Thursday, April 15, 2010

Filosofie; Het eerste en dan ook nog eens ...... het laatste woord! (5)

Het vorige stukje had ik eigenlijk willen afsluiten met een mooi citaat; maar .... vergeten en aangezien een goed begin het halve werk heet te zijn dan nu maar:



Er zijn twee soorten filosofen die ik niet vertrouw. De eersten zijn de techninci; zij nemen de nauwkeurigheid van de wiskunde als model en geloven dat de helderheid is gelegen in de formule. De anderen zijn de hagiografen; in hun handen wordt de filosofie tot het eindeloze uitleggen van heilige teksten. Als er werkelijk filosofisch inzicht bestaat, moet dat op een andere manier totstandkomen: door een denken waarvan de helderheid, nauwkeurigheid en diepgang bestaan in het nauwe contact met de ervaring die ieder mens met zichzelf opdoet, zonder die volledig te onderkennen en zonder die te begrijpen.


Pedro Vasco de Almeide Prado
Over illusie en zelfbedrog in de filosofie
Lissabon 1899



In het vorige stukje verwees ik naar wat wel de wetenschappelijke revolutie wordt genoemd.
Nu is het natuurlijk niet zo dat de mens tot die tijd weinig of niets wist en begreep en sinds die tijd opeens wel van alles doorzag. Even zo vrolijk voltrok zich over een zekere periode wel een ingrijpende herschikking in onze blik op en onze kennis van de wereld en onszelf. Sommige aspecten van wat ooit gewoon vakmanschap heette te zijn, het terrein van de ambachtslieden, werden tot de wetenschap toegelaten en vroegen om en bleken beter te gedijen bij wat samenvattend de wetenschappelijke methode is gaan heten. Sommige andere vragen waar de geleerden zich van oudsher over gebogen hadden werden geleidelijk aan naar de theologen, de filosofen of anderen verwezen. In het theater van de wijzen en de alwetenden begon de 'huomo universalis' wat schoorvoetend naar de achtergrond te treden en stapte de 'specialist' onder tromgeroffel de spotlights in.

Het wordt wel eens zo voorgesteld dat de allesomvattende wetenschap te weten moeder filosofie in de loop der tijd nogal wat kindertjes kreeg te weten de verschillende vakwetenschappen die geleidelijk aan op eigen benen kwamen te staan en meenden het verder heel goed zonder moeder te kunnen redden. De vakwetenschap waar ik beroepshalve het meest mee van doen heb namelijk de (ortho)pedagogiek geldt als een van de laatste kinderen die het huis verliet maar die komt nog regelmatig op de koffie.
Zo bezien komen alle wetenschappen uit de schoot van de filosofie voort en, hoe ver ze daar nu vanaf mogen lijken te staan, had de filosofie blijkbaar toch altijd het eerste woord.



Binnen de filosofie hebben zich ook verschillende deelterreinen of filosofische vakgebieden ontwikkeld en sommigen daarvan zijn van dien aard dat elke vakwetenschap op enig moment toch weer onderwerp van filosofische bespiegeling en/of bemoeienis zal blijken.
Want wat is en vermag een willekeurige wetenschap als haar onderwerp niet bepaald en haar terrein niet afgebakend werd door wetenschapsfilosofische overwegingen en haar methoden niet mede geïnformeerd en verantwoord werden door kennistheoretische overwegingen?
Wat zou er nog van de alfa- en de gammawetenschappen overblijven als die niet voortdurend kunnen terugvallen op vragen die stammen de wijsgerige antropologie en recentelijker uit de 'philosophy of mind'? (schuilt hier wellicht een bezuinigingssuggestie voor onze huidige regering in: dit soort vragen verbieden?)
En als de vakwetenschap dan met nieuwe producten, technieken, toepassingen etc. op de proppen komt, wenden wij ons dan niet telkens tot de ethiek om ons te beraden over de wenselijkheid of toelaatbaarheid van toepassingen?
Zo lijkt de filosofie toch ook steeds weer het laastse woord te hebben!


Bezint eer gij begint maar laten we aldoende niet meteen ophouden met denken.

No comments:

Post a Comment