Nee, we hoeven niet meteen te gaan huilen nu … maar de bestemming van onze voorjaarsvakantie was dit jaar eens niet
Arcen en de baden maar onder andere een stedentrip naar
Wenen.

Maar wat denkt een mens dan toch in
Wenen te moeten zoeken of te vinden?
Wel Wenen staat, om maar eens wat te noemen, bekend om zijn
koffie, zoals de
Wienermelange. Verder schijn je, behalve alle mogelijke
koffiespecialiteiten, in de vermaarde
Weense koffiehuizen ook uitstekend
taart te kunnen nuttigen zoals de fameuze
sachertorte of
apfelstrudel.
Voor de doorgewinterde of door de paneermeel gehaalde vleeseter is er dan altijd nog de
Wiener schnitzel of de
Weense worstjes en daar
Wiener dog nadrukkelijk toch wat associaties met genoemde worstjes op pleegt te roepen, is het ook de bijnaam geworden voor de teckel of dashond.

Van de, als nors bekendstaande, inwoners van Wenen wordt ook wel beweerd dat ze in verband met de te verwachten (over)last ook eerder een hond dan een kind zouden nemen. Dat zou ik maar niet al te serieus nemen want de stad telt nog altijd zo’n 1,7 miljoen inwoners en levert nog altijd volop vertier voor ook de jeugd. Zoals bijvoorbeeld in het
Wiener Prater.
Let wel het
Wiener circus is in dit verband een beetje een topografische blindganger want als je dat zou willen zien moet je toch echt niet in Wenen maar
bij onze zuiderburen zijn; maar Wenen heeft wel weer een naam hoog te houden waar het
de dressuur van paarden betreft.
Ook aan de liefhebber van de zogenoemde ‘hogere cultuur’ heeft Wenen het nodige te bieden. Zoals de
Weense wals of een bezoek aan de
Wiener Staatsoper, waar de vele als Mozart of diens tijdgenoten verklede straatventers de als toerist ogende voorbijganger toe trachten over te halen. Of je kunt in de musea de nalatenschap van de
Weense secession aanschouwen.

Van de rijke
geschiedenis van
Wenen is mij niet zo bijster veel bekend maar als je Wenen zegt schieten mij in eerste instantie namen te binnen als
Klimt,
Kokoschka,
Schiele,
Freud,
Wittgenstein en
Popper.
Namen uit het
fin de siècle of het
belle époque.
Dat woelige en roerige tijdperk van decadentie of
‘conspicuous consumption’ door de adel en de allerrijksten, sociale onvrede, maatschappelijke en politieke onrust. Destijds golden
Wenen en Parijs op dit continent bij uitstek als broedplaatsen voor allerlei nieuwe en moderne ideeën. Ideeën die een nieuwe tijd zouden inluiden en van grote invloed zouden zijn op het nu dominante en ons zo bekende
moderne levensgevoel.

Wat zochten en deden wij daar dan zo’n honderd jaar later?
Wel we vonden dat we wel weer eens toe waren aan een stedentripje en de keus viel dit keer op Wenen, waar ik overigens nog niet eerder geweest was. We waren er maar vrij kort; vier nachten en dus slechts drie volle dagen.
Daarin kwamen we de eerste avond in de St Stephansdom terecht
onder wat ongebruikelijke omstandigheden. Verder wandelden we er door de stad en onder andere over het Prater en de Naschmarkt. We bezochten een enkele musea waaronder de Berggasse 19. We aanschouwden de
(schöne blaue?) Donau en het
Hundertwasserhaus. We troffen daarbij overwegend mooi weer; de laatste avond begon het echt(er) te regenen, maar toen zaten wij net lekker binnen te eten.
Ons hotel lag vlak bij
het slot Schönbrunn, maar het ontbrak ons helaas aan
de tijd om daar ook nog een kijkje te nemen.
No comments:
Post a Comment