Thursday, August 29, 2024

Hartekreten

 

Each creature that’s known may have a house of its own, but how to make it into a home?



en het is zaak dat je je daar in ieder geval thuis voelt!



"A Heart Needs A Home"

I came to you when no one could hear me
I'm sick and weary of being alone
Empty streets and hungry faces
The world's no place when you're on your own
A heart needs a home

I know the way that I feel about you
I'm never gonna run away
I'm never gonna run away
I never knew the way when I lived without you
I'm never gonna run away
I'm never gonna run away

Some people say that I should forget you
I'm never gonna be a fool
I'm never gonna be a fool
A better life they say if I never met you
I'm never gonna be a fool
I'm never gonna be a fool

Tongues talk fire and eyes cry rivers
Indian givers, hearts of stone
Paper ships and painted faces
The world's no place when you're on your own
A heart needs a home

Don't Let Me Come Home a Stranger

As I walked out one evening
To breathe the air and sooth my mind
I thought of friends and the home I had
And all those things I left behind, oh...

A silent star shone on me
My eyes saw the far horizon
As if to pierce this veil of time
And escape this earthly prison, oh...

Will there come a time when the memories fade
And pass on with the long, long years?
When the ties no longer bind
Lord save me from this darkest fear
Don't let me come home a stranger
I couldn't stand to be a stranger

In this place so far from home
They know my name but they don't know me
They hear my voice; they see my face
But they can't lay no claim on me, oh...

As I walk this universe
I free my mind of time and space
I wander through the galaxy
But never do I find my place, oh...

Thursday, August 22, 2024

Krijgskunstenaar?(5)

 Het vorige blogje eindigde ik met de vraag of ik mezelf als krijgskunstenaar zie. De misschien wat minder gangbare term krijgskunstenaar mag je hier ook vervangen door expert in vecht-technieken of gepokt en gemazeld in de een of andere vechtsport. Toen ik 44 jaar geleden met aikido begon was dat ook niet om te leren vechten of omdat ik een sterke behoefte voelde om mezelf fysiek te kunnen verdedigen maar meer om op een bepaalde manier iets met en aan beweging te doen. En tai chi en aikido trokken daarbij mijn aandacht door wat daar over verteld of geschreven werd er een toch ietwat mysterieuze waas om heen hing van Oosterse filosofie met kreten als zachtheid, natuurlijk bewegen, innerlijke kracht, levensenergie en niet agressief het conflict opzoeken maar met vredelievendheid de lont eruit halen en zo meer. In ieder geval genoeg om de nieuwsgierigheid te prikkelen en dat wel eens te willen leren en/of ervaren. 

Het soort quasi mystieke of magische ervaringen dat je je daarbij voor zou kunnen stellen komen je, of mij althans, overigens niet zomaar aanwaaien. Aikidotraining verloopt grotendeels volgens het stramien van iemand die aanvalt en iemand die in reactie daarop een techniek uitvoert. In feite dus het stramien van een schijngevecht waarbij de een specifieke aanvalsvorm uitvoert waar de ander dan met een bepaalde techniek dient te reageren. Dat oefen je dan een aantal keren waarna de rollen omgedraaid worden enzovoorts. Het wordt dan min of meer een soort van choreografie waarbinnen je bepaalde bewegingen kunt trainen, met jou eigen (primaire) reacties geconfronteerd wordt en die zo mogelijk om zou kunnen buigen en bij zou kunnen slijpen. Mijn ervaring is dat je aldus binnen een veilige situatie aardig wat kunt oefenen en leren plus nog wat zelfkennis op kunt doen. 

Dat choreografische aspect van zo ongeveer weten welke actie(s) je kunt verwachten van de ander heeft echter ook zijn nadelen. Het kan je een vals gevoel van controle of veiligheid geven dat in een echt gevecht op straat misplaatst zou zijn en direct afgestraft zou worden. Ene Rokas Leonavičius legde enige jaren geleden zijn vinger op deze zere plek. De vele reacties uit aikido kringen van misprijzen en dedain doen vermoeden dat hij hiermee een wel heel gevoelige plek aanraakte en blijkbaar een knuppel in het hoenderhok gegooid had. Zijn kritiek betrof vooral het valse gevoel van veiligheid als een vorm van misleiding waardoor ineffectiviteit in echte gevechtssituaties door gebrek aan pressure-testing en reality check middels competetie plus daarbij het sektarische karakter van veel aikido groepen. Rokas reist nu op zijn Youtube kanaal zo’n beetje de hele martial arts wereld door en lijkt tot een soort rating instantie aangaande de effectiviteit van de diverse krijgskunsten geworden.   

Waar Rokas in ieder geval de aandacht op wist te vestigen is op het onderscheid tussen het oefenen van martiale (of martiaal lijkende) bewegingen ten behoeve van zelfonderzoek en persoonlijke ontwikkeling en het oefenen om jezelf zo effectief mogelijk te kunnen verdedigen in onverwachte situaties en het oefenen voor daadwerkelijke gevechten en het zo effectief en snel mogelijk uitschakelen van de tegenstander. Een onderscheid dat essentieel is. En een onderscheid dat in de zachtere kunsten zoals bijvoorbeeld aikido nog al eens vergeten of weggemoffeld wordt. Het maakt veel uit wat je zoekt in je beoefening voor hoe je dat het beste aan zou kunnen pakken en wat voor jou persoonlijk de beste weg is. En terwijl je het zelf moet doen, ben en blijf je toch ook veelal afhankelijk van anderen die zich verder bekwaamd hebben in wat dan ook dan jijzelf.  

Dan is er nog een ander onderscheid dat van oudsher al binnen de traditionele en gevestigde krijgskunsten werd gemaakt en dat is van de (meer) interne en de (meer) externe kunsten. Dat is geen zwart/wit indeling (althans hooguit als ideaal maar niet in de praktijk) maar meer iets dat zich op een glijdende schaal beweegt in de zin dat veel technieken zowel extern ofwel vooral mechanisch en met spierkracht uitgevoerd kunnen worden alsook intern ofwel met vooral intentie en een daaruit volgende interne coördinatie van het eigen lichaam. Voor de ongeoefende leek zal dat onderscheid aan de buitenkant niet altijd zomaar helder of zichtbaar zijn. Voor mij persoonlijk weegt juist dit onderscheid erg zwaar omdat het mij op het spoor zet van datgene waar ik naar op zoek ben. 

Binnen die zogeheten interne kunsten gaat het dus uiteindelijk niet zozeer om vechten en winnen maar meer om het ontwikkelen van een innerlijke staat van zijn. Men spreekt dan over intentie, gronden, balans, interne kracht en dergelijke. Een begrip dat in veel van deze kunsten centraal staat en velen ook hun naam deels aan te danken hebben is een bepaalde soort (levens)energie die in de Indiase  traditie bekend staat als Prana, in China als Chi, in Japan als Ki, in het oude Griekenland als Pneuma en in het Hebreeuws als Ruach. De Indianen zullen het, neem ik aan, de Grote Geest noemen en in het Christendom zal het wel als de Heilige Geest aangeduid worden. Zo zie je maar dat het van de Dojo naar de Kerk helemaal niet zo grote stap hoeft te zijn. Het ene moment praat je over strijd en het volgende moment over spiritualiteit. Hallelujah!

<<vorige volgende>>

My martial art career?(5) 

I ended the previous blog with the question whether I consider myself to be martial artist. The perhaps less common term martial artist may also be substistuted here by expert in fighting techniques or tried and tested in some martial art. When I started aikido 44 years ago, it was not to learn how to fight or because I felt a strong need to be able to defend myself physically, but more to do some sort of movement art.  And tai chi and aikido had caught my attention because of what I had heard or read about them; there was a somewhat mysterious haze of Eastern philosophy around it dressed up with terms such as softness, natural movement, inner strength, life energy and not aggressively seeking out the conflict but taking out the fuse with peacefulness and so on. In any case, enough to stimulate my curiosity and to want to learn and/or experience that. 

The kind of quasi-mystical or magical experiences that one might imagine in that regard do not flow your way just like that, or at least it didn’t to me. Aikido training largely follows the pattern of someone attacking and someone performing a technique in response. In fact, the pattern of a mock fight in which one person performs a specific form of attack where the other has to respond with a certain technique. You practice that a number of times, after which the roles are reversed and so on. It then becomes more or less a kind of choreography in which you can train certain movements, be confronted with your own (primary) reactions and if possible be able to bend and sharpen them. My experience is that you can practice and learn quite a bit within a safe situation plus gain some self-knowledge. 

However, that choreographic aspect of more or less knowing what action(s) you can expect from the other person also has its drawbacks. It can give you a false sense of control or security that would be out of place in a real fight on the street and you would be punished for it immediately. A guy called Rokas Leonavičius put his finger on this sore spot a few years ago. The many reactions of contempt and disdain towards Rokas from the aikido community at large suggest that he touched a very sensitive spot and he apparently threw a cat among the pigeons. His criticism mainly concerned the false sense of security as a form of deception that caused ineffectiveness in real combat situations due to lack of pressure-testing and reality checking through competition plus the sectarian character of many aikido groups. Rokas on his Youtube channel now journeys  pretty much through the entire martial arts world and seems to have become a kind of rating body regarding the effectiveness of the various martial arts.  

In any case, Rokas managed to draw attention to the distinctions between practicing martial (or somewhat martial-like) movements for the purpose of self-examination and personal development and practicing to be able to defend yourself as effectively as possible in unexpected situations and practicing for actual fights and eliminating the opponent as effectively and quickly as possible. Distinctions that are essential. And distinctions that are often forgotten or swept under the carpet by the softer arts such as aikido. It matters a lot what you are looking for in your practice, for how you could best go about it and what is the best way for you personally. And while of course you have to practice things yourself, you are and will for a considerable part remain dependent on others who have become more proficient in whatever than yourself; your teachers.  

Then there is another distinction that has traditionally been made within the traditional and established martial arts, and that is of the (more) internal and the (more) external arts. This is not a black-and-white classification (maybe so as an ideal but not in the real world) but rather something that moves on a sliding scale in the sense that many techniques can be performed both externally or mainly mechanically and with muscle power, as well as internally or with intention and a consequent internal coordination of one's own body. To the untrained layman, that distinction will not always be clear or visible on the outside. For me personally, this distinction is very important because it puts me on the track of what I am looking for. 

In these so-called internal arts, it is not so much about fighting and winning, but more about developing an inner state of being. One speaks of intention, grounding or rooting, balance, internal strength and things like that. A concept that is central to many of these arts, and many of them owe their name to in part, is a certain kind of (life) energy known in the Indian tradition as Prana, in China as Chi, in Japan as Ki, in ancient Greece as Pneuma and in Hebrew as Ruach. The Indians, I suppose, will call it the Great Spirit, and in Christianity it will be called the Holy Ghost. So you see that it doesn't take a giant step to get from the Dojo to the Church. One minute you're talking about conflict and strife and the next you're talking about spirituality. Hallelujah!

<< previous next >>

Sunday, August 18, 2024

Houses and boxes ....

 .... and whatever we stuff into them will have to come out at some point.



In a book titled "dreaming reality"by Joe Griffin and Ivan Tyrrell I found this great nursery rhyme that may resonate and ring bells on many different levels.

A House is a House for Me by M.A. Hoberman (1982) Puffin Books

A glove is a house for a hand, a hand.

A stocking’s a house for a knee.

A shoe or a boot is a house for a foot

And a house is a house for me!

A box is a house for a teabag.

A teapot is a house for some tea.

If you pour me a cup and I drink it all up,

Then the teahouse will turn into me!

Cartons are houses for crackers.

Castles are houses for kings.

The more I think about houses,

The more things are houses for things.

And if you started in thinking,

I think you will find it is true

That the more that you think about houses for things,

The more things are houses for you.

Barrels are houses for pickles

And bottles are house for jam.

A pot is a spot for potatoes.

A sandwich is home for some ham.

The cookie jar’s home to the cookies.

The breadbin is home to the bread.

My coat is a house for my body.

My hat is a house for my head.

And once you get started in thinking this way,

It seems that whatever you see

Is either a house or it lives in a house,

And a house is a house for me!

A book is a house for a story.

A rose is a house for a smell.

My head is a house for a secret,

A secret I will never tell.

A flower’s at home in a garden.

A donkey’s at home in a stall.

Each creature that’s known has a house of its own

And the earth is a house for us all.

Tuesday, August 13, 2024

Voorlopig nog geen 75

 Ik zal het wel weer gauw vergeten en gewoon braaf antwoord geven maar ik heb me zojuist voorgenomen om wanneer men mij het komende jaar naar mijn leeftijd vraagt te zeggen: voorlopig nog geen 75

Thursday, August 8, 2024

Krijgskunstenaar?(4)

 Zo’n 27 jaar nadat ik voor de laatste keer van de mat stapte bij Dun Hong en mijn korte aikido carrière zo plots ten einde kwam, begon het toch weer te kriebelen. Ik had al lange tijd het idee dat ik toch weer iets als aikido wilde gaan doen en ik 60 geworden was dacht ik dan ik dat nu doen want als ik wacht tot m’n 75ste wordt het met dat rollen over die mat waarschijnlijk niks meer. Dus begon ik 5 jaar voor mijn pensioen weer met aikido en wel in Hoorn bij Heike Funk, leerling van Wilko Vriesman in de lijn Tissier.

Ik heb altijd wel een zekere fascinatie gekoesterd voor de spirituele kant van religie(s) en begon mij nu ook wat meer te verdiepen in en te lezen over met name de Oosterse Wijsheid tradities van het Boeddhisme en het Taoïsme. Daarmee (of daardoor?) kwamen ook de Chinese traditie en de Chinese krijgskunsten meer in beeld voor mij.

Inmiddels nam het internet een vlucht als open informatiebron met blogs, e-books, online cursussen en zo meer. Vervolgens kwam de smartphone ten tonele en werden de zogeheten social media gelanceerd.

Ik begon mensen als Peter Ralston, Bruce Frantzis en Adam Mizner online te volgen en abonneerde mij een aantal jaren op de site van Energy Arts.

Zo vulde ik m’n  ouwe dag en werd wat uit de Chinese koker kwam geleidelijk aan een belangrijker bron van kennis en inspiratie voor mij dan wat er uit de Japanse koker kwam. Hoewel het door elkaar liep werden de principes en de achtergronden daarvan mij toch meer duidelijk via de Chinese kant terwijl de aikidotraining toch meer op specifieke aspecten van de technieken gericht leek te zijn.

 In mijn woonplaats ging ik qigong/tai chi  lessen volgen bij Rina Kappelhof tot aan de tijd dat corona toesloeg en later bij Natalie Bosscher.

Miles Kessler een aikido- en meditatieleraar uit Tel Aviv had ook het internet ontdekt met zijn Integral Dojo en organiseerde in 2017 een zogeheten tele-summit onder de naam Aikido at the Leading Edge. Daardoor kwam ik, terwijl ik in Frankrijk vertoefde voor een seminar met Hiroshi Ikeda, in contact met Martijn van Hemmen en vervolgde ik mijn aikidobeoefening  vanaf voorjaar/zomer 2018 bij Yuishinkai aikido in Alkmaar. Dat doe ik tot vandaag de dag. Veel van die trainingsessieszijn overigens te volgen op Youtube.

Om mijn martiale CV maar even vol te maken: binnen de aikido vereniging waar ik momenteel train volgde ik seminars van Martijn van Hemmen  en van John Peter Kelly. Daarbuiten bezocht ik ook seminars/workshops van Hiroshi Ikeda, Corky Quakenbush, Dirk Müller, Dan Harden en Stephane Bendetti.

Sinds ik mijn aandacht ook richtte op wat er op dat gebied zoal uit China kwam bezocht ik ook een workshop met Adam Mizner en had ik mij in maart 2020 aangemeld voor een seminar met Howard Wang in Volendam. https://prana-dynamics.com/about-huai-hsiang-wang/  Toen waaide er zomaar een virusje door de wereld, https://nl.wikipedia.org/wiki/Coronapandemie  werden er corona maatregelen afgekondigd en kon Howard ternauwernood via London nog naar huis in Taiwan komen. Seminar afgeblazen. Wat Huai Hsiang (Howard) Wang doet heet Prana Dynamics. https://prana-dynamics.com/ Daarna volgde ik Howard online bezocht ik tweemaal de groep van Bram en Kris in Antwerpen, de tweede maal onder leiding van Howard zelf.

Toen dat vermaledijde virusje, of eigenlijk de reacties daarop, vele bijeenkomsten onmogelijk maakten en zo vele wegen afsloot opende dat ook weer nieuwe mogelijkheden van ontmoeten en samendoen namelijk online; en Zoom werd groot en een huishoudartikel. Zo kwam ik dus in contact met Howard Wang en later ook met Paul Linden. Paul Linden is een Amerikaanse aikidoleraar, lichaamswerker en inspirator van de Embodiment-beweging van Mark Walsh. Over het werk van Paul Linden zal ik op een later moment ongetwijfeld nog wel het een en ander te melden hebben om reden dat ik zijn boek “It’s all the same – except for the differences” heb vertaald.

Zo snuffel ik dan voor en tijdens de corona-tijd online zo’n beetje de hele wereld af op zoek naar informatie en/of mensen die mij kunnen helpen bij dan wel iets te bieden hebben in mijn zoektocht naar …, ja naar wat …? Via, als ik mij niet vergis, video’s van de Martial Man kom ik dan op het spoor van Lyndon Oudsten die zowaar bijna bij mij om de hoek Kung Fu lessen geeft. Dat was net zo als mijn eerdere kennismaking met aikido in 1981 even langskomen en ik was lid van de club. Sinds die tijd volg ik dus ook Kung Fu lessen. Als dat beelden oproept van Bruce Lee; wat ik daar doe lijkt daar in de verste verte niet op. Via Lyndon maakte ik dan weer kennis met Master Yap Boh Heong, Dennis Wang en Ortwin Lüers. Alle drie zijn te vinden op de site van de Martial Man. Binnen deze groep worden de volgende disciplines beoefend: 5 Ancestors, Wumei, Yan Shou Gong, medical qigong and Wu Ji Quan.

En online maakte ik ook kennis met Jaro Wanders, die van aikido naar systema overstapte en zijn trainingen en workshops geeft in Sneek.

Zo heb ik het afgelopen decennium toch een flink aantal leraren van bijzondere klasse en uit diverse krijgskunsten opgezocht en gevolgd.  Daarbij mag ik dan zeggen dat ik ze allen als mijn leraren beschouw, ze hoog acht en ze van bijzondere klasse acht.

Als je me nu zou vragen of ik mijzelf zie als krijgskunstenaar ofwel iemand die ambieert om zijn sporen te verdienen in een vechtsport, hetgeen de titel van deze blogjes toch min of meer lijkt te suggereren, zou ik toch resoluut zeggen: nee bepaald niet. Daar moest ik in een volgend blogje dan maar wat verder op in gaan.

<<vorige volgende>>

My martial arts career?(4)

 Some 27 years since I last set on the tatami at Dun Hong and my short career in aikido came to a sudden end, I began to feel something itching again. For a long time I had the idea that I once more wanted to do something like aikido and when I turned 60, it felt it had to be now if ever, because if I would wait till 75, I might be just a tiny bit too late to adapt to rolling on that mat again. So 5 years before my retirement I once again started training aikido in Hoorn with Heike Funk, student of Wilko Vriesman in the Tissier line.

I have always cherished a certain fascination for the spiritual side of religion(s) and now I started to delve into and read some more about the Eastern Wisdom traditions of Buddhism and Taoism. With that (or because of it?) the Chinese tradition and the Chinese martial arts also came more into the picture for me.

In the meantime, the internet took off as an open source of information with blogs, e-books, online courses and what have you not. Then the smartphone made its appearance on the scene and the so-called social media took off. (aren’t we lucky?)

I started following people like Peter Ralston, Bruce Frantzis and Adam Mizner online and subscribed to the Energy Arts site for some time.

In this manner I killed much of my sparetime as a pensioner. The Chinese side of the game gradually became more prominent for me as a source of knowledge and inspiration than the Japanese narratives. Although they sort of intertwined, the principles and the backgrounds of the game made more sense to me through the Chinese sources, while the aikido training seemed to be more focused on specific aspects of the techniques.

 In my hometown I started taking qigong/tai chi classes with Rina Kappelhof until the time corona struck and then with Natalie Bosscher.

 Miles Kessler, an aikido and meditation teacher from Tel Aviv, had also discovered the internet with his Integral Dojo and organized a so-called tele-summit in 2017 titled Aikido at the Leading Edge. Through that I came into contact with Martijn van Hemmen, while I was in France for a seminar with Hiroshi Ikeda, and continued my aikido practice from spring/summer 2018 at Yuishinkai aikido in Alkmaar. That is still the case today. Many of these training sessions may be followed on Youtube.

To complete my martial CV: within the aikido association where I currently train I attended a number of seminars by Martijn van Hemmen and John Peter Kelly. In addition, I also attended seminars/workshops by Hiroshi Ikeda, Corky Quakenbush, Dirk Müller, Dan Harden and Stephane Bendetti.

Since I had also turned my attention to the Chinese sources, I also attended a workshop with Adam Mizner and in March 2020 I had signed up for a seminar with Howard Wang in Volendam. Then a virus just hit and blew through this world, corona measures were announced and Howard was barely able to get home to Taiwan via London. Seminar cancelled. What Huai Hsiang (Howard) Wang does is called Prana Dynamics. After that I did follow Howard online and visited Bram and Kris' group in Antwerp twice, the second time under the guidance of Howard himself.

When that damned virus, or rather the reactions to it, made many meetings impossible and closed off so many avenues, it also opened up new possibilities of meeting and doing things together, namely online; and Zoom became big and a household item. That's how I came into contact with Howard Wang and later with Paul Linden. Paul Linden is an American aikido teacher, bodyworker, and inspirer of Mark Walsh's Embodiment movement.  I will undoubtedly have some more to say about Paul Linden and his BIM at a later time, if only because I translated his book "It's all the same – except for the differences" into Dutch.

So, before and during the corona time, I snoop around the internet searching for information and/or people who can help me or have something to offer in my search for ..., yes for what...? Then through, if I'm not mistaken, videos of the Martial Man, I come across the name of Lyndon Oudsten who actually gives Kung Fu lessons at a place just around the corner. And things just went like my earlier introduction to aikido in 1981, I came round to see what that was about and I was a member of the club. Since that time I have also been taking Kung Fu lessons. If that conjures up images of Bruce Lee; What I'm doing here certainly doesn't look anything like that. Through Lyndon I was furthermore  introduced to Master Yap Boh Heong, Dennis Wang and Ortwin Lüers. All of whom can be found online through the site of the Martial Man. Within this group the following disciplines are practiced: 5 Ancestors, Wumei, Yan Shou Gong, medical qigong and Wu Ji Quan

And online I also got acquainted with Jaro Wanders, who switched from aikido to systema and gives his trainings and workshops in Sneek.

In the past decade I have found and chosen myself quite a number of first class teachers from various martial arts.  Which means that I view them all as my teachers, hold them in high esteem and rate them to be of outstanding class.

If you would ask me now whether I see myself as a martial artist or someone who aspires to earn his spurs in a martial art, which the title of these blogs somehow seems to suggest, I would say: no definitely not. I guess I’ll have some more to say about that in a next blog post.

<<previous next>>

Sunday, August 4, 2024

Krijgskunstenaar?(3)

 Waar was ik gebleven in mijn krijgskunstverleden? O ja, ik deed een studie, zat met mijn neus in de boeken, was een stevige drinker, rookte als een ketter en werkte ’s nachts. Bepaald niet de weerspiegeling van het leven van een samoerai of wat voor krijger dan ook. In 1999 ging dat dan ook niet helemaal goed en had ik last van zogeheten etalage-benen oftewel Buerger’s Disease. En een ongemak (dis-ease) kun je het wel noemen, ik kon hooguit 300 meter lopen alvorens mijn benen op slot gingen en ik geen volgende stap meer kon zetten.

 Toen ik met mijn klachten naar de huisarts ging riep die er prompt zijn collega bij om toch ook eens te voelen hoe ontstellend weinig bloed er door mijn benen naar de voeten stroomde en werd ik direct doorgestuurd naar de cardioloog en de vaatchirurg. 

Er volgde een periode van ziekenhuisbezoek, ziekteverlof, werk hervatten, bedrijfsartsen en dergelijke. Bij een angiografie via de liesslagader schrokken de opererende artsen dermate dat ze na een telefoontje met de oppervaatchirurg toch maar een stent hebben geplaatst hoewel dat niet op het programma stond. Ik stopte met roken nadat de vaatchirurg mij te kennen gaf: Luister, ik ga jou niet vertellen dat je moet stoppen met roken want dat moet je natuurlijk helemaal zelf weten maar ik moet je wel vertellen dat als je doorgaat met roken we binnen een tijdsbestek van drie jaar minstens één voet of stuk been zullen moeten amputeren. Ik stak de laatste sigaret op na elf uur op oudejaarsavond 1999 en heb deze eeuw niet meer gerookt.

Het was een rommelige tijd waarin behalve gedoe rond werk, inkomen en wettelijke en juridische regelingen daaromtrent ook mijn gevoel ten aanzien van mijn lijf en hoe ik in mijn vel stak af en toe aardig ondersteboven werden gekeerd. Kortom ik moest uit die lappenmand zien te kruipen waar ik voor mijn 50ste levensjaar zomaar in was beland.

Nachtdiensten waren inmiddels taboe en ik begon in 2000 overdag te werken en mijn plek te zoeken binnen de dagbesteding. Verder moest ik mezelf ook in fysieke zin en mogelijkheden weer een beetje opnieuw uitvinden. Afstanden lopen bleef een moeizame onderneming en mijn conditie was behoorlijk onder de maat. Ik zocht wel naar geschikte bewegingsvormen en begon me te interesseren voor zaken als Alexandertechniek en Feldenkrais. Het zou overigens nog 10 jaar duren alvorens mijn bemoeienis met de krijgskunsten weer een nieuwe impuls zou krijgen.

Dat werk binnen de dagbesteding bracht met zich mee dat ik wel weer met enige regelmaat met soms vrij heftige fysieke agressie van doen kreeg. Eenmaal ontving ik (volkomen onterecht) over het verloop van een dergelijke situatie zelfs via tussenkomst van justitie een reprimande van mijn werkgever. 

Mijn werkgever ging inmiddels meer overwogen en verstandiger om met het gegeven van agressief gedrag binnen een institutionele setting dan in de 80er jaren. Er werden inmiddels ook speciale trainingen “omgaan met agressie” gegeven; iets waar een aantal collega’s waaronder ik overigens wel jaren voor hebben moeten pleiten. 

Hoewel hetgeen ik zo'n twintig jaar daarvoor in de aikidotraining geleerd had veelal wel goed en gedoseerd heb weten te gebruiken in mijn werk was ik natuurlijk allesbehalve een krijgskunstenaar, een volleerde vechtsportbeoefenaar of een expert in het beteugelen van agressie. Wel had ik het gevoel dat ik binnen de mij gegeven werksituatie betrekkelijk goed met de daar voorkomende vormen van agressie om kon gaan en daar minder last van had dan sommige collega's. Hetgeen dan weer tot gevolg had dat ik vaker op mocht komen draven in dergelijke situaties. Toen ik in dit werk begon werd ik min of meer verrast door de frequentie en de mate van agressie die ik tegenkwam. En mocht dat ook aan den lijve ondervinden. Inmiddels had ik veel meer zicht op het omgaan met en het zien aankomen daarvan en scheen het mij toe dat veel lieden in openbare functies het in dat opzicht veel moeilijker hadden dan ik.  

Het kan verkeren.  

<<vorige volgende>>

My martial art career?(3)

 Where had I gone in my martial arts past? Yeah, I was studying, had my nose in books, was a heavy drinker, smoked like a heretic and was working nightshifts. Certainly not the reflection of the life of a samurai or any other warrior for that matter. In 1999 that didn't go quite well and I suffered from  Buerger's Disease.Dis-ease is an apt description for the state I was in as I could hardly walk 300 meters before my legs would get locked and I couldn't take a next step.

 When I went to the GP with my complaints, he promptly called his colleague to feel how appallingly little blood was flowing through my legs to the feet and I was immediately referred to the cardiologist and the vascular surgeon. 

Next came a period of hospital visits, sick leave, resumption of work, company doctors and the like. During an angiography through the inguinal artery, the operating doctors had to make a phone call with the head surgeon and then placed a stent which initially was not on the agenda. I quit smoking after the vascular surgeon told me: Listen, I'm not going to tell you to stop smoking because that's entirely up to you, but I do have to tell you that if you continue to smoke, we will have to amputate at least one foot or part of your leg within a period of three years. I lit my last cigarette after eleven o'clock on New Year's Eve 1999 and never lit up another through this century.

It was a somewhat messy time of uncertainty in which, in addition to hassle about work, income and regulations plus legal quirks over those, my feeling of and towards my body and how I felt about myself were occasionally turned upside down. In short, I had to crawl out of that rag basket that I had just ended up in before I was 50 years old.

Nightshifts were now taboo for me and in 2000 I started working daytimes in the day care center of the institution I was working. I also had to reinvent myself a bit in the physical sense and possibilities. Walking distances remained a difficult undertaking and my condition was quite below par. I did look for suitable forms of movement and exercise while developing an interest in things like Alexander Technique, Feldenkrais and the like. It would take another 10 years before my involvement in the martial arts would actually get a renewed impulse.

My new job in the daycare center meant that I had to deal with  at times quite violent physical aggression again on a regular basis. Once, I received (completely unjustified) a reprimand from my employer about the course of such a situation.

In the meantime, my employer was more deliberate and sensible about actual aggressive behavior within an institutional setting than in the 1980s. And they had set up special training courses on "dealing with aggression"; something that a number of colleagues, including myself, have had to argue for for years.

Although what I had learned in aikido training about twenty years before I was able to use in my work in a good and measured way, I was of course anything but a martial artist, an accomplished fighter or an expert in curbing aggression. However, I did have the feeling that within my actual work situation, I was able to deal relatively well with the forms of aggression that occurred there and was less anxious about it than some colleagues. Which in turn meant that I was asked to show up more often in such situations. When I started in this job, I was more or less surprised by the frequency and the level of aggression I encountered. And I had the opportunity to experience the impact first-hand. I now felt  I had much more insight into how to deal with and see it coming, and it seemed to me that many people in public positions had a much harder time in that respect than I did.

Things might always take a turn.

<<previous next>>