Thursday, March 22, 2012

Aanhangsel (of attachment) bij hechtingstheorie (8)

In 'Het behaviorisme als paradigma' kwam het behaviourisme, met een exclusieve nadruk op waarneembaar gedrag, als ooit het gedroomde paradigmatisch referentiepunt van de psychologie ter sprake. De volgende kandidaat voor die positie leek de cognitivistische benadering te worden en nu zijn we dan volop getuige van een toenemende aandacht voor het belang en de invloed van sociaal-emotionele aspecten op onze psyche en gedrag.
Zo zien we de aandacht, mede als reactie op de dieptepsychologische onbewuste drijfveren van Adler, Jung en met name Freud, verschuiven van waarneembaar (meetbaar?) gedrag, naar cognitieve processen, weer naar de vaak duistere en niet zelden onbeheersbare dynamiek van onze emoties. Wekt bij mij toch een beetje de indruk van een cirkelgang.



Die groeiende belangstelling voor onze emoties en sociaal-emotionele ontwikkeling is op allerlei terreinen merkbaar. In de filosofie (Flameling), de psychologie (Goleman), de psychotherapie (Stroecken en Verdult) en de neurofysiologie (Ledoux en Damasio) om maar eens een paar dwarsstraten te noemen. Ook de James-Langetheorie (die nooit echt helemaal weggeweest lijkt) mag zich hierbij regelmatig in hernieuwde belangstelling verheugen.
Wellicht dat dit ook weer een 'paradigmatische wending' gaat heten. Time will tell.
Ik hou het met mijn vriend Brederoo maar weer op: 't kan verkeren!



Ook in mijn werk meen ik, de laatste jaren, een wending in die richting te bespeuren. Zij het dat ik vind dat de theoretische en methodische grondslag en verankering daarvan nog al eens te wensen overlaten. Maar ook daar is schoorvoetend enige ontwikkeling ten goede te bespeuren; zo hoor ik al zo'n twee jaar dat ik eens in de methodiek van Gentle Teaching geschoold zal gaan worden.
En vorige week mocht ik een cursus-deel ontvangen van heel toevallig Henk50 over het onderwerp: Hechting!

Onze instinctieve aandrang tot hechting of attachment ligt in onze biologie verankerd. Het is een proces van tweerichtingsverkeer waarin aanvankelijk de zintuigelijke ervaring (zoals ook tast, reuk en smaak) een cruciale rol speelt.

Drie stellingen waar Henk zijn verhaal mee begon, wil ik hier ook maar even aanhalen omdat ze zo kernachtig en in een notedop de essentie van het gegeven hechting vangen:

1. veilige hechting vormt de basis voor alle emotionele ontwikkeling
2. er is geen kind dat zich niet hecht
3. niemand is helemaal veilig gehecht


Wij mensen zijn nu eenmaal nogal kwetsbare en brekebenige wezens en niemand komt helemaal zonder schrammen of kleerscheuren het leven door. Maar sommige mensen zijn weer iets of heel veel kwetsbaarder dan anderen en sommige mensen lopen wel ontzettend veel schrammen en builen op. We krijgen hoe dan ook allemaal op enig moment met afscheid, verlies en rouw te maken.
Daarbij geldt een veilige hechting dan als een protectieve factor of een leuk emotioneel startkapitaal en een onveilige hechting dan als een risicofactor en een verhoogde kwetsbaarheid.
Het draait er uiteindelijk om, hoe je op grond van en in zekere zin voorgeprogrammeerd door vroege(ere) ervaringen omgaat met tegenslag, met gevoelens van angst, schrik, boosheid, eenzaamheid en dergelijke en hoe je de daaruit voortvloeiende stress al dan niet verwerkt.
Deze bagage nemen we dan weer mee naar en zal zijn invloed doen gelden in volgende relaties, scheidingen en verlies.




<< verbredingshypothese | losse flarden >>

No comments:

Post a Comment