Welke ingrediënten hebben we dan zoal nodig om er eens een beetje vrolijk op los te kunnen filosoferen? Een stel hersenen, wat verbeeldingsvermogen en een gezonde dosis nieuwsgierigheid zou ik denken.
Maar laten we de ingewijden hierover eens aan het woord laten.
Verwondering
Volgens heel wat ouwe rotten in het vak zoals bv. de heren Plato en Aristoteles begint de filosofie altijd met de verwondering. De meeste verhandelingen over filosofie beginnen dan ook braaf met de verwondering als archè of beginsel. De nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven gaf zijn inleiding in de filosofie dan ook de mooie titel: Inleiding in de verwondering.
Een mooi woord toch: verwondering; en een wonderbaarlijke menselijke ervaring. Maar pas op, voor je het weet ben je het weer kwijt!
Vragen
Die verwondering roept natuurlijk vragen op. De filosofie staat bol van de vragen. Volgens sommigen is filosofie niets anders dan de rationele en systematische benadering van diepgevoelde levensvragen. Filosofie is zeg maar, in internetterminologie eigenlijk de FAQ van het leven. De filosofie bestaat bij gratie van vragen en om de vertwijfeling wat te beteugelen af en toe ook weleens van vermeende antwoorden.
Twijfel
Ja, als je veel vragen hebt roept dat allicht twijfel op of was het nu juist andersom? In ieder geval horen ze bij elkaar vragen en twijfel. Methodische twijfel behoort behoort dan ook tot het basisgereedschap van de filosofie. Aldus doet de filosofie zijn voordeel met de twijfel. Een twijfel die natuurlijk ook zijn grenzen hoort te kennen.
Een en ander hoeft niet van humor ontbloot te zijn; zie blz. 3 en 4 van dit verhaal over de voordeel van de twijfel.
Gedachte-experiment
Het gebruik van je verbeelding en je voorstellingsvermogen wordt in het dagelijks leven wel dagdromen genoemd. In de filosofie heet zoiets een gedachte-experiment en dat en dat klinkt toch meteen een stuk chiquer en serieuzer, vind je ook niet?. Het is welbeschouwd een geweldige, goedkope en welhaast onbegrensde manier om allerlei mogelijkheden te verkennen; als het ware een laboratorium in je hoofd.
Ik vermoed dat dit zo'n beetje de basale ingrediënten en gereedschappen van de filosofie zijn. Die dan weer hun beslag vinden in iets als bv. de dialectiek ofwel het denken in tegenstellingen.
De term dialectiek dankt zijn bekendheid mede aan Hegel die tegengestellingen als onderdeel of fasen in een dynamisch ontwikkelingsproces zag; de bekende drieslag these-antithese-synthese. Dit overgoot hij vervolgens met een metafysisch sausje en zo werd de hele geschiedenis en de materiële manifestatie ervan voor hem de onvermijdelijke ontwikkelingsgang in de uiteindelijke wording, overwinning en openbaring van de geest. Ziedaar zo'n vermeend antwoord van een filosoof op de al dan niet prangende vraag naar de dualistische verhouding materie-geest.
De heren Schopenhauer en Marx dachten toch net iets anders over een en ander.
Marx bijvoorbeeld onderschreef na enige aarzeling volmondig het idee van de dialectiek van Hegel. Met dien verstande dat hij vond dat Hegel de wereld op zijn kop zette waar het de verhouding materie-geest betreft. Voor Marx ging het er niet om de wereld te beschrijven maar om haar ten goede te veranderen. Materie en geest werden in het gedachtegoed van Marx gerepresenteerd als onderbouw en bovenbouw. Het gedachtegoed van Marx is inmiddels bij vele miljoenen mensen genoegzaam bekendheid, zij het meestal in door fanatieke volgelingen ernstig verwrongen versies. De enorme impact van het marxisme op de recente wereldgeschiedenis galmt vandaag nog altijd na in de gedachtenwereld van velen.
Zo zie je maar eens waar een filosofisch ideetje zoal toe kan leiden.
Door welke vragen en ideetjes zouden de huidige machthebbers, politici, managers en beleidsmakers zich trouwens laten leiden?
No comments:
Post a Comment