Saturday, September 29, 2012

Doe eens normaal (5) morele imbeciel of?

Zoals gezegd plaatst van Hintum de morele imbeciel en de psychopaat-light (die je als toppoliticus, militair, professor en geslaagd zakenman overal tegenkomt - blz. 59) op het uiteinde van een spectrum. En op dat spectum bevinden wij ons dan allemaal ergens. Nu zullen de meeste van ons niet de ultieme zenuwpees of de meest onvervroren koele kikker zijn. De normale verdeling (of de Bell curve) wil dat het gros van ons zich daar een beetje tussen beweegt.
Behalve dat ze gevallen als die van Donta Page de revue laat passeren en met Simon Baron-Cohen erkent dat de psychopaat-light overal is, laat van Hintum ook de andere kant van de zaak niet onbelicht:
De koelboedigheid die een bepaald type psychopaten zo eng maakt, kan in andere gevallen juist heel goed van pas komen. Aan een mijnenopruimer of een gevechtspiloot die trilt als een rietje hebben we helemaal niets. En een chirurg die opereert in ooorlogsgebied kan ook maar beter 'stalen zenuwen' hebben.
Aan psychopathie gerelateerde eigenschappen die in de ene context negatief uitpakken, kunnen in andere dus juist nuttig zijn. Het is daaarom zinloos iemand een negatieve beoordeling te geven op grond van één of enkele scores op een rijtje neurobiologische kenmerken voor een gedragstoornis. Met zulke gegevens kun je niet anticiperend of preventief aan de slag, omdat je ze door hun contextafhankelijkheid niet een-op-een kunt vertalen in schadelijk gedrag. Bovendien zijn risicofactoren niet exclusief voor een bepaalde aandoening. Een asymmetrische hippocampus vind je bijvoorbeeld behalve bij psychopaten ool bij heel veel mensen zonder psychopathie. Vaders en moeders van adolescenten die het lijstje van psychopathische kenmerken doornemen, zullen daarin - vermoedelijk tot hun schrik – allerlei beschrijvingen vinden die van toepassing zijn op het gedrag van hun kinderen.
Ja, hoe beoordelen we iemand in morele zin op grond van fysiologische en psychologische kenmerken, die we als het even kan zo graag het aureool van objectiviteit (en ergo meetbaarheid) meegeven? Dat lijkt me hier dan even de hamvraag en wie het weet mag het weer zeggen!
Jim Fallon, bijvoorbeeld lijkt me het levende bewijs dat enige prudentie hier toch zeker op z'n plaats is. Het is overigens zondermeer interessant om eens te bedenken over welke soort kenmerken we dan menen te spreken en wat die ons dan zouden kunnen zeggen. Een hardnekkig waanidee en misvatting als zou je een 'pedofiele afwijking' van een hersenscan af kunnen lezen werd door van Hintum vooralsnog naar het rijk der fabelen verwezen (blz.29).
Zelf ging van Hintum in het hoofdstuk Biologie of boze buitenwereld toch vooral uit van het kenmerk hoe je scoort op de mate van gevoeligheid van ons biologisch stresssysteem met alle neurologische en biochemische implicaties daarvan. Maar in alle discussies over dit onderwerp, en dus ook hier, wordt al rap en onvermijdelijk het empathisch vermogen als een belangrijk kenmerk genoemd. Nog even terzijde: Als we het over persoonlijkheidskenmerken hebben stuiten we al gauw op de welbekende 'Big five'. (hier te vinden op Wiki in het Nederlands of in het Engels) Nu zijn openheid, nauwgezetheid, extraversie en emotionele stabiliteit natuurlijk geen 1-op-1 graadmeters van moraliteit al kunnen ze er soms wel mee verward worden. Agreeableness of goedaardigheid lijkt daar nog het dichtst bij te komen maar er nadrukkelijk toch weer niet mee samen te vallen.
Nu bestaat er, juist met het oog op dat gegeven, een sterk vergelijkbaar model waar nog een zesde dimensie aan toegevoegd is om ook moreel of pro-sociaal gedrag in de beschrijving van de persoonlijkheid mee te nemen. Te weten de dimensie Honesty - Humility Dat is het HEXACO-model. (hier op Wiki of eigen site) In het Wiki-artikel wordt als tegenhanger van Honesty - Humility (of Agreeableness in the Big Five) de Dark Triad genoemd. Deze duistere drieslag omvat dan psychopathie, Machiavelliaans of manipulatief gedrag en narcissisme. In deze combinatie ontstaat dan het beeld van het destructieve gedrag waarvan ondermeer in dit stukje over de morele imbeciel (2) gewag wordt gemaakt.
Het blijft toch maar oppassen geblazen dat we mensen niet te licht en argeloos op grond van een paar (scores of traits op) kenmerken of traits te be- danwel veroordelen.

Tuesday, September 25, 2012

Doe eens normaal (4) morele imbeciel

Malou van Hintum kent, in haar verhandeling over de zin en onzin van psychiatrische diagnoses, ons biologisch stresssysteem, met als belangrijk schakelpunt daarin de vecht- of vluchtrespons, een belangrijke en centrale rol toe. Dat lijkt mij niet onterecht. Wanneer we vanuit dat perspectief de zaak bezien, zien we aan één kant van het spectrum mensen die bij het minste geringste in de stress schieten en te snel, te vaak en te veel stress ervaren; terwijl we aan de andere kant lieden zien die zo ongeveer door niets van hun stuk en hun eigen wijsje, dat gaat van 'ik, ik, ik, want ik wil, ik moet en ik zal' gebracht lijken te worden. Dan gaat het over zenuwpezen en kouwe kikkers. Aan het ene uiterste van het spectrum zien we dan de neurootjes en angsthazen die bij het minste geringste in paniek raken, ineenschrompelen en ernstig van hun stuk raken. Aan het andere uiterste herkennen we dan tussen die koele kikkers daar ook de morele imbeciel.
Dat zijn de jongens die we kennen als 'antisocialen'. Etterbakjes, aso's, klootzakjes, rotzakken. Ze hebben een grote bek en een kort lontje, en soms ook losse handjes. Ze zijn onhandelbaar in de klas áls ze al naar school gaan, en ze drijven hun ouders tot wanhoop. Ze gaan om met de verkeerde vrienden, maken ruzie, trappen rotzooi, roken, drinken, stelen, liegen, intimideren, pesten, zijn agressief, mishandelen andere kinderen en dieren, en gebruikendrugs (ze doen niet per se al deze dingen, maar wel de meeste). Allemaal eigenschappen waarmee je in het algemeen geen vrienden maakt, en anders wel de verkeerde.
De volgende ruim 25 bladzijden gaan dan over antisociaal en psychopathisch gedrag waarbij dan o.a. de volgende thema's aan de orde komen: - De neurobiologische basis van het stresssysteem zoals de functionele relatie tussen de pre-frontale cortex, amygdala en hippocampus. - De meervoudige invloed van de moeder niet alleen door de overerving van haar genetische aanleg en haar rol als opvoedster maar ook doordat haar levenswandel en wat ze tot zich neemt van grote invloed blijkt op de ontwikkeling van het kind. Als er iets mis gaat, laat het zich dus maar al te gemakkelijk weer op moeder's conto schrijven. - Het belang van een veilige gehechtheid. - De vraag naar de verantwoordelijkheid en als niet zomaar te vinden is of niemand die wil nemen klinkt al snel het bekende: Eigen schuld, dikke bult. Hier wordt ter illustratie ondermeer het afgrijselijke en geruchtmakende verhaal van Peyton Tuthill en Donta Page en de reden dat hij de doodstraf ontliep ten tonele gevoerd.
Slotcitaat uit het eerste hoofdstuk Biologie of boze buitenwereld?:
Strenger straffen lijkt daarmee eerder een manier om tegemoet te komen aan de hardere roep erom dan dat het het probleem oplost waar het om gaat. Dat geldt te meer als jongeren betrekkelijk ongevoelig zijn voor de effecten van straf, en de gevangenis eerder fungeert als een leerschool voor een criminele carrière dan een plek om tot inkeer te komen. Neurocriminoloog Adrian Raine voorspelt dat toekomstige generaties met verbazing zullen kijken naar de manier waarop wij nu omgaan met gewelddadige criminelen. Net zo verbaasd als wij nu zijn over het feit dat vroeger geestelijk gehandicapten werden opgesloten en in de boeien geslagen, schrijft hij in zijn standaardwerk The Psychopathology of Crime. Criminal behaviour as a clinical disorder (1993).
<< vorige

Sunday, September 23, 2012

op = op

Het is weer op d.w.z. de vakantie zit er weer op.
Deze keer Berlijn en het eiland Rügen in het voormalig Oost-Duitsland bezocht.
Even omschakelen en morgen maar weer op naar de baas.

Thursday, September 20, 2012

Kunst- en vliegwerk rev. (23)

How one season can turn into another
See intro for info

Here is a winterscape of mine:



and here how a client turned it into a summerscape:

Tuesday, September 18, 2012

De morele imbeciel? (3)

Labyrinth behandelde het onderwerp van de geslaagde morele imbeciel in de aflevering: Zonder geweten en BBC Horizon maakte een documentaire over dit onderwerp onder de titel: What makes us good or evil met daarin het intrigerende verhaal van Jim of James Fallon.
Fallon kwam nietsvermoedend als neurowetenschapper in aanraking met de hersenscans van geweldadige psychopaten die hij als een onderscheiden groep wist te duiden. Om later tot de ontstellende ontdekking te komen dat zijn eigen hersenen een zelfde beeld lieten zien.
Hier een deel uit die laatste documentaire waarin Fallon zijn verhaal doet:



En zijn TEDtalk hierover:
met desgewenst een Nederlandse transcriptie. Zoiets vind ik toch wel bijzonder, Jim Fallon blijkt iemand met het brein en het genenpakket van een psychopaat te zijn maar niet met het ontspoorde en ontregelende gedrag waar we deze lieden doorgaans aan zouden kunnen herkennen. Zowel hijzelf als zijn naasten herkennen toch wel allerlei kenmerken en trekjes die gewoonlijk aan psychopaten worden toegeschreven. Wat in zijn geval wellicht afwijkend is, maar dan toch niet alleen ten opzichte van de morele imbeciel, is dat hij vooralsnog goudeerlijk blijft. Zijn veklaring voor de ontwikkeling van destructief psychopaat gedrag is dat daar minstens drie ingrediënten voor nodig zijn. Te weten een bepaalde genetische opmaak, een zeker afwijkend beeld van de hersenen en het ondergaan van traumatiserende ervaringen als die van misbruik, mishandeling en geweldsdelicten: Ondanks of juist vanwege zijn credentials lijkt Fallon me toch een bij uitstek betrouwbare onderzoeker en wetenschapper waar het deze materie betreft! Bepaald geen imbeciel, moreel of anderzins! Maar wel iemand met een bijzondere identiteit die iets behartenswaardigs te melden heeft. < vorige | volgende >

Sunday, September 16, 2012

De morele imbeciel (2)

De Canadese hoogleraar Robert (of Bob) Hare doet al meer dan 30 jaar onderzoek naar deze (d.w.z. de zogeheten geslaagde) moreel beperkte medemens. Hij ontwierp ook de inmiddels bekende checklisten voor psychopathie.



Samen met Paul Babiak gaf en geeft hij de nodige ruchtbaarheid aan dit onderbelichte fenomeen dat, dunkt me, toch heel wat sociaal onrecht en maatschappelijke ontwrichting teweegbrengt en dat heden ten dage in toenemende mate doet. Hiermee wordt het ook een cultureel problematisch verschijnsel in de zin dat deze ratten ... mm sorry ... geslaagde psychopathische opportunisten vaak geroemd en geprezen worden om hun doortastendheid en doelgerichtheid en we onze kindertjes niet zelden voorhouden te worden zoals deze maatschappelijk zo geslaagde lieden.
Hare en Babiak introduceren en hanteren de termen 'snakes in suits' en de 'corporate psychopath' voor de doortrapste en meest succesvolle lieden van dit slag. Zie en hoor beide heren daarover hier en hier aan het woord.

Op zijn website voorziet Bob Hare ons van de nodige informatie over psychopathie en de kwalijke gevolgen daarvan voor slachtoffers en omgeving.
De wat middelmatiger en niet volledig geslaagde liegende, bedriegende en manipulerende laaielichters en hun slachtoffers zien wij dan bijvoorbeeld met gestage regelmaat in programma's als, in ons land, TROS-opgelicht voorbijkomen.

Hare's observatie is dat de emotionele en levensontwrichtende schade die de meer geslaagde morele imbecielen ofwel the snakes in suits in hun spoor achterlaten meestal niet zo helder belicht wordt en dan nog eens niet zelden het slachtoffer zelf aangerekend wordt. In conflicten met deze lieden op de werkvloer is het dan ook gebruikelijk dat het slachtoffer het veld moet ruimen en door de achterdeur verdwijnt. (vergelijk voor de aardigheid eens even hoe wij in dit land gewoonlijk met klokkenluiders plegen om te gaan)



Aftermath: Surviving Psychopathy is een organisatie, zelfhulpgroep en website die dergelijke conflicten en de kwalijke gevolgen ervan probeert te spotten en te bestrijden danwel te temperen.
Een loffelijk streven!
Vergelijkbare Nederlandse initiatieven zijn bv. psychopatenforum of NPS Partners.
Deze lieden in dat nette pak plegen nu eenmaal uiterst onfrisse en destructieve sporen na te laten op hun pad!

< vorige | vervolg >

Thursday, September 13, 2012

De morele imbeciel (1)

De laatste tijd lijkt er behalve vanuit de wetenschap ook in de media enige belangstelling te ontstaan voor het verschijnsel psychopathie. En dan niet uitsluitend voor de geweldadige criminele variant daarvan maar ook voor de gewiekste en succesvolle variant die nu ook wel 'snakes in suits' genoemd worden. Zij vallen aanzienlijk minder snel negatief op en naar het schijnt doen ze het erg goed in hogere posities in het bedrijfsleven en de politiek en met name in de financiële wereld en het bank- en beurswezen.

Mij was dit fenomeen bekend onder de noemer van de 'geslaagde psychopaat' en ik herinner me uit de 80tiger-jaren een artikeltje van theoretisch pedagoog Ben Spiecker waarin hij 'de morele imbeciel' schetste.
Een sprekende en adequate typering, zou ik denken, omdat het onderscheidende kenmerk van de psychopaat toch is dat hij, wat wij noemen, een geweten lijkt te ontberen en derhalve geen enkele boodschap heeft aan de 'morele conversatie' die wij mensen door, over en langs alle andere beslommeringen constant met elkaar plegen te voeren.
De sluwerikken onder hen weten dat echter knap te camoufleren, intellectueel gezien mankeert er niets aan maar aan de gevoelsmatige kant ontbreekt het vermogen tot welgemeende sympathie en doorvoeld medeleven.
Ik wil die die term wel in ere houden: de morele imbeciel.



In dat artikeltje van Spiecker kwam als ik mij wel herinner ook nog iemand aan het woord, laten we hem Mr. Smith noemen, die al die moraliserende praat en gepreek over de geslaagde psychopaat af wilde doen als het meelijwekkende gemekker van de verliezer. Want zo betoogde deze meneer (een Amerikaans filosoof als ik het wel heb) die zogenaamde geslaagde psychopaat heeft toch gewoon niets anders gedaan dan om met alle hem ten dienste staande middelen zoveel mogelijk comfort, geld, macht en eer te verkrijgen als hij kon. Dat willen we toch zeker allemaal en hij is daar dan in tegenstelling tot de meeste van ons in geslaagd. En als het hem gelukt is zal ie het heus wel volgens de regels gespeeld hebben dus waar zeuren we over? Niets dan kleinzielig kinnesinne, al dat geleuter over moraliteit!



Het hoeft, naar ik hoop, hier geen betoog dat ik de visie van Spiecker deel en niet veel op heb met het neo-liberale mensbeeld (á la Spencer of Rand) van Mr. Smith en zijn medestanders.

Waar je de morele imbeciel aan herkent?:



vervolg >

Monday, September 10, 2012

Doe eens normaal (3) Brein en stress

Na het genenverhaal vervolgt van Hintum met:



Genetische onderzoeksresultaten kunnen nog altijd op warme belangstelling rekenen van journalisten en het grote publiek, maar het hersenonderzoek is de laatste vijf tot tien jaar echt een hype geworden. Gedrag lijkt pas 'echt' te zijn als de ermee corresponderende hersenactiviteit met behulp van fMRI, een beeldvormende techniek, in de hersenen zichtbaar is gemaakt.


Zo luidde de eerste twee zinnen van het tweede item uit het eerste hoofdstuk: 1.2 Hersenen: een complex en kwetsbaar verkeersnetwerk



Hierin komen, zoals te verwachten, dan de wetenswaardigheden over ons brein aan bod of dat wat ik zomaar eens neuropraat ben gaan noemen.
Onder die wetenswaardigheden ook wat van de welhaast obligate specificaties van dit wonderbaarlijke stukje hardware. Specificaties die altijd imponeren (mij althans) door de veelheid, de snelheid en de onvoorstelbaar grote getallen.
De drift of de teneur van dit onderdeel, waar ik mij wel senang bij voel, laat zich goed samenvatten met de volgende citaten:



De 'hardware' in ons hoofd kent net zo veel individuele variaties als er mensen zijn.

De hersenen zijn een orgaan waarin je gevoel, handelen en denken als het ware worden 'ingeprint'; ze veranderen met en door alles wat je doet, denkt, voelt en meemaakt. Wetenschappers zeggen dan ook dat het brein plastisch is. Hoe het zich ontwikkelt, hangt af van allerlei verschillende maatschappelijke, biologische, gedrags- en leeftijdsfactoren, en verschit van individu tot individu. Er zijn geen twee paar hersenen hetzelfde – zelfs niet die van een eeneiige tweeling.

Bij 'ongelukken' die in de hersenen kunnen plaatsvinden, denken we meestal in de eerste plaats aan een hersenbloeding of -infarct, of aan hersenletsel als gevolg van een val of harde botsing met een vuist of voorwerp. Maar 'ongelukken' ziijn ook traumatische gebeurtenissen zoals het overlijden van een ouder, misbruik en verwaarlozing. De angst en depressie die zulke ervaringen kunnen veroorzaken, hebben net zo goed invloed op het functioneren van de hersenen, en zijn vaak ook terug te zien in de vorming van de 'hardware' in het brein. Daarbij speelt een foute afstelling van het biologische stresssysteem een cruciale rol.



Dat komt me voor als een belangwekkende constatering. Naast de zeer evenwichtige en genuanceerde benadering van het onderwerp laat mijn enthousiasme over dit boek van van Hintum zich vooral verklaren door hoe ze hierin aandacht vraagt voor het belang van dit biologische stresssysteem en het in samenhang en perspectief plaatst. Hetzelfde geldt overigens voor de maatschappelijke oorzaken en inbedding van psychiatrische ziektebeelden.



Dat cruciale biologische stresssysteem staat doorgaans wel bekend als de vecht- of vluchtrespons. Heel toevallig(?) het onderwerp van het eerste schrijfseltje op Dima's Blog zo'n 30 maanden geleden.
Van Hintum:


Onderzoekers veronderstellen dat een niet goed afgesteld en daardoor niet goed functionerend stresssysteembeïnvloedt hoe we ons voelen en gedragen. Dat kont doordat een disfuntionerend stresssysteem structurele veranderingen in de hersenen kan veroorzaken die aan de basis liggen van allerlei psychische stoornissen. Stress lijkt daarmee een belangrijke onderliggende factor voor psychische aandoeningen, en is dat trouwens ook voor chronische lichamelijke ziekten, hart- en vaatziekten en kanker. Precies om die reden wordt er veel onderzoek naar gedaan.


Onze Lieve Heer of de evolutie heeft niet alleen de mens met zo'n alarmsysteem van vecht-, vlucht- of vriesreacties uitgerust. We delen deze uitrusting met andere leden in het dierenrijk. Naarmate het beestje zich wat hoger op de evolutionaire ladder bevindt, wordt het hele systeem wel complexer.
In de dierenwereld schijnen we vooral met een uitermate functioneel overlevingsmechanisme van doen te hebben. Op de vraag welke implicaties dat voor ons mensen als zelfbewuste, cultureelbepaalde en talige wezens heeft, is niet een simpel antwoord mogelijk. Mede omdat er dan naast technische of biologische verklaringen ook altijd morele aspecten meespelen.



Er doet zich ook nogal wat variatie voor in de drempelwaarde en de mate waarin bij verschillende mensen het systeem geactiveerd wordt, hoe het van zich laat spreken en of en hoe het weer tot rust komt. Ik meen van mezelf te weten dat mijn alarmbelletjes betrekkelijk gemakkelijk aan het rinkelen zijn te krijgen.
Sommige mensen ervaren bij het minste geringste of bijna altijd stress terwijl sommige anderen onder geen enkele omstandigheid aangedaan lijken te worden.

Een veel voorkomend gevolg van veel stress en zogeheten korte lontjes of een overspannen of al te rap te triggeren vecht- of vluchtrespons is (misplaatste) agressie en agressief gedrag.
Iets dat, zo we allen weten, niet zelden paniek en/of agressie als reactie oproept en zo gauw in een negatieve spiraal kan uitmonden en veel mensen de nodige last en problemen bezorgt.
Agressief gedrag in de zogeheten openbare ruimte en de zorg daarover lijkt in de loop van mijn leven aanmerkelijk toegenomen. Ik moet er in mijn werk soms wel op beducht zijn en rekening houden met de mogelijkheid of de dreiging van agressie.



< vorige |

Saturday, September 8, 2012

Van genen- tot neuropraat



Malou van Hintum brengt in 'Doe eeens normaal' heel toepasselijk weer eens in herinnering hoe hooggespannen en veelbelovend onze verwachtingen ten aanzien van het genenonderzoek en het ontrafelen van het menselijk genoom tot voor betrekkelijk kort nog waren. En dat lijkt me niet geheel overbodig.
De mens zou dankzij zijn vernuft en zijn toenemende wetenschappelijke kennis (op met name biologisch en medisch vlak) op de drempel staan van een nieuw tijdperk. Een tijdperk van nieuwe wetenschappelijke inzichten en grootse doorbraken waarin we het geheim van het leven nagenoeg zouden ontsluieren en de mens zichzelf van een groot aantal ziekten, gebreken en beperkingen zou kunnen vrijwaren.
Zo wilden veel enthousiaste geluiden uit de populair-wetenschappelijke pers ons althans maar al te graag doen geloven.

Van wat daar dan van terecht gekomen is geeft van Hintum, in haar boek, een puntige samenvatting en geeft daarbij een heldere uiteenzetting van een aantal complicerende factoren die maken dat onze vaak rechtlijnige verwachtingen van simpele doorbraken op dit terrein achteraf op z'n zachtst gesproken toch wel weer wat naïef bleken.

Wat mij hieraan ook wel eens verbaasd is met welk een gemak we die opgeklopte verwachtingen en de misrekening daarin dan weer binnen de kortste keren volledig lijken te vergeten.
Laat er eens ergens in het maatschappelijk leven even iets mislopen en we roepen om onderzoeken of enquete-commissies maar dit soort misrekeningen talen we blijkbaar niet naar. We vergeten ze liever zo snel mogelijk om onze hoop (en geld) op een volgend wonderpaard te zetten.

Deze constatering sluit dan leuk en naadloos aan op mijn kijk op de zo in de belangstelling staande neuro- of hersenwetenschap. Onlangs begon ik op dit blog eens wat over neuropraat te leuteren met de bedoeling om naar mijn globale opvatting daarover in een notedop toe te werken. De tijd lijkt daar om die eens te spuien.

Ik denk namelijk dat het met onze verwachtingen ten aanzien van de zegeningen die de neurowetenschappen ons gaan brengen niet veel anders zal zijn gesteld dan met die schijnbaar plots vervlogen verwachtingen ten aanzien van het Human Genome Project.
Natuurlijk levert dat genoomonderzoek wel degelijk veel waardevolle nieuwe kennis op en dat doet de neurowetenschap natuurlijk ook. Over deze wetenschapsgebieden wordt ook wel gezegd dat onze totale kennis daarover voor ongeveer 90% in het laatse decennium werd opgedaan, om een idee van de exponentiële groei te geven.
Die nieuwe kennis zal ook ongetwijfeld tot nieuwe technieken en behandelmogelijkheden leiden en ons geleidelijk aan ook vast tot nieuwe inzichten brengen. Of die nieuwe inzichten heel erg zullen verschillen van wat sommige wijze lieden al eeuwen lijken te weten of daar steeds meer op beginnen te lijken, vraag ik me soms wel eens af.

Maar de kwintessens, dat lijkt me toch helder, is dat dergelijke nieuwe kennis de wereld, onze keuzemogelijkheden en verantwoordelijkheden daaromtrent bepaald niet eenvoudiger zullen maken. Integendeel, de wereld zal daardoor steeds ingewikkelder worden en die rijkdom aan kennis zal naast wellicht meer potentiële beheersbaarheid aan de andere kant betekenen dat we meer zullen moeten (be)sturen en beslissen op basis van subtielere onderscheidingen, meer detail en nuance. Kortom de werkelijkheid lijkt alleen maar in complexiteit toe te nemen.
En de vraag is maar of we daar op voorbereid en daar klaar voor zijn?



Onze hooggespannen verwachtingen ten aanzien van het genen- of het hersenonderzoek lijken namelijk toch vooral ook vaak ingegeven door de hoop op simpele en afdoende antwoorden op ongemakken, kwesties en verschijnselen die we doorgaans als mateloos irritant en hopeloos problematisch ervaren en waar we maar moeilijk geduld voor kunnen opbrengen.
Uit onmacht en/of gemakzucht lijken we onze hoop dan tegenwoordig vooral op de wetenschap te richten om ons van alle problemen en ongemak te verlossen. En het liefst zo snel, zo volledig en zo ongemerkt mogelijk; de quick-fix, het juiste pilletje en vaarwel depressie en zwaarmoedigheid.
Een pilletje voor dit en een pilletje voor dat graag of anders graag een andere simpele remedie die niet te veel van onze tijd en onze aandacht vraagt.

Die pilletjes en de vraag ernaar zijn een typisch fenomeen van het moderne leven maar bepaald niet van gisteren, getuige een hitje uit 1966 van de Stones:


Dit is wellicht een ietwat gechargeerde voorstelling van zaken maar als we onze gezamelijke wensen, verwachtingen en eisen zoals die zich in het publieke debat en de maatschappelijke werkelijkheid ontvouwen eens wat nader beschouwen, toch heus niet zo ver bezijden de waarheid.

Je hoort de laatste tijd wel eens over de neuromaffia spreken wanneer bepaalde lieden, als bijvoorbeeld Dick Swaab, het hersenonderzoek verdedigen of de resultaten ervan al roemend uiteenzetten. Ik zou dan gezien onze toch veelal hoopvolle verwachting en belangstelling liever van neuromania of neuromanie spreken. Als er al sprake zou zijn van een neuromaffia dan zou het toch niet uitsluitend op die onderzoekers slaan die hun bevindingen bekendmaken maar net zo zeer op ons allen als vragend consumentenpubliek en op de media die ons zo graag bedienen.

'Wij zijn ons brein' volgens Dick Swaab en daar heeft de goede man, neurologisch beschouwd, natuurlijk volkomen gelijk in. Hij laat alleen na om er bij te zeggen dat ... ons brein net zo zeer de weerspiegeling is van dat, wetenschappelijk ongrijpbare, zelf van ons.

De vraag in deze is uiteraard wat de wetenschap zoal vermag.
Bepaald niet alles, zou ik denken, en als we ooit al door de waarheid gered zouden kunnen worden, zal dat toch niet door de wetenschappelijke waarheid zijn. In dat opzicht volg ik graag de gedachtegang die Coen Simons in zijn boekje met de licht ironische titel 'En toen wisten we alles' zo alleraardigst uiteenzet.



Zoals in een vorig stukje vermeld, zijn wetenschappers erin geslaagd het genoom van de banaan te ontrafelen en in kaart te brengen. Dat levert onvoorstelbaar veel (vooralsnog abstracte) gegevens op die mogelijk zullen bij kunnen dragen aan bijvoorbeeld het resistent maken van deze voor de mens belangrijke voedselbron tegenschimmelziekten. Maar die, voor de meeste stervelingen, ondoorzichtige en onoverzichtelijke brij aan nieuwe data geeft ons nog altijd geen antwoord op de vraag waarom de bananen krom zijn.
Zo zal, dunkt me, ook de neurowetenschap ons tal van bevindingen en gegevens opleveren die eerst eens in een zinvol verband zullen moeten worden gebracht en ons dan tot mogelijk nieuwe of althans wat meer empirisch onderbouwde inzichten zal brengen. Dat dan in instrumentele zin als qua medische of psychische behandelwijzen, waarna zich ongetwijfeld weer nieuwe vragen en problemen zullen aandienen.
Maar ze zal ons heus niet als bij toverslag de antwoorden brengen op de meer wezenlijke vragen die de mens zich nu eenmaal van tijd tot tijd pleegt te stellen.
Dat voorrecht is geen enkele neurowetenschapper of andersoortige leuteraar gegeven, althans niet echt meer dan jij of ik.

Doe eens normaal, zeg >

Wednesday, September 5, 2012

Doe eens normaal (2) Genen

Het zogeheten nature-nurture debat is een discussie die altijd en overal weer op diverse niveau's de kop opsteekt en dat ongetwijfeld in verschillende gedaantes altijd zal blijven doen. In ondermeer de psychologie, de filosofie, mijn werk en het publieke en politieke debat, om maar eens een paar dwarsstraten te noemen.
Enkele decennia geleden leek de maakbare mens de onbetwiste winnaar te worden, terwijl we tegenwoordig graag zo veel mogelijk lijken toe te schrijven aan of menen af te kunnen doen als de genetische aanleg; als ware het een simpel spelletje van 'welles of nietes'.



Malou van Hintum wijdt het eerste hoofdstuk van haar boek Doe eens normaal aan deze doorlopende kwestie onder de titel Biologie of boze buitenwereld?
Hierin betoogt ze overtuigend en onderbouwd dat daar geen eenvoudig antwoord op bestaat en de zaak altijd weer wat ingewikkelder en verwevener blijkt te liggen dan we dachten of hoopten; iets dat wijze mensen natuurlijk al sinds mensenheugnis bevroedden.

Hier enkele citaten uit de paragraaf:
Genen belangrijk, maar niet beslissend


De meeste ziekten zijn multifactorieel, wat betekent dat een combinatie van vaak onbekende genvarianten samen met bepaalde omgevingsfactoren ervoor zorgen dat je een verhoogd risico loopt op een aandoening.

De euforie wa dan ook groot toen duizenden wetenschappers die sinds 1990 samenwerkten en het Human Genome Project er in 2000 in slaagden de volledige genetische code – alle 30.000 genen – van de mens te ontrafelen.

Het is nog maar een paar jaar geleden dat wetenschappers optimistisch waren over het vinden van de 'genetische sleutels' voor allerhande ziekten en aandoeningen. Ze veronderstelden dat voor elke eigenschap of stoornis maar een paar belangrijke genen verantoordelijk zijn. Maar hoe meer genetisch onderzoek wordt gedaan, des te duidelijker het wordt dat vrijwel alle eigenschappen en aandoeningen worden beïnvloed door een heel groot aantal genen.

Hoogleraar humane genetica Gert-Jan van Ommen (Universiteit Leiden) bevestigt dat het effect beperkt is van de risicogenen die inmiddels wel zijn gevonden: ieder afzonderlijk geven ze 1 of 2 procent risicoverhoging op een ziekte. 'Mensen in de wereld van het genoomonderzoek kunnen er niet omheen dat dit nu niet bepaald een fantastische score is, zegt hij. Risicogenen verklaren evenveel als of zelfs minder dan omgevingsfactoren als sociaaleconomische klasse of gezinsinvloeden. Dat bepaalde genvariaties vaker samen met een bepaalde aandoening voorkomen, wil bovendien niet zeggen dat ze die aandoening ook veroorzaken. Achter de meeste ziekten gaan tientallen genen of genvarianten schuil, en de manier waarop een gen zich 'gedraagt' kan ook het gevolg in plaats van de orzaak van een ziekte zijn.



In de volgende paragraaf over Epigenetica: de invloed van de omgeving
komen nog wat complicaties ter sprake die zich voordoen vanwege het feit dat een gen, mede onder invloed van omgevingsfactoren, 'aan' danwel 'uit' kunnen staan.



Dit verschijnsel dat genen onder invloed van omgevingsfactoren 'aan' en 'uit' kunnen staan, wordt veroorzaaakt door een biologisch proces waarbij de werking van het DNA verandert.

Naast de genetica is dus ook de epigenetica een factor om rekening mee te houden. En dat maakt het onderzoek er niet eenvoudiger op. Bedenk daarbij dat alle 30.000 genen afzonderlijk de mogelijkheid hebben om wel of niet tot 'expressie' te komen, om 'aan' of 'uit' te staan, en het is duidelijk dat dit een bijna onoverzienbare hoeveelheid variaties creëert.
En daarmee zijn we er nog niet. Want een gen kan niet alleen 'aan' of 'uit' staan, het kan afhankelijk van omgevingsfactoren ook een 'positief' of 'negatief' effect hebben. Anders gezegd: omgevingsfactoren beïnvloeden niet alleen of een gen 'aanstaat', maar ook hoe.

Een bepaalde aanlaeg heeft dus altijd specifieke omgevingsfactoren nodig om in de vorm van gedrag zichtbaar te worden.

Ons genenpakket zit dus bomvol mogelijkheden, zowel positieve als negatieve, en het hangt in belangrijke mate van onze omgeving af of en hoe die tot uiting komen.



Zoals we uit het genoom van die kromme gele nog niet kunnen lezen waarom ie krom is, zo heeft ook het in kaart brengen van het menselijk genoom ons vooralsnog maar bitter weinig nieuw inzicht gebracht in het hoe en waarom van psychische stoornissen.
En dan te bedenken dat wij als mensen niet eens het hoogste aantal genen tellen; die malle piepers bijvoorbeeld hebben er al meer.



< vorige | volgende >

Genen- en neuropraat >

Monday, September 3, 2012

Stem toch wijzer

Binnenkort mogen we het rode potlood weer eens ter hand nemen.
Ondertussen worden we dagelijks door de media, P&W, K&B en zo meer op, naar mijn smaak, nogal hijgerige wijze getrakteerd op debatten over halve waarheden, al dan niet leugentjes, al dan niet vermeende draaikonterij en CPB-cijfertjes. En het publiek maar handenwrijvend afwachten wie zich verspreekt of een onhandige 'slip of the tongue' ten beste geeft. Wie maakt de mooiste en vooral wie de domste politieke zweefduik?



En de peilers maar weer peilen.
Aan mij zijn deze wedstrijdjes mooipraten niet zo besteed want mijn zweefbereik is niet zo groot en ik weet al een poosje wie mijn stem gaat krijgen.

Gisteren zag ik voor Buitenhof Diederik Samson en Jolande Sap nu eens niet in debat met andere lijsttrekkers maar in een format waarin ze hun verhaal wat meer kwijt konden. Daar werden door hen dan ook bijzonder zinnige dingen gezegd over bijvoorbeeld respectievelijk de zorg en Europa.
Zinniger dingen dan ik ooit over deze onderwerpen uit de mond van Rutte of Wilders heb mogen horen.



Hoewel ik niet tot de zwevenden behoor heb ik voor de aardigheid toch eens zo'n stemwijzer ingevuld en vernam dat ik op de SP zou moeten stemmen, maar daar denk ik toch heus anders over.