Odetta, James Taylor & Carly Simon, Billy Joel, Tracy Chapman, Richie Havens, Me First and the Gimme Gimmies, A Whisper in the noise, Herbie Hancock with Kristina Train, Don Henley, Beach Boys, the Hollies, the Seekers, Roy Buckley, Phil Collins, Bryan Ferry, Blackmore's Night, Chelsea Staub and Jake Johnson, Eddie Vedder, The Blackstones, Runrig, Simon and Garfunkel, Tommy DeSare's, Barbara Dickson, Paula Darwish of Ryan Bingham.
Ook te beluisteren in acapella of op de piano of op de ukelele of op de autoharp of door een paar Italiaanse donne of tijdens college of in de kerk.

En vast nog veel meer maar ik vind het wel even genoeg zo, want ik krijg het heen-en-weer van al dat opzoeken en uitzoeken en plakken en knippen; alsof ik postzegels of voetbalplaatjes spaar en inplak.
Daarbij ik zit toch steeds maar met een bepaald liedje in mijn hoofd.

Met dank aan de firma YouTube

Sunday, March 20, 2011

Andere tijden!

Het elan van de veelgeroemde 60-er jaren (mijn tienerjaren) werd begeleid en kracht bijgezet door ondermeer de klanken van Bob Dylan die zong: The times they are a changin'.

Nou ja, zong .. zong ..? Zingen was nu niet de sterkste kant van dit fenomeen wiens teksten ik in die tijd aanhoorde en zo ongeveer als mijn nieuwe bijbeltje trachtte te doorgronden. De ware en schone zangkunst was overigens beter toevertrouwd aan zijn goede artistieke vriendin en bondgenote qua sociale en politieke opvattingen Joan Baez of aan bv. de gospel-zangeres Merry Clayton. Of aan een van de vele anderen die dit nummer ten gehore brachten zoals the Byrds, Peter, Paul en Mary, Nina Simone of Josephine Baker om er maar een paar te noemen.

In ons land was het Boudewijn de Groot die als exponent van dat nieuwe elan in vertaling zong: want er komen andere tijden!



En zo is het en niet anders; want er komen altijd andere tijden; dat is onvermijdelijk zolang de tijd niet stilstaat en van alle tijden.
Wat toen echter kenmerkend was, was dat een verandering zo breed- en vooral ook jonggedragen als noodzakelijk gevoeld, gewenst en besproken werd. De oude autoritaire, vastgeroeste, maatschappelijke constellatie en verhoudingen werden door grote groepen in de vrije westerse wereld als knellend en benauwend ervaren. (bezie eens de overeenkomst met andere delen van de wereld nu) Er moest en zou een nieuwe wind gaan waaien. In het project van de wederopbouw in Noordwest-Europa was een zekere mate van welvaart voor allen bereikbaar en in opmars. De arbeider kon een koelkast, een televisie en zelfs een auto kopen en op vakantie gaan. Het was tijd om niet uitsluitend oog voor onze welvaart te hebben maar ook voor het welzijn en het welbevinden van een ieder.

Het oordeel over wat mijn generatie daar vervolgens in loop der tijd van gebrouwen heeft is uiteindelijk aan de huidige en komende generaties; ik was daar niet ten alle tijden onverdeeld enthousiast over.
Maar er braken wel degelijk andere tijden aan. De zogeheten seksuele revolutie ontvouwde zich. Emancipatie, persoonlijke ontwikkeling en individuele vrijheid waren nieuwe waarden die hoog in het vaandel kwamen te staan waaraan redelijk plotseling bijna al het andere werd afgemeten.



Nu is 'Andere tijden' toevallig ook de titel van een meestal zeer onderhoudend televisieprogramma waarin gebeurtenissen, toestanden en opvattingen uit vroegere en dus andere tijden nog eens herbelicht worden.
Gisteravond ging de uitzending van deze 'Andere Tijden' over de gangbare houding tegenover pedofilie in het Nederland van 30 jaar geleden. Zeg maar in die tijd ik nog de maar helft van mijn huidige leeftijd bereikt had en we allemaal nog banger waren voor het rode gevaar dan voor de islam.
Daar ik mij op het moment van deze uitzending in een restaurant bevond om daar samen met een vriend een maaltijd te genieten, moest ik de uitzending missen.
Maar gelukkig is een van de zegeningen van dit internet ook de site 'Uitzending Gemist', dus kan ik het alsnog zien. Kijkt u eens even mee als u het ook gemist mocht hebben:

Andere Tijden Ruimte voor de pedofiel



Ja, dat waren toch wel even heel andere tijden, nietwaar?

Tuesday, March 15, 2011

Journaal gisteren en krant vandaag

Gisteravond ging het NOS-journaal uiteraard grotendeels over de dreigende kernramp in Japan.
Een dreigende kernramp die direct op die andere vernietigende ramp van de tsunami volgt. Juist in dat land waar men al eens ondervonden heeft hoe destructief nucleaire kracht en straling kan zijn. Vorig jaar herdacht de wereld dat het 65 jaar geleden was dat de bommen boven Hiroshima en Nagasaki gelost werden.

Get Microsoft Silverlight
Of bekijk de flash versie.

Volgend op de Japan-berichtgeving hoorde ik Angela Merkel een grootscheeps veiligheidsonderzoek aankondigen voor de Duitse kerncentrales en het opschorten van de beslissing kerncentrales langer open te houden.
Daarbij dacht ik en zei ik nog tegen mijn meissie: dat lijkt toch weer typisch op die voortvarende gründlichkeit van onze oosterburen, ik ben benieuwd hoe wij dat in dit land gaan aanpakken.

Vanmorgen las ik in de Volkskrant het volgende antwoord van Arnon Grunberg in deze Voetnoot:



Nucleair afval

De ramp in Japan heeft de discussie over kernenergie in Duitsland nieuw leven ingeblazen. Zelfs een CDU-minister, Norbert Röttgen van Milieu, noemde kernenergie 'een tijdelijke brugtechnologie,' schreef Merlijn Schoonenboom gisteren in de Volkskrant.

In Nederland is van zo'n discussie weinig te merken. Daar gebeurt zoals bekend alles vijftig jaar later, als het al gebeurt.

De Süddeutche Zeitung drukte een commentaar af onder de kop 'Het blinde geloof in de techniek'. De kerncentrales in Japan waren gebouwd om een aardbeving met de kracht van 7,75 te doorstaan. Met een aardbeving met de kracht van 9,0 had niemand rekening gehouden.

De Deense kunstenaar Michael Madsen maakte een documentaire getiteld Into Eternity over een opslagplaats in Finland voor nucleair afval. De moeite waard. Madsens film maakt duidelijk dat wat de mensheid achterlaat op deze aarde niet Beethoven of Sophocles zal zijn, maar nucleair afval.

Voor de gemiddelde PVV'er een geruststellende gedachte.

Arnon Grunberg

Zou ie daar nog eens gelijk in kunnen krijgen, die Grunberg?

In diezelfde krant overigens een alleraardigste Sigmund over een onderwerp dat op dit Blog weleens ter sprake kwam:



En op de sportpagina's (die ik hooguit scan en nooit lees) dan breeduit deze kop:


Als Cruijff iets zegt, is iedereen enthousiast


Deze kop behoeft toch enige rectificatie en zou wellicht kunnen luiden:


Als Cruijff iets zegt, is bijna iedereen enthousiast


want wat Cruijff zegt zal mij toch werkelijk en waarachtig worst wezen!

Dat was veertig jaar geleden al het geval toen ik als toerist op Ibiza, zodra het duidelijk werd dat ik Nederlander was, regelmatig met buitengewoon enthousiasme gepolst werd over wat ik dan van 'Crouiff' wist of vond. En dat is nu nog het geval. Helaas kon ik dat Spaanse enthousiasme niet delen en moest een antwoord veelal schuldig blijven.
Nu hebben die Spanjaarden inmiddels wel enige reden om een beetje enthousiast over Cruijff te zijn; zij hebben de mooie uitdrukking 'en un momento dado' aan hem te danken.
Welke voetballer kan hem dat nazeggen?

Thursday, March 10, 2011

Zomaar uitgesproken?

Kreeg ik laatst als reactie op .....? toch zo'n nette brief van de EO waarin ze zeggen dat Uitgesproken EO graag vervolgvragen wil blijven stellen en een bijdrage wil leveren aan een zinnige discussie over de regels en normen voor een humane zorg; roept Tijs van den Brink opeens dat ie in de buurt van WNL en de VARA nu toch echt helemaal uitgepraat is!
Begrijpt u daar nu iets van?

Wednesday, March 9, 2011

Aswoensdag

Carnaval is weer voorbij en de, zeg maar, katholieke ramadan kan beginnen.
Tijd voor wat soberheid en bezinning.
Dan moet het vandaag dus aswoensdag zijn!

Monday, March 7, 2011

Is het leuk?

Leuk ... hoe bedoelt u?
Oh ... of er ook nog wel eens wat te lachen valt in dat vak van mij?
Ach, vandaag hoorde ik nog een cliënt zeggen dat ie ergens voor op de waslijst stond.

Sunday, March 6, 2011

Knuffelende tijgers?

Evenals de avond daarvoor ook gisteravond weer eens kassie gekeken en daar zag ik alweer Ghislaine Plag op de buis. Nu als presentatrice en gespreksleidster van het programma 'Rondom 10'.
Knuffelmoeders of tijgerouders? was het thema van deze uitzending en de vraag luidde: zijn kinderen er meer gebaat bij om gedrild of om geknuffeld te worden?



Het gaat dan met name over schoolse taken, leerprestaties en opleidingskansen. Dit in het licht van het verplicht stellen van de CITO-toets en het toenemende gewicht waarmee deze toets op het dagelijks leven en de gemoedstoestand van het hedendaagse schoolkind lijkt te drukken. Daarbij wil de minister van onderwijs ook een toets voor middelbare scholieren instellen.

Wat (hoewel het centrale punt) naar mijn smaak toch iets onderbelicht bleef in de discussie is dat kinderen natuurlijk helemaal niet gebukt hoeven te gaan onder een test en dat de belasting, druk en spanning die kinderen i.v.m. de CITO-toets nu dan blijken te moete ondergaan bovenal een direct en logisch gevolg is van het belang en het gewicht hun omgeving (hier vooral ouders en leerkrachten) eraan hecht en het bijbehorende circus, met alle toeters en bellen, daar rondom.
Volgens mij is het dus ook zeer wel mogelijk om meer te toetsen (zoals iemand bepleitte) met minder druk daarop.



Het nieuwe jargon van deze aloude hard-zacht discussie was dus tijgerouder of knuffelmoeder en drillen of knuffelen en enigzins verrassend aanrommelen. Veelgehoorde termen in de discussie waren pushen en stimuleren. Volgens sommigen moet je wel wat pushen in belang van de ontwikkeling van het kind terwijl dat voor anderen juist taboe is omdat dat een gezonde ontwikkeling zou belemmeren.
Een voortdurende en zinnige discussie die natuurlijk pas handen en voeten krijgt als we de termen wat concreter invullen.
Wat de ene opvoeder stimuleren noemt zal voor de ander pushen heten en vice versa.
Wat voor het ene kind als stimuleren voelt zal voor het nadere kind als pushen voelen.
Kinderen kunnen verschillende behoeftes hebben en wat voor het ene kind goed is hoeft niet goed te zijn voor een ander kind. (Roept wel enige herinneringen aan mijn eigen schoolcarrière op)

Volgens mij zijn kinderen vooral gebaat bij voldoende knuffelende tijgers om hen heen!

Saturday, March 5, 2011

Ja, terug .. en dan?

In de verkiezings- en voor-de-bühne retoriek riepen Wilders en Rutte bijna in koor dat ze ons ons land gaan teruggeven.
Limburg aan de Limburgers, Friesland aan de Friezen en Nederland aan de Nederlanders!
Dat mag toch wel heel bijzonder heten, vindt u ook niet? Toen Rutte dit deuntje met Wilders mee begon te kwaken riep dat zelfs in ons land toch wel wat verwondering en reactie op.



Je zou je gaan afvragen wie nu dan Nederland bezet houdt of verstopt heeft.
Ghislaine Plag begon de NCRV-uitzending 'Altijd wat' gisteravond dan ook met die vraag.
In 'Uitgesproken VARA' liet Jan Tromp de Belgische journalist Ives Desmet ook hierover aan het woord die in weerwoord op een andere uitspraak van onze kersverse jonge, energieke en immer optimistische premier zei: 'alles is beter dan Hollandse toestanden'.



Die kunnen we dan weer in onze zak steken!; zou ik zo zeggen. Zij hebben trouwens mooi makkelijk praten daar in het zuiden; die Belgen hebben hun gebieden allang terug van ons.

Maar voor we ons met z'n allen op de vraag werpen wie dan wel ons land gekaapt zou hebben en hoe het weer terug te krijgen heb ik toch nog even een ander vraagje:
Weten we dan al wat we met dit landje van plan zijn en wat we er eens mee zullen gaan doen als we het onverhoopt zomaar weer terug zouden krijgen?

Thursday, March 3, 2011

Help, een paradox!

Het leven, zo weten wij inmiddels wel, zit vol paradoxen.
En zo is dat dus ook in mijn werk.

En wat dat betreft vind ik één van de meest in het oog springende toch altijd die ene, die mij bekend is als 'de paradox van de hulpverlening'.
Nu is hulpverlenen op zichzelf al een wat merkwaardige, dubieuze danwel paradoxale bezigheid omdat een goede en professionele hulpverlener er op uit hoort en zegt te zijn om zichzelf overbodig te maken. Ik doel hier echter niet op die doelstelling maar op de manier waarop dat doel, naar verluidt, het beste benaderd en bewerkstelligd zou kunnen worden.



Het heet dan te zijn dat men in de hulpverlening een maximale nabijheid aan een maximale distantie moet trachten te paren. Ofwel combineer een zo groot mogelijke mate van betrokkenheid met een zo groot mogelijke mate van objectiviteit.
Ga daar maar eens aanstaan!
Mijn collega's en ik mogen dat elke dag weer proberen.

Dit raakt direct aan begrippen of noties als Expressed Emotion, een affectief bewuste benadering en affectief neutraal reageren.
Soms kan de indruk gewekt worden als zouden betrokkenheid en objectiviteit als communicerende vaten werken; des te hoger de één des te lager de ander. Dat zou in verscheidende instanties ook het geval kunnen zijn, maar het appel dat wel bekend staat als de paradox van de hulpverlening veronderstelt toch echt dat beiden (nabijheid en distantie) zich met de nodige kennis, ervaring en inzicht laten vergroten en verdiepen.

Ik denk ook dat dat wel degelijk mogelijk is. Voor mijn gevoel gaat het over iets dat zich niet altijd makkelijk in woorden laat vangen maar desondanks wel vaak heel tastbaar is voor werkers in de zorg en cruciaal voor de kwaliteit van die zorg. De grote vraag is echter hoe we op de werkvloer de kennis en de ervaring kunnen opdoen en uitlokken om zowel een maximale nabijheid als een maximale distantie gestalte te geven en de paradox te ontmantelen.
Volgens mij zijn een aantal huidige ontwikkelingen in de zorg als de protocollisering, vele vormen van standaardisering van verslaglegging en het verwarren van certificering met kwaliteitsverbetering e.d. daar veelal maar weinig behulpzaam bij of (paradoxaal genoeg?) soms zelfs ronduit contraproductief.



Even googelen op 'paradox van de hulpverlening' leert me dat ook de spagaat 'kracht en kwetsbaarheid' danwel 'controle of beheersbaarheid en kwetsbaarheid' als een paradox binnen de hulpverlening gevoeld en benoemd worden. Vind ik ook wel een paar hele mooie en die zullen ook de nodige stof tot nadenken bieden.
Beheersen en/of kracht tegenover laten zijn en laten zien.


Leve de paradox!

zou ik zeggen, zolang die ons tot nadenken en nuancering dwingt, ons verder doet kijken dan onze neuzen doorgaans lang zijn en ons ietsje voorbij de gangbare kretologie laat zoeken.

Zei één der vroegste dichters des Vaderland niet ooit al, lang voordat woorden als dialectiek en paradox in het woordenboek der Nederlandse taal werden bijgeschreven: 't kan verkeren!

Wednesday, March 2, 2011

Het rode potlood

Vandaag gewoontegetrouw mijn democratisch recht (of was het nou een plicht?) weer eens uitgeoefend.
Aan deze oproep

gehoor gegeven en het rode potlood

ter hand genomen om op een niet onaanzienlijk velletje papier

weer eens een hokje mooi rood te kleuren.


Ik mocht dus voor een lid voor de Provinciale Staten van Noord-Holland stemmen in de hoop dat die mijn mening en mijn belangen daar zal vertegenwoordigen.
En zo hebben u en ik, wij, het volk, het toch maar mooi voor het zeggen.

Ik heb gestemd in de richting van mijn politieke kleur om mij moverende redenen.

Leve de democratie!

Maar ik weet eerlijk gezegd niet welke zaken er in mijn provincie spelen en welke partijen daar welke posisities over innemen. De dames en heren politici en de media lijken ook nauwelijks enige poging gedaan te hebben mij daar enige helderheid over te verschaffen. Alles wat mij in verband met deze verkiezingen ter ore of onder ogen kwam had langs de route van de Eerste Kamer met de overlevingskansen van de huidige regeringsplannen te maken.
Steeds vaker hoor je pleiten voor het afschaffen van die Eeerste Kamer en nu klinken er ook al geluiden als zouden de Provinciale Staten een volkomen overbodige bestuurslaag vormen waar weinig aan verloren zou gaan als we die zouden afschaffen.
Dat eerste lijkt mij zeker geen verstandig idee, dat laatste wellicht wel; maar wie moeten de leden van de Eerste Kamer dan kiezen?