Wednesday, March 28, 2012

Hello cruel world

Gisteravond bijzonder genoten van een optreden van Gretchen Peters in de Schalm.
Dat was het eerste optreden van haar Europese tour met Barry Walsh en Cristine Bougie.



Voor de pauze brachten ze haar nieuwe album Hello cruel world ten gehore met ondere andere het nummer:



En na de pauze een greep uit eerder werk waaronder het prachtige Guadalupe.

Tuesday, March 27, 2012

Creatief bosbeheer

Onze overheid heeft geld nodig en in het Catshuis wordt naarstig gezocht naar creatieve bezuinigingen. Nu hoor ik gisteravond voor Nieuwsuur de PVV bij monde van Richard de Mos met het lumineuze idee op de proppen komen om de natuur en ons natuurbeheer eens vergaand te liberaliseren.



Zou het niet leuk zijn, goed voor de natuur en veel geld opleveren als iedere Nederlander, die dat wil, zijn eigen stukje bos kon kopen?
Met volkstuintjes zijn we al bekend en dan gaan we nu eens aan de volksbosjes.

PVV-er de Mos ziet veel heil in creatief ondernemen. En dat zou ons veel geld op kunnen leveren terwijl een log orgaan als Staatsbosbeheer ons alleen maar veel geld kost, aldus de Mos. En dat geld zitten we hard om te springen; we verkeren namelijk in een crisis. Dat die crisis ontstond door creatief ondernemen en zogeheten innovatieve produkten in de bank- en financiële wereld vergeet de Mos gemakshalve even te vermelden. Hemzelf kan enige creativiteit natuurlijk ook niet ontzegd worden zoals wel bleek bij nadere inspectie van zijn CV.



Ik hoorde de Mos nog zeggen dat hij (evenals ik overigens) padvinder is geweest en houdt van de natuur zoals de PVV. Dan bekruipt mij toch sterk het gevoel dat hij inmiddels een heel eind van het padje is afgedwaald. Als hopman de Mos zijn zin krijgt wordt het, volgens mij, voor veel echte natuurliefhebbers zich in bochten wringen en op een houtje bijten.



De creativiteit
van de Mos en zijn kornuiten inschattend ben ik toch erg benieuwd hoe die creatieve en beter-dan-nu-beheerde natuur met al die volksbosjes er uit gaat zien. Ik heb er eerlijk gezegd niet zo bijster veel vertrouwen in. Maar het lukt de PVV in samenwerking met de media hoe dan ook weer om het nieuws te halen en met het idee van liberalisatie van de natuur zelfs even flink onder de duiven van de VVD te schieten.

Monday, March 26, 2012

Nog wat losse (onthechte) flarden (9)

Zoals gezegd is de attachment- of hechtingstheorie tot een bijzonder belangwekkende en invloedrijke theorie binnen de huidige psychologie uitgegroeid. Dat wil niet zeggen dat iedereen evenzeer onder de indruk is en er geen onderbouwde kritiek mogelijk zou zijn. Volgens Jerome Kagan een gerenommeerd Harvard psycholoog zijn we gewoon wat te gehecht geraakt aan de gehechtheidstheorie; een theorie die zijn aantrekkingskracht vooral zou danken aan een plausibele eenvoud, maar waar nogal gemakkelijk teveel ongefundeerde conclusies aan verbonden zou worden. Zo meent Kagan dat temperament een betere voorspeller voor later functioneren is dan hechtingstypologie.
(zie hier pag. 5 voor een samenvatting van Kagan's bezwaren)

Zelf ben ik wel gecharmeerd en onder de indruk van Bowlby's attachment-theorie. Maar daarnaast zou ik toch ook de waarschuwing van Kagan en de zijnen om niet al te licht tot ongefundeerde conclusies te komen, bijvoorbeeld in de richting van psychopathologische labels ter harte willen nemen.



Dat een vermijdende gehechtheid bindingsangst en een ambivalente gehechtheid verlatingsangst zou faciliteren, lijkt mij een gerechtvaardigde stelling maar dat betekent natuurlijk niet dat je de zaak zomaar om kunt draaien en dan in oorzakelijke zin recht evenredig hetzelfde zou gelden. Vroegere hechtingservaringen zijn niet de uitsluitende en onveranderlijk bepalende factoren voor ons mentaal functioneren en gedrag.

Neem nou bijvoorbeeld eens bindingsangst; dat is toch iets waar, bij mijn beste weten, veel vrouwen de meeste mannen wel enigszins tot ernstig van verdenken, terwijl dat andersom toch zelden het geval schijnt.
In verschillende onderzoekssamples van vermijdende hechting (zo rond de 20%) wordt nergens melding van een dergelijke ongelijke verdeling op grond van sekse gemaakt. Zouden man-vrouw verschillen hier echt een rol spelen en dergelijke observaties of gangbare opvattingen aan iets anders dan het fenomeen hechting toe te kennen zijn?
Al even of nog iets ingewikkelder wordt het als we gaan differentiëren naar bv. autisme of ADHD.

Evenzeer als elders moeten we hier natuurlijk ook oppassen met labelen en het opplakken van etiketjes. De vraag blijft natuurlijk waar het uiteindelijk toe wil dienen. Ik denk dat de attachmenttheorie in het begeleidingswerk een bijzonder nuttig heuristisch en richtinggevend instrument kan zijn in de zin van waar, wanneer en hoe zoekt iemand veiligheid en geborgenheid en hoe kunnen wij dat bieden.



Dat moet dan om met Winnicot te spreken, en als het effe kan, wel goed genoeg zijn; perfectie is in ons werk niet haalbaar, perfectionisme niet gewenst en werkt doorgaans contra-productief.

Soms lijkt de belangstelling voor hechting toch wel een beetje die kant uit en wat ver te gaan.
Laten we het er even op houden dat men in de hoek van de psychotherapie soms wat meer behoefte aan diepgravende nuancering heeft dan wij op de reguliere werkvloer van het instellingswerk.
Met het woord therapie komen we tevens op de hamvraag.

De hamvraag is uiteraard of er nog iets recht te breien of bij te spijkeren valt in geval van een (al dan niet vermeend) verbroken, verstoord, gemankeerd of anderszins onbevredigend verlopen hechtingsproces.



Wat dan te doen? Bestaan er therapieën of behandelingswijzen die mij en mijn collega's enig inzicht kunnen verschaffen?

Hoewel ik bepaald niet goed thuis ben in deze materie wil ik er toch iets over vermelden en daarbij weer wat links slijten. Als ik eens wat rondgoogle naar hechting, attachment en therapieën zie ik nogal eens de termen holding, bonding en rebirthing in beeld verschijnen en gelukkig ook de nodige waarschuwingen in verband daarmee.
Holdingtherapie of vasthoudtherapie, in sommige gevallen en combinaties ook bonding genoemd steekt al enkele decennia regelmatig de kop op als vermeende remedie bij autisme en/of hechtingsproblematiek bv. in relatie met adoptie. Het betreft een zeer controversiele praktijk, sooms ingebed in wat dan heet rebirthing.



Ik herinner mij van zo'n kwart eeuw geleden een artikel onder de klinkende naam:
'Het onding bonding', waarin Herman Baartman principieel stelling nam tegen dergelijke praktijken.
Recent las ik op het www het relaas van een Engelse vrouw met Asperger die dergelijke praktijken als slachtoffer had ondergaan en het typeerde als: sensory rape.
Een Nederlandse lotgenote, gediagnosticeerd als autist en zich profilerend als schrijfster en blogster kwalificeert het als: marteling als therapie. De stem van ervaringsdeskundigen lijkt me hier toch wel bijzonder overtuigend.
Onder aan het stukje op haar blog geeft Sarah Morton een link naar clips van deze praktijk en één naar een lijst met slachtoffers hiervan. Naar ik begrijp heeft met name het geval van Candace Newmaker opschudding gewekt en het nodige losgemaakt in vooral de Angelsaksische wereld. (zoals hier Jolanda Venema of Brandon)



Ook veel deskundigen waarschuwen in woord en geschrift nadrukkelijk tegen dergelijke pseudo-therapeutische, gevaarlijke en mensonterende praktijken.

Wat er wel aan deugdelijke, aanvaardbare en wetenschappelijk onderbouwde therapie voorhanden is, ben ik wel nieuwsgierig naar maar te weinig bekend mee om daar iets zinnigs over te melden. Hier iets van een vingerwijzing in die richting.



Op dit blog heb ik al eerder redelijk uitgebreid aandacht geschonken aan de benadering die gaat onder de naam van Gentle teaching. Nu is deze benaderingswijze zoals verwoord en uitgedragen door John McGee niet echt een therapie hoewel ze wel beoogd 'helend' te zijn.
De focus van Gentle teaching ligt op onze onderlinge en wederzijdse verbondenheid, ook wel de psychologie van wederzijdse afhankelijkheid genoemd en krijgt gestalte middels wat dan heet companionship.
Pouwel van de Siepkamp schrijft in zijn boek Gentle teaching Een weg van hoop voor mensen met bijzondere kwetsbaarheden wat het gevoel van companionship inhoudt:

- het ervaren van veiligheid en geborgenheid
- het ervaren van verbondenheid met elkaar
- het ervaren van gevoelens van liefde van de ander
- het kunnen uiten van genegenheid jegens de ander

Het lijkt me dat de raakpunten en dwarsverbanden met het fenomeen hechting of attachment hier voor het oprapen liggen. Waarvan bij deze akte. In genoemd boek worden ook regelmatig hechting en gehechtheid aangehaald of genoemd.



En mijn eigen gehechtheid dan? Na mijn geboorte heeft mijn moeder, omdat ze me niet aan een kindertehuis wilde afgeven, een half jaartje met mij rondgezworven, waarna ik voor zo'n twee jaar bij pleegouders belandde om na hun bruiloft definitief bij mijn biologische ouders te komen wonen. Zelf ben ik dus hoogstwaarschijnlijk op z'n minst een beetje rommelig gehecht; en enige rommeligheid lijkt mij soms ook wel een beetje aan te kleven.

'Onveilig gehecht of een hechtingsstoornis' van Stor, Storsbergen en anderen is een genuanceerde uiteenzetting in boekvorm, met een hoofdstuk Vragen vanuit de praktijk zeer informatief voor werkers op de vloer en hier te lezen/downloaden.



Dan rest mij slechts te wijzen op het bestaan van nog vele andersoortige hechtingen, maar die vallen toch echt buiten dit bestek. Dat zou zelfs mij te rommelig worden dus zet ik er nu maar weer eens een punt achter.

<< Attachment

Friday, March 23, 2012

Lammetjes in de wei

Op Texel zag ik ze nog niet. Daarvoor waren we er net een paar dagen te vroeg.
Maar gisteren spotte ik ze dan voor het eerst dit jaar. Lammetjes in de wei.

Het jonge grut van de familie schaap


met moeder


en saampies in de wei


Het leek wel lente!

Thursday, March 22, 2012

Aanhangsel (of attachment) bij hechtingstheorie (8)

In 'Het behaviorisme als paradigma' kwam het behaviourisme, met een exclusieve nadruk op waarneembaar gedrag, als ooit het gedroomde paradigmatisch referentiepunt van de psychologie ter sprake. De volgende kandidaat voor die positie leek de cognitivistische benadering te worden en nu zijn we dan volop getuige van een toenemende aandacht voor het belang en de invloed van sociaal-emotionele aspecten op onze psyche en gedrag.
Zo zien we de aandacht, mede als reactie op de dieptepsychologische onbewuste drijfveren van Adler, Jung en met name Freud, verschuiven van waarneembaar (meetbaar?) gedrag, naar cognitieve processen, weer naar de vaak duistere en niet zelden onbeheersbare dynamiek van onze emoties. Wekt bij mij toch een beetje de indruk van een cirkelgang.



Die groeiende belangstelling voor onze emoties en sociaal-emotionele ontwikkeling is op allerlei terreinen merkbaar. In de filosofie (Flameling), de psychologie (Goleman), de psychotherapie (Stroecken en Verdult) en de neurofysiologie (Ledoux en Damasio) om maar eens een paar dwarsstraten te noemen. Ook de James-Langetheorie (die nooit echt helemaal weggeweest lijkt) mag zich hierbij regelmatig in hernieuwde belangstelling verheugen.
Wellicht dat dit ook weer een 'paradigmatische wending' gaat heten. Time will tell.
Ik hou het met mijn vriend Brederoo maar weer op: 't kan verkeren!



Ook in mijn werk meen ik, de laatste jaren, een wending in die richting te bespeuren. Zij het dat ik vind dat de theoretische en methodische grondslag en verankering daarvan nog al eens te wensen overlaten. Maar ook daar is schoorvoetend enige ontwikkeling ten goede te bespeuren; zo hoor ik al zo'n twee jaar dat ik eens in de methodiek van Gentle Teaching geschoold zal gaan worden.
En vorige week mocht ik een cursus-deel ontvangen van heel toevallig Henk50 over het onderwerp: Hechting!

Onze instinctieve aandrang tot hechting of attachment ligt in onze biologie verankerd. Het is een proces van tweerichtingsverkeer waarin aanvankelijk de zintuigelijke ervaring (zoals ook tast, reuk en smaak) een cruciale rol speelt.

Drie stellingen waar Henk zijn verhaal mee begon, wil ik hier ook maar even aanhalen omdat ze zo kernachtig en in een notedop de essentie van het gegeven hechting vangen:

1. veilige hechting vormt de basis voor alle emotionele ontwikkeling
2. er is geen kind dat zich niet hecht
3. niemand is helemaal veilig gehecht


Wij mensen zijn nu eenmaal nogal kwetsbare en brekebenige wezens en niemand komt helemaal zonder schrammen of kleerscheuren het leven door. Maar sommige mensen zijn weer iets of heel veel kwetsbaarder dan anderen en sommige mensen lopen wel ontzettend veel schrammen en builen op. We krijgen hoe dan ook allemaal op enig moment met afscheid, verlies en rouw te maken.
Daarbij geldt een veilige hechting dan als een protectieve factor of een leuk emotioneel startkapitaal en een onveilige hechting dan als een risicofactor en een verhoogde kwetsbaarheid.
Het draait er uiteindelijk om, hoe je op grond van en in zekere zin voorgeprogrammeerd door vroege(ere) ervaringen omgaat met tegenslag, met gevoelens van angst, schrik, boosheid, eenzaamheid en dergelijke en hoe je de daaruit voortvloeiende stress al dan niet verwerkt.
Deze bagage nemen we dan weer mee naar en zal zijn invloed doen gelden in volgende relaties, scheidingen en verlies.




<< verbredingshypothese | losse flarden >>

Monday, March 19, 2012

De verbredingshypothese (7)

Bowlby's attachmenttheorie concentreerde zich aanvankelijk vooral op de gehechtheidsrelatie met de moeder, hetgeen soms naadloos scheen aan te sluiten op heersende opvattingen over 'moederliefde' en daaruit voortvloeiend de rol, de taak en de verantwoordelijkheid van de vrouw aangaande de zorg voor en opvoeding van kinderen.
Kritiek van deze aard d.w.z. dat de hechtingstheorie een overdreven eenzijdige nadruk zou leggen op de rol van 'de moeder' en 'moederliefde' danwel het gebrek daaraan, hing al sinds de vijftiger jaren aan en om het onderzoek en de publicaties van Bowlby. Zijn uitspraak dat:


moederliefde voor de psychiche ontwikkeling van kinderen even belangrijk is als eiwitten en vitaminen dat zijn voor de fysieke ontwikkeling


kwam in dat verband ook nogal eens onder vuur te liggen.

Met name in de 60-tiger en 70-tiger jaren zwelde deze kritiek aan, ook als epifenomeen van de vrouwenemancipatie. Men was indertijd erg alert op en waakzaam voor alles dat de vrouw in haar traditionele rol zou kunnen bevestigen. Eerdergenoemde kritiek op Bowlby en de hechtingstheorie paste natuurlijk uitstekend in dat plaatje. Dit is dan tevens een mooi schoolvoorbeeld van hoe sociaal-wetenschappelijke vragen zoals hier die rond de attachmenttheorie zomaar een politiek en ideologisch heet hangijzer van duidelijk maatschappelijk belang kunnen worden.
Vragen zijn dan: is een wenselijk hechtingsproces van één persoon, te weten de moeder afhankelijk of kan en moet ook de vader daar een rol in spelen? En kunnen meerdere personen daar een rol in spelen? Hoe figureren plaatsvervangende opvoeders als oppas en begeleiding van crêches en peuterspeelzalen daarin? Vragen die uiteraard direct verband houden met de vraag of een 'werkende moeder' niet per definitie een 'ontaarde moeder' zou zijn!



In ons land doet Rien van IJzendoorn (juist, de voorzitter van die Creating Connections Conference) sinds 1978 met de vakgroep Wijsgerige en Empirische Pedagogiek te Leiden onderzoek naar dergelijke vragen. In Opvoeden in geborgenheid, Een kritische analyse van Bowlby's attachmenttheorie leggen van IJzendoorn, Tavacchio, Goossens en Vergeer hun bevindingen vast. Dit boek laat zich tevens lezen als een uitstekende Nederlandstalige introductie tot en overzicht van Bowlby's attachmenttheorie.
Het navolgende citaat hieruit geeft een uiterst beknopte sammenvattig van hun conclusies:



Een verbreding van het opvoedingsmilieu, dat wil zeggen een spreiding van de zorg en verantwoordelijkheid voor de opvoeding door inschakeling van vader en andere familieleden alsmede van crèches, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, is strikt attachmenttheoretisch gezien niet alleen mogelijk zonder schade voor de gehechtheidsontwikkeling van het kind, maar zelfs wenselijk als we er van uitgaan dat kinderen weerbaar moeten zijn tegen allerlei alledaagse of onverwachte separaties van een gehechtheidspersoon. Is deze hypothese eenmaal tot uitgangspunt genomen dan blijkt de attachmenttheorie een bijzonder nuttig instrument voor de reflectie over gevolgen van maatschappelijke veranderingen (werkend moederschap, symmetrisch gezin, vermaatschappelijking van de primaire opvoeding) voor de kinderlijke ontwikkeling, zoals we zullen aantonen.



Dat is dan wellicht een schrale troost voor mij en mijn collega-begeleiders in instellingen en vooral voor de daar huizende cliënten die ons moeten verduren. De care-givers die zij voorbij zien komen zijn zo talrijk en de wisselingen zo veelvuldig dat het bepaald en welhaast per definitie niet een bijzonder gunstige situatie oplevert om in relatie een gevoel van veiligheid en geborgenheid te ontwikkelen. En toch is dat de kern van ons werk, zeker als we op de Gentle Teaching wijze à la John McGee zouden willen werken.


<< with a little help from ... | Aanhangsel >>

Saturday, March 17, 2012

Culinair uitwaaien

Het vorig weekend vertoefden Marian en ik op Texel (spreek uit: Tessel) om daar eens een paar dagen culinair uit te waaien. Dat is gelukt, kan ik bij deze melden. Het bleek prima strandweer. Van het culinaire gedeelte kan ik geen foto's laten zien, wel wat van de uitwaaierij.

Voor duidelijk professioneler fotgrafisch werk van zowel het eiland als van diverse smakelijkheden, zie: Ruth de Ruwe.

Wij verbleven in De Koog en bezochten van daaruit voornamelijk de duinkant van noord, waar die vuurtoren staat, naar zuid, waar je op De Hors nieuwe duintjes kunt zien ontstaan.
Met mijn 'kijk-ik-kiek-ook-camera' schoot ik de volgende Tesselkiekjes:
(klik desgewenst op de afbeelding om deze groter te zien)


Dag vasteland van Noord-Holland


Hallo Den Burg


en strand bij De Koog


waar het zand zichtbaar stoof


De Slufter


uiteraard


bezocht evenals


De vuurtoren op de noordelijke punt


die toegankelijk is


tot in de top


en vanwaar je bij helder weer Vlieland kunt zien
De schaduw van de toren wijst je in de vroege middag waar je kijken moet


Een wat knokige malle molen bij De Cocksdorp


Langs De Muy


naar de Bertusnol


om Texel ook eens vanaf zijn hoogste duin te bewonderen


Op deze zonnige zondag


nog eens langs de rand


van de Slufter naar


het strand gewandeld om ook


die dag de zee toch nog even van dichtbij te zien


Naar het zich hier op het strand van Den Hoorn liet aanzien, leek ook de volgende dag zonovergoten te worden


en de skuumkoppes (toevallig ook de naam van een smakelijk Texels biertje) schitterden in het zonlicht


Helaas bedachten de weergoden zich rond een uur of één bij strandpaviljoen 9 en bliezen plots een koude zeedamp over het eiland


Die winderige en gure waterkou bleef ons vergezellen van de Mokbaai


naar De Geul


en van de Horsmeertjes


naar De Hors


dat soms wel iets van een maanlandschap had


tot in de Kreeftepolder


en de Kelderhuispolder
Toen hebben we de boot maar weer genomen en zijn naar huis gegaan