Nederland staat of stond bekend als het land van de koopman en de dominee, als het land waar alles vijftig jaar later gebeurt, als het land dat nu eens niet door God geschapen werd maar door de Hollanders zelf; maar bepaald niet als het land van grote filosofen.
Toch kunnen we ons op minstens twee grote namen beroepen die op bijna alle lijstjes van belangrijke filosofen voorkomen, te weten: Desiderius Erasmus van Rotterdam en Baruch Spinoza. Met name Spinoza wordt in het gemeen tot de crème de la crème van de grote denkers gerekend. Het werk van Spinoza is tot op de dag van vandaag voor velen de inspiratie en verdediging van vrijzinnig denken en het praktiseren van tolerantie gebleken.
Maar het lijkt mij dat in dit rijtje een naam ontbreekt. Alle goeie dingen komen toch in drieën?
Het gezegde luidt dat een profeet in eigen land zelden geëerd wordt. Dat zou weleens van toepassing kunnen zijn op de filosoof Herman Dooyeweerd.
Dooyeweerd is, lijkt mij toch, een bijzonder interessante en ondergewaardeerde filosoof van eigen bodem en een die toch zeker een plaats in de 'philosopher's hall of fame' waardig is.
Het ideeëngoed van Dooyeweerd staat gemeenlijk bekend als 'de wijsbegeerte der wetsidee', oftewel de WdW. Het was voor een belangrijk deel de filosofische uitwerking en onderbouwing van het begrip 'soevereiniteit in eigen kring' van de voorman der kleine luyden Abraham Kuiper.
Voor de nodige 'ins and outs' van zijn werk (en dat is heel wat meer dan ik zo bevatten kan) zie: the Dooyeweerd pages.
Dooyeweerd en kornuiten funderen hun reformatorische wijsbegeerte in het christelijke openbaringsverhaal van God, schepping, zondeval en verlossing door Jezus Christus in de gemeenschap van de Heilige Geest.
Iets waar ik als agnost natuurlijk niet in meega en nadrukkelijk afstand van neem.
In de aanloop naar dat verhaal brengen Dooyeweerd en de zijnen wel zeer interessante overwegingen en bedenkingen over immanentie, transcedentie, Archimedisch punt en archè ter berde.
Wat voor mij vooral de charme en aantrekkelijkheid verleent aan de wijsbegeerte der wetsidee is notie om de werkelijkheid te benaderen in termen van zinzijden, wetskringen en modale aspecten. Er wordt een soort gelaagdheid van de werkelijkheid onderkend; aangeduid als aspecten van de werkelijkheid die elk hun eigen modus, logica en wetmatigheden hebben. Deze aspecten zijn niet tot elkaar te herleiden; dat wat een aspect in de kern definiëert en onderscheid van alle andere aspecten wordt de zinkern genoemd. De modale aspecten zijn in een specifieke volgorde gerangschikt waarbij lagere of vroegere aspecten steeds de fundering vormen voor de latere aspecten. Dooyeweerd formuleert 15 onderscheiden aspecten en zinkernen te beginnen bij het arithmetische aspect van de discrete hoeveelheid en eindigend met het pistische aspect van het geloof. Deze aspecten die we aan de concrete werkelijkheid kunnen onderscheiden komen we in die werkelijkheid steeds gemengd en in onderling variërende samenhang tegen. De lagere aspecten kunnen in verschillende verhoudingen en mate in de hogere aspecten een rol spelen maar slechts als object en nooit als subject.
Nu gaat het me hier in eerste instantie niet zozeer om of de exacte invulling van dit, om met Marten Toonder's Kwetal te spreken, grote denkraam geheel en al juist zou zijn al lijkt het zeer gedegen in elkaar te steken. Het gaat mij meer om het principe van een zekere gelaagdheid van de werkelijkheid met iets van een ontwikkelingsperspectief, een openheid of onbepaaldheid naar de voorkant, de bovenkant of de toekomst. Enerzijds omdat ik denk dat dat het wezenlijke karakter van onze werkelijkheid weerspiegelt en anderzijds omdat ik denk dat dat besef en een intellectuele/filosofische uitwerking of verwoording daarvan weleens het meest effectieve medicijn tegen absolutisme, reductionisme, doorgeschoten objectivisme of rationalisme en wat iets meer zij, zou kunnen blijken.
Zoals gezegd lijkt dit denkraam van de modale aspecten mij bijzonder geheid in elkaar te zitten.
Maar als ik dan bij het lijstje aspecten zie dat nr 11 het economische aspect boven nr 10 het sociale aspect staat, dan moet ik toch wel even op mijn achterhoofd krabben (iets dat ik overigens al veel te vaak gedaan heb) en denk bij mezelf: volgens mij is de economie toch een middel dat tot doel heeft de samenleving te dienen en niet andersom! Als ik dan vervolgens zie dat de zinkern van het economische aspect zou zijn: de spaarzame wijze van beheer, dan valt een en ander weer op zijn plek.
Maar de economie zoals wij die al sinds jaar en dag kennen wordt, dunkt me, onder leiding van onze politici, toch door heel andere motieven beheerst. En als ik dan op de Wiki-entry over Dooyeweerd lees dat Balkenende, Rouvoet en Donner terdege kennis genomen hebben van zijn ideeën, dan vermoed ik dat of ik of enkele van deze heren het niet helemaal goed begrepen hebben. Maar ja, ik heb de laatste jaren ook sterk de indruk dat waar het sociaal en economisch beleid betreft de C van CDA allang niet meer voor christelijk maar eerder voor centrum-rechts staat. Dan hebben we het echter over iets anders dan de filosofie in Nederland.
No comments:
Post a Comment