Je zou het tegenwoordig bijna kunnen vergeten maar attachment staat voor nog wel iets meer dan dat bekende bijvoegsel van of veelvormige aanhangsel aan een emailbericht.
Het is ook nog een bijzonder belangwekkend begrip in de psychologie en de pedagogiek.
Zoals het verboden experiment als waarschuwing en ethisch verbod mag gelden op het buitensluiten van mensenkinderen van de wereld en de cultuur der mensen; en zoals het verhaal van bv. Kaspar Hauser en andere wilde kinderen, in geval van het negeren van dat verbod, ter illustratie van de desastreuze en ontluisterende gevolgen ervan kan dienen, zo wil of kan de attachmenttheorie de andere kant van de medaille belichten.
Hoe ontwikkelen wij ons vanaf het prilste begin dan wel tot het sociale wezen mens? Welke factoren spelen daar een bepalende rol in met name met het oog op ons sociaal-emotioneel welbevinden en geestelijke gezondheid en volwassenheid.
De pionier van wat bekend staat als de attachment- of hechtingstheorie, of ook wel de Bowlby-Ainsworthhypothese, was de engelse psychiater John Bowlby.
In en door de tweede wereldoorlog waren veel kinderen verweesd, van hun ouders gescheiden, op drift geraakt en in kindertehuizen beland. Na de oorlog werd Bowlby door de WHO gevraagd onderzoek naar deze kinderenen hun psychische gesteldheid te doen.
Voortbordurend op gedachtegoed danwel bevindingen uit de psycho-analyse (Freud en Klein), uit medische hoek (Spitz), vooral ook uit de ethologie (Lorenz en Tinbergen) en in niet onbelangrijke mate uit de regelsysteemtheorie en met een specifieke focus op de moeder-kindbinding stelt Bowlby dat het niet opbouwen in de eerste levensjaren van een warme en stevige band met een belangrijke ouder, meestal impliciet de moeder, tot problemen in de emotionele ontwikkeling kan leiden en dat ook nagenoeg ook altijd zal doen.
Dat was het startpunt van de attachmenttheorie en het begin van heel veel speculatie, onderzoek en theorievorming hierover. Deze theorie is de afgelopen ruim halve eeuw uitgegroeid tot een van de belangrijkste en invloedrijkste binnen de hedendaagse psychologie. En een van een dermate kaliber dat het met het behaviourisme in zijn paradigmatische pretenties kon concurreren daarbij vaak over sterkere troeven bleek te beschikken.
De Canadese psychologe Mary Ainsworth, ontwerpster van de 'strange situation', geldt als een onmisbare sleutelfiguur in de ontwikkeling en operalisatie van de hechtingstheorie.
In ons land was het Rien van IJzendoorn die aandacht vroeg, bekendheid gaf en onderzoek deed naar Bowlby's attachmenttheorie. Het boekje 'Opvoeden in geborgenheid' van Van IJzendoorn e.a. geeft een beknopte en gedegen inleiding in de ontwikkeling van Bowlby's theorie. Zij schrijven in hun beknopte schets: De attachmenttheorie laat zich moeilijk in een notedop beschrijven. om vervolgens aan te tonen dat het ze evenwel aardig lukt.
Daarnaast presenteren de auteurs als reactie en antwoord op maatschappelijk en ideologisch gevoelde knelpunten uit de 70tiger en 80tiger jaren hun 'verbredingshypothese'.
Een youtube filmpje ter verheldering, ter lering ende vermaak:
Op het WijWillenWerkelijkallesWetenWeb is een keur aan informatie en artikelen te vinden over attachment of hechting. Hier een kleine greep daaruit:
(engelstalig)
Attachment Theory & Research
The Attachment Theory Website
Circle of Security
Attachment Parenting International
(nederlandstalig)
De Knoop
Accede! (sterk religieus geïnspireerd en gelardeerd)
Opvoedadvies
Mist in je hoofd
John Bowlby >>
zijspoortje >>
No comments:
Post a Comment