Vandaag mocht de wereld dan zijn 7 miljardste bewoner verwelkomen.
De welgemeende felicitaties aan de ouders en ik hoop dat het kind een gelukkige en zinvolle toekomst tegemoet zal gaan.
Ik vrees echter dat een dergelijke mooie en veelbelovende toekomst bij de huidige stand van de menselijke ontwikkeling en haar technisch vernuft een aanzienlijk betere kans van slagen zou hebben wanneer we hier met 700 miljoen zouden zijn in plaats van met de huidige 7 miljard.
Monday, October 31, 2011
Saturday, October 29, 2011
De C van CDA?
Ik roep al jaren dat de C van CDA voor Conservatief en duidelijk niet voor Christelijk staat. Het hele circus rond Mauro bevestigt dat, lijkt me zo, eens te meer en voor de zoveelste keer.
Nu verneem ik zojuist op het avondjournaal dat het CDA-congres naar aanleiding van deze zaak rond Mauro een motie heeft aangenomen waarin men zich voorneemt om dergelijke kwesties als CDA in de toekomst beter te zullen aanpakken en te willen afwikkelen.
Goede voornemens moet je natuurlijk, als het even kan, altijd serieus nemen maar hier begin ik toch ernstig aan mijn eeerdere inschattingen en observaties te twijfelen en denk ik: zou die C niet gewoon voor Comedy staan.
Zeker als je bedenkt dat Leers met Mauro gesproken heeft en hem daarbij heeft verteld dat hij de uitspraak over zijn uitzetting toch vooral niet 'persoonlijk' moet opvatten.
Nu verneem ik zojuist op het avondjournaal dat het CDA-congres naar aanleiding van deze zaak rond Mauro een motie heeft aangenomen waarin men zich voorneemt om dergelijke kwesties als CDA in de toekomst beter te zullen aanpakken en te willen afwikkelen.
Goede voornemens moet je natuurlijk, als het even kan, altijd serieus nemen maar hier begin ik toch ernstig aan mijn eeerdere inschattingen en observaties te twijfelen en denk ik: zou die C niet gewoon voor Comedy staan.
Zeker als je bedenkt dat Leers met Mauro gesproken heeft en hem daarbij heeft verteld dat hij de uitspraak over zijn uitzetting toch vooral niet 'persoonlijk' moet opvatten.
Thursday, October 27, 2011
Slecht en wat leuker nieuws
De media en de krant hadden vandaag helaas alweer slecht nieuws over Europa te melden. Onze leiders (?) lijken toch nog niet van zins leiderschap te tonen en ons uit de Eurocrisis te leiden. Ze klungelen liever nog een poosje weifelend en halfbakken door.
Toch las ik in de Volkskrant ook wel weer iets om een beetje vrolijk van te worden.
Oma's zijn hier en daar aan het breien geslagen voor wie dat wil: u vraagt en oma breit het!
Zo is er zelfs een nieuw breimodemerk ontstaan: Granny's Finest.
Dat zijn toch leuke dingen voor de mensen en tevens een zinnig gebruik van de nieuwe communicatiemiddelen.
In diezelfde krant trof ik ook nog deze aardige handgemaakte foto van Marijke van Warmerdam.
Ik neem aan dat wat we hier zien geen door oma gebreide onderbroek is, maar het is wel een mooie handstand.
Toch las ik in de Volkskrant ook wel weer iets om een beetje vrolijk van te worden.
Oma's zijn hier en daar aan het breien geslagen voor wie dat wil: u vraagt en oma breit het!
Zo is er zelfs een nieuw breimodemerk ontstaan: Granny's Finest.
Dat zijn toch leuke dingen voor de mensen en tevens een zinnig gebruik van de nieuwe communicatiemiddelen.
In diezelfde krant trof ik ook nog deze aardige handgemaakte foto van Marijke van Warmerdam.
Ik neem aan dat wat we hier zien geen door oma gebreide onderbroek is, maar het is wel een mooie handstand.
Wednesday, October 26, 2011
Hoge nood ... dus ...?
Als de nood het hoogst is, is de redding nabij
,zo luidt het spreekwoord.
Of dat voor Europa en de Euro ook geldt zal vandaag moeten blijken.
Ik heb er een vooralsnog niet zo erg veel vertrouwen in als ik de kakofonie en het gepalaver van politici, populisten, de populistische media en andere pseudo-deskundigen zo hoor.
Labels:
democratie,
econoblahblah,
economie,
Euro,
Europa,
politiek,
vragen
Friday, October 21, 2011
Samenloop van ...
Soms blijken de kwesties en onderwerpen die ik op dit blog aansnijd langs voor mij, op het moment van aanroeren, onvermoede lijnen met elkaar samen te hangen of te komen.
Op één of andere wijze gelinkt, zo gezegd.
Zo besteedde ik onlangs, in het kader van een vakantiereisje, enige aandacht aan Buchenwald waarbij ik een link gaf naar een aantal bekende namen van mensen die daar ooit gevangen zaten. Met daarbij de terloopse opmerking dat velen van hen zich nadien niet onbetuigd lieten in de strijd tegen onrecht of totalitair gedachtegoed. Er ontbrak echter toch een naam op dat wikipedialijstje nl. die van Stéphane Hessel.
Hij bracht korte tijd in Buchenwald en iets langer in Mittelbau-Dora door.
Als we het over vrijheid hebben, in filosofische, politieke, economische, alledaagse of andere zin, denk ik dat we niet om de universele verklaring van de rechten van de mens heen kunnen.
Één van de junior mede-opstellers van die verklaring uit 1948 heette Stéphane Hessel.
In mijn reactie op de 'Occupy'-beweging sprak ik mijn voorkeur uit voor 'Los indignados' als overkoepelende aanduiding of naam voor deze beweging. Los indignados is de naam voor de Spaanse protestbeweging zoals die dit voorjaar gestalte kreeg.
Die naam ontleende men aan een traktaat/pamflet/manifest waar de 93-jarige Stéphane Hessel de wereld vorig jaar op trakteerde. Binnen enkele maanden gingen er een miljoen exemplaren van: Indignez-vous! over de toonbank.
¡Indignaos!
Empört Euch!
Time for Outrage!
Neem het niet!
Inmiddels in 34 talen waaronder het chinees vertaald en nu zo'n 4 miljoen van verkocht.
Her en der te koop en ook bij ondermeer Amazon.com te bestellen.
Het wordt, zoals voor de hand ligt, ook wel vergeleken met het J'accuse van Émile Zola.
Op het Indignez-vous! Laat Hessel dan het Engagez-vous! volgen, en zo zal het met de huidige uitroepen van verontwaardiging ook moeten gaan, als we in de toekomst van onze Westerse of Europese samenleving en beschaving nog iets fatsoenlijks willen maken.
Hier een kort interview in het Frans en hier een langer en diepgravender interview in het Duits met deze verfrissende bejaarde. De moeite waard om te bekijken en vooral te beluisteren. Van zo'n vriendelijke en wijze oude en rebelse baas wordt ik in ieder geval helemaal vrolijk. Sommige oudjes doen het blijkbaar nog opperbest. Zie naast Stéphane Hessel in dat verband ook (de weliswaar 24 jaar jongere) Robert Thurman, zoals hier. Dit zijn toch bepaald geen grumpy old men, maar montere mannen van zekere leeftijd die de wereld iets zinnigs en hoopgevends te vertellen hebben en dat ook helder weten te communiceren. Morele bakens en helden van dit kaliber geven de burger toch weer moed. Nu maar hopen dat vooral ook jonge mensen zich hier door willen en kunnen laten inspireren.
Leve Robert Thurman en zijn pleidooi voor vreedzaamheid en compassie!
Leve Stéphane Hessel en zijn pleidooi voor menselijke waardigheid!
... en hun oproep tot verontwaardiging wanneer daar alle reden toe is!
Op één of andere wijze gelinkt, zo gezegd.
Zo besteedde ik onlangs, in het kader van een vakantiereisje, enige aandacht aan Buchenwald waarbij ik een link gaf naar een aantal bekende namen van mensen die daar ooit gevangen zaten. Met daarbij de terloopse opmerking dat velen van hen zich nadien niet onbetuigd lieten in de strijd tegen onrecht of totalitair gedachtegoed. Er ontbrak echter toch een naam op dat wikipedialijstje nl. die van Stéphane Hessel.
Hij bracht korte tijd in Buchenwald en iets langer in Mittelbau-Dora door.
Als we het over vrijheid hebben, in filosofische, politieke, economische, alledaagse of andere zin, denk ik dat we niet om de universele verklaring van de rechten van de mens heen kunnen.
Één van de junior mede-opstellers van die verklaring uit 1948 heette Stéphane Hessel.
In mijn reactie op de 'Occupy'-beweging sprak ik mijn voorkeur uit voor 'Los indignados' als overkoepelende aanduiding of naam voor deze beweging. Los indignados is de naam voor de Spaanse protestbeweging zoals die dit voorjaar gestalte kreeg.
Die naam ontleende men aan een traktaat/pamflet/manifest waar de 93-jarige Stéphane Hessel de wereld vorig jaar op trakteerde. Binnen enkele maanden gingen er een miljoen exemplaren van: Indignez-vous! over de toonbank.
¡Indignaos!
Empört Euch!
Time for Outrage!
Neem het niet!
Inmiddels in 34 talen waaronder het chinees vertaald en nu zo'n 4 miljoen van verkocht.
Her en der te koop en ook bij ondermeer Amazon.com te bestellen.
Het wordt, zoals voor de hand ligt, ook wel vergeleken met het J'accuse van Émile Zola.
Op het Indignez-vous! Laat Hessel dan het Engagez-vous! volgen, en zo zal het met de huidige uitroepen van verontwaardiging ook moeten gaan, als we in de toekomst van onze Westerse of Europese samenleving en beschaving nog iets fatsoenlijks willen maken.
Hier een kort interview in het Frans en hier een langer en diepgravender interview in het Duits met deze verfrissende bejaarde. De moeite waard om te bekijken en vooral te beluisteren. Van zo'n vriendelijke en wijze oude en rebelse baas wordt ik in ieder geval helemaal vrolijk. Sommige oudjes doen het blijkbaar nog opperbest. Zie naast Stéphane Hessel in dat verband ook (de weliswaar 24 jaar jongere) Robert Thurman, zoals hier. Dit zijn toch bepaald geen grumpy old men, maar montere mannen van zekere leeftijd die de wereld iets zinnigs en hoopgevends te vertellen hebben en dat ook helder weten te communiceren. Morele bakens en helden van dit kaliber geven de burger toch weer moed. Nu maar hopen dat vooral ook jonge mensen zich hier door willen en kunnen laten inspireren.
Leve Robert Thurman en zijn pleidooi voor vreedzaamheid en compassie!
Leve Stéphane Hessel en zijn pleidooi voor menselijke waardigheid!
... en hun oproep tot verontwaardiging wanneer daar alle reden toe is!
Wednesday, October 19, 2011
Je kunt niet niet ...
... communiceren
Dat klinkt wellicht wat paradoxaal maar zo luidt het eerste axioma uit het (bij mij in groene kaft) bekende boekje van van Paul Watzlawick, Janet Helmick Beavin en Don J. Jackson:
De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie.
(Even gooogelen leert me dat het boekje allang niet meer groen oogt, maar inmiddels een blauwe omslag heeft gekregen.)
Nou, communiceren dan maar ... en dat wordt vandaag de dag natuurlijk ook gedaan dat het een aard heeft. Kijk naar de media, het internetverkeer, de complete volksstammen die nu werkzaam zijn in de reclame, de marketing en de pr-business, het alom aanwezige gebruik van mobieltjes en de vergaderingen, overdrachten en gecomputeriseerde papierwinkel op je werk, om zomaar eens een greep te doen in het fenomeen dat we 'kommunikasie' zijn gaan noemen.
Je kunt tegenwoordig ook overal bij voortduring kreten horen als: dat moet wel even goed gecommuniceerd worden, hoor!
Het genoemde boek van Watzlawick e.a. geldt als een klassieker, stamt uit de zestiger jaren en werd in het daaropvolgende decennium een standaardwerk in het land der agoochemerds en aan agogische opleidingen alwaar 'je kunt niet niet communiceren' alras een gevleugelde kreet werd.
Mijn kennismaking met het boek en de ermee gepaardgaande terminologie kwam pas in de tachtiger jaren toen ik in een deels agogisch beroep terechtkwam. Het boek, de boodschap, de 5 axioma's en de terminologie zijn overigens inmiddels wijd en zijd bekend. Het heeft dan ook verschillende drukken en tig oplages gekend. Van de lieden die wat heet communicatiewetenschappen studeren zullen er nog maar weinig in de directe zorg of hulpverlening emplooi vinden, schat ik zo.
Je kunt niet niet communiceren luidt dus het eerste axioma.
Wat je wel kunt doen is bv. paradoxale booschappen uitzenden en dat kan zelfs nog als therapeutisch middel ingezet worden. Ja, ik blijf het zeggen: leve de paradox!
Het tweede axioma is niet minder bekend en invloedrijk geworden en heeft ws. heel veel ogen geopend voor de aard van veel communicatie. Hier wordt het onderscheid gemaakt tussen inhouds- en betrekkingsniveau waarbij de tweede de eerste bepaalt en derhalve metacommunicatie wordt genoemd.
Het blootleggen van dergelijke mechanismen en onwenselijkheden daarin in de concrete praktijk van alledag vergt uiteraard ook weer de nodige communicatie. En zo communiceren we wat af!
En ik kan het echt niet helpen maar zoals het een man van mijn leeftijd, laten we zeggen 'a grumpy old man', betaamt denk ik weleens bij mezelf: zou het niet aardig zijn als mensen i.p.v. zich over te geven aan al die communicatie volgens recept en op commando gewoon wat meer met elkaar zouden praten en naar elkaar zouden luisteren?
Want veel van die obligate communicerende vaten klinken mij toch ook wel eens als holle vaten in de oren.
Gewoon alledaagse simpele kommunikasie dus!
Dat klinkt wellicht wat paradoxaal maar zo luidt het eerste axioma uit het (bij mij in groene kaft) bekende boekje van van Paul Watzlawick, Janet Helmick Beavin en Don J. Jackson:
De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie.
(Even gooogelen leert me dat het boekje allang niet meer groen oogt, maar inmiddels een blauwe omslag heeft gekregen.)
Nou, communiceren dan maar ... en dat wordt vandaag de dag natuurlijk ook gedaan dat het een aard heeft. Kijk naar de media, het internetverkeer, de complete volksstammen die nu werkzaam zijn in de reclame, de marketing en de pr-business, het alom aanwezige gebruik van mobieltjes en de vergaderingen, overdrachten en gecomputeriseerde papierwinkel op je werk, om zomaar eens een greep te doen in het fenomeen dat we 'kommunikasie' zijn gaan noemen.
Je kunt tegenwoordig ook overal bij voortduring kreten horen als: dat moet wel even goed gecommuniceerd worden, hoor!
Het genoemde boek van Watzlawick e.a. geldt als een klassieker, stamt uit de zestiger jaren en werd in het daaropvolgende decennium een standaardwerk in het land der agoochemerds en aan agogische opleidingen alwaar 'je kunt niet niet communiceren' alras een gevleugelde kreet werd.
Mijn kennismaking met het boek en de ermee gepaardgaande terminologie kwam pas in de tachtiger jaren toen ik in een deels agogisch beroep terechtkwam. Het boek, de boodschap, de 5 axioma's en de terminologie zijn overigens inmiddels wijd en zijd bekend. Het heeft dan ook verschillende drukken en tig oplages gekend. Van de lieden die wat heet communicatiewetenschappen studeren zullen er nog maar weinig in de directe zorg of hulpverlening emplooi vinden, schat ik zo.
Je kunt niet niet communiceren luidt dus het eerste axioma.
Wat je wel kunt doen is bv. paradoxale booschappen uitzenden en dat kan zelfs nog als therapeutisch middel ingezet worden. Ja, ik blijf het zeggen: leve de paradox!
Het tweede axioma is niet minder bekend en invloedrijk geworden en heeft ws. heel veel ogen geopend voor de aard van veel communicatie. Hier wordt het onderscheid gemaakt tussen inhouds- en betrekkingsniveau waarbij de tweede de eerste bepaalt en derhalve metacommunicatie wordt genoemd.
Het blootleggen van dergelijke mechanismen en onwenselijkheden daarin in de concrete praktijk van alledag vergt uiteraard ook weer de nodige communicatie. En zo communiceren we wat af!
En ik kan het echt niet helpen maar zoals het een man van mijn leeftijd, laten we zeggen 'a grumpy old man', betaamt denk ik weleens bij mezelf: zou het niet aardig zijn als mensen i.p.v. zich over te geven aan al die communicatie volgens recept en op commando gewoon wat meer met elkaar zouden praten en naar elkaar zouden luisteren?
Want veel van die obligate communicerende vaten klinken mij toch ook wel eens als holle vaten in de oren.
Gewoon alledaagse simpele kommunikasie dus!
Sunday, October 16, 2011
Waarom ...?
Ofwel 'the why of occupy' en redenen voor verontwaardiging en protest.
Ik heb het over Occupy Wall Street or any city, Bezet dit of dat, Take the square, Wij zijn de 99 of hoeveel-dan-ook procent en dan zijn en komen er vast nog vele andere namen voor de protestbeweging die zich op het moment her en der roert.
Mijn persoonlijke voorkeur hierin zou uitgaan naar 'Los Indignados', de naam voor de beweging, zoals die dit voorjaar onder de Spaanse jeugd ontstond. Het is en blijft toch de verontwaardiging waaruit dergelijk protest geboren wordt.
Een om een hele serie redenen uitermate terechte verontwaardiging, wat mij betreft. Ik zal hier geen uitputtend lijstje van die redenen geven; die zijn, voor wie het weten wil, volop op het WereldWijzeWebje te vinden. Zoveel zelfs dat deze beweging daarom door velen met een achterdochtige blik bekeken wordt en telkens het verwijt krijgt richtingloos en zonder programma te zijn. Dat is in zekere mate ook duidelijk het geval en naar ik aanneem voor het moment onvermijdelijk. Het zit in de fase van het bundelen van de verontwaardiging en er moeten nog de nodige gistingsprocessen plaatsvinden voor er iets vormvasters uit komt borrelen. Maar je moet toch ergens beginnen.
Gisteren lees ik weer eens in de krant dat de vijf grootste banken op Wall Street eind vorig jaar voor zo'n slordige 90 miljard dollar aan bonussen reserveerden voor hun werknemers. Of je een emmer leeg gooit! En dat in deze tijd en deze crisis waar ze zich toch zo over beklagen, terwijl sommigen kort daarvoor met belastinggeld ondersteund moesten worden en bijna 50 miljoen Amerikanen onder de armoedegrens leven. Mensen die dat goed weten en durven te praten, met een praatje dat ze doorgaans braaf napapagaaien van hun favoriete politici, economen of andere idolen, zouden zich toch eens flink op het achterhoofd moeten krabben. Maar wees gewaarschuwd: dat alleen helpt absoluut niet en ik heb er zelf al een hele kale plek aan overgehouden.
Gisteren was ik ook op het Beursplein in Amsterdam om mijn steun te betuigen aan deze volgens velen nogal vage en ongeorganiseerde beweging. Daar hoorde ik in het kader van het lijstje met redenen een heleboel zinnige en, naar mijn smaak, ook een aantal onzinnige dingen zoals een uitgesproken anti-Europa geluid. Dat waren meestal argumenten van politieke, maatschappelijke en economische aard, zoals niemand zal verbazen.
Maar daar hoorde ik ook Marie Meeusen over zeer basale, prozaïsche en in het wezen en de aard van de mens ingebakken redenen om je protest te verwoorden en stem te geven. Ik zou zeggen: luister, of lees, en huiver:
Mooi hè, dergelijke diepgravende argumenten die de bombastische oppervlakkigheid van de rekenmeesters zo genadeloos blootleggen!
Enkele dagen geleden hoorde ik nog iemand op de site van Occupy Wall Street die voor mij haast weergaloos helder en evenmin op oppervlakkige wijze de redenen van verontwaardiging opsomde, daarbij zijn al even heldere analyse van enkele problemen gaf plus zijn visie op hoe van deze heilloze weg terug te keren.
Dat bleek ene Robert Thurman te zijn. Nooit van gehoord moet ik bekennen (ofschoon ik hem wel herkende van een TEDTalk), maar hij blijkt hoogleraar in Boeddhistische studies te zijn en een goede vriend van de Daila Lama. Op het forum naast de livestream zag ik al een paar keer de kreet Robert Thurman for president in beeld komen en ik dacht dat lijkt me nu inderdaad een geschikte figuur voor het (nu nog) machtigste ambt ter wereld. Misschien krijgen de woorden van Brederoo daarmee nog eens een positieve wending!
Hier Robert Thurman aan het woord:
Cool revolution
On capitalism
Doet ook denken aan de woorden van de columnist Thomas Friedman: laten we de globalisering van de woede omvormen tot de globalisering van zorg voor alles en iedereen!
Zijn dit dan voldoende goede redenen bij elkaar om je stem te laten horen of is het nog te vaag?
Stéphane Hessel >>
Ik heb het over Occupy Wall Street or any city, Bezet dit of dat, Take the square, Wij zijn de 99 of hoeveel-dan-ook procent en dan zijn en komen er vast nog vele andere namen voor de protestbeweging die zich op het moment her en der roert.
Mijn persoonlijke voorkeur hierin zou uitgaan naar 'Los Indignados', de naam voor de beweging, zoals die dit voorjaar onder de Spaanse jeugd ontstond. Het is en blijft toch de verontwaardiging waaruit dergelijk protest geboren wordt.
Een om een hele serie redenen uitermate terechte verontwaardiging, wat mij betreft. Ik zal hier geen uitputtend lijstje van die redenen geven; die zijn, voor wie het weten wil, volop op het WereldWijzeWebje te vinden. Zoveel zelfs dat deze beweging daarom door velen met een achterdochtige blik bekeken wordt en telkens het verwijt krijgt richtingloos en zonder programma te zijn. Dat is in zekere mate ook duidelijk het geval en naar ik aanneem voor het moment onvermijdelijk. Het zit in de fase van het bundelen van de verontwaardiging en er moeten nog de nodige gistingsprocessen plaatsvinden voor er iets vormvasters uit komt borrelen. Maar je moet toch ergens beginnen.
Gisteren lees ik weer eens in de krant dat de vijf grootste banken op Wall Street eind vorig jaar voor zo'n slordige 90 miljard dollar aan bonussen reserveerden voor hun werknemers. Of je een emmer leeg gooit! En dat in deze tijd en deze crisis waar ze zich toch zo over beklagen, terwijl sommigen kort daarvoor met belastinggeld ondersteund moesten worden en bijna 50 miljoen Amerikanen onder de armoedegrens leven. Mensen die dat goed weten en durven te praten, met een praatje dat ze doorgaans braaf napapagaaien van hun favoriete politici, economen of andere idolen, zouden zich toch eens flink op het achterhoofd moeten krabben. Maar wees gewaarschuwd: dat alleen helpt absoluut niet en ik heb er zelf al een hele kale plek aan overgehouden.
Gisteren was ik ook op het Beursplein in Amsterdam om mijn steun te betuigen aan deze volgens velen nogal vage en ongeorganiseerde beweging. Daar hoorde ik in het kader van het lijstje met redenen een heleboel zinnige en, naar mijn smaak, ook een aantal onzinnige dingen zoals een uitgesproken anti-Europa geluid. Dat waren meestal argumenten van politieke, maatschappelijke en economische aard, zoals niemand zal verbazen.
Maar daar hoorde ik ook Marie Meeusen over zeer basale, prozaïsche en in het wezen en de aard van de mens ingebakken redenen om je protest te verwoorden en stem te geven. Ik zou zeggen: luister, of lees, en huiver:
Protest
Protest is een fundament. Door tegen de baarmoederwand te stampen leren we de eerste grenzen kennen. Later gris je als kleuter balorig zakken snoep uit de rekken. Met gebalde vuist ga je de grond te lijf. Al protesterend plaats je je in de wereld, leer je wat een pruillip oplevert - of desnoods een huilbui. Protest is soms potsierlijk en gênant – maar van in het begin broodnodig.
Protest is pijnlijk. Wanneer het niet gehoord en in de kiem gesmoord wordt. Wanneer het ontwricht en tegen de muur geplaatst wordt. Wanneer het als een gebroken minnaar toegeeft aan de tirannie van de ander. Wanneer het met geweld bestreden en bebloed snel toegedekt wordt.
Protest is beter dan zwijgen. Al wie beweert dat het zinloos is om te protesteren, mag een laffe prop in zijn mond stoppen en in een zelfgekozen uithoek zich laveloos zuigen aan verstikkende stilte. Zwijgen is even gevaarlijk als de slechtste vorm van protest: grotesk uitgehold, zonder inhoud, leeggezogen, nageaapt, tot enkel “NEE” en agressie overblijft. Niet meer dan wat de kleuter toonde.
Protest kan soms ook lief zijn, als het niet helemaal gemeend is. Voor de grap je benen sluiten en drie keer roepen dat het nog veel te vroeg is. Om daarna zacht mokkend toe te geven. Of een klauwtje van de kat krijgen. Omdat je haar net iets te lang geaaid hebt.
Protest is op zijn mooist als er moed in het spel is. “Moeder Courage” riep mijn grootmoeder in een droom toen ze stierf. Met het gezicht naar de volle zon gericht boven de gemaskerde massa uitstijgen. De orders van een generaal niet opvolgen. De namen niet doorgeven en hen naast een naam ook een plek in je kelder geven. Nadenken over de stem die je uitbrengt en luidop zeggen waarom anderen geen stem verdienen. De kogel opvangen. Leren uit het verleden en toch nog geloven in een mooiere toekomst. De tegenstander doen struikelen. Of op zijn minst: altijd wanneer nodig de stem verheffen.
Mooi hè, dergelijke diepgravende argumenten die de bombastische oppervlakkigheid van de rekenmeesters zo genadeloos blootleggen!
Enkele dagen geleden hoorde ik nog iemand op de site van Occupy Wall Street die voor mij haast weergaloos helder en evenmin op oppervlakkige wijze de redenen van verontwaardiging opsomde, daarbij zijn al even heldere analyse van enkele problemen gaf plus zijn visie op hoe van deze heilloze weg terug te keren.
Dat bleek ene Robert Thurman te zijn. Nooit van gehoord moet ik bekennen (ofschoon ik hem wel herkende van een TEDTalk), maar hij blijkt hoogleraar in Boeddhistische studies te zijn en een goede vriend van de Daila Lama. Op het forum naast de livestream zag ik al een paar keer de kreet Robert Thurman for president in beeld komen en ik dacht dat lijkt me nu inderdaad een geschikte figuur voor het (nu nog) machtigste ambt ter wereld. Misschien krijgen de woorden van Brederoo daarmee nog eens een positieve wending!
Hier Robert Thurman aan het woord:
Cool revolution
On capitalism
Doet ook denken aan de woorden van de columnist Thomas Friedman: laten we de globalisering van de woede omvormen tot de globalisering van zorg voor alles en iedereen!
Zijn dit dan voldoende goede redenen bij elkaar om je stem te laten horen of is het nog te vaag?
Stéphane Hessel >>
Friday, October 14, 2011
Bezet of too occupied?
Sinds 17 september is er in de Verenigde Staten een beweging die zich Occupy Wall Street ofwel Bezet Wall Street noemt of ook wel We are the 99 percent. Deze protestbeweging is dus al vier weken gaande en gestaag groeiende. Het zijn de omvangrijkste protesten in de VS sinds de protestbeweging tegen de Vietnamoorlog.
Inmiddels is deze beweging ook overgewaaid en uitgewaaierd naar Zuid-Amerika en Europa en wellicht nog verder. Morgen, zaterdag 15 oktober is uitgeroepen tot de internationale dag van dit protest tegen de ongelijke verdeling van welvaart en politieke zeggenschap; alle soms holle lofzang op de democratie ten spijt. Dan zal blijken hoe omvangrijk deze beweging is en ook in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht worden we uitgenodigd om dit protest van onderop te steunen.
Morgen dus ook in de Nederlandse theaters.
Al vier weken gaande en groeiende dus maar onze westerse pers en media leken het wel systematisch te negeren en dood te zwijgen. Afgelopen dinsdag en woensdag was er nauwelijks iets over te vinden in de vaderlandse media. Ook de zgn. kwaliteitskranten en bv. de Pauw en de Witte man hadden het druk met andere zaken en lieten het afweten. Too occupied, zullen we maar zeggen. Als dit zich op een tiende van deze schaal in vijf steden in Marokko zou afspelen had het het nieuws al twee weken beheerst en had men de Marokkaanse pers alom gelaakt wegens de summiere berichtgeving. Nu het onze Westerse wereld betreft, lijkt er een zelfcensuur te heersen waar de KGB destijds de vingers bij af had kunnen likken en jaloers op zou zijn. Als u denkt dat wij zo'n geweldig vrije onafhankelijke en objectieve pers hebben, krab ik eens op mijn achterhoofd en zal ik dat niet zo 1-2-3 bevestigen. Deze vermeende media blackout wordt overigens ook her en der ontkend, gebagataliseerd of tegengesproken. Donderdag leken de media hier ten lande wakker te worden en het in de berichtgeving mee te nemen.
In de VS zag je al republikeinse politici die de 'protesters' aanvankelijk als 'anti-American' schorriemorrie wegzette, nu opeens hard bezig hun woorden in te slikken en hier en daar zelfs begrip te tonen. Je moet toch een beetje flexibiliteit tonen als je van de luimen van het kiezersvolk afhankelijk bent, nietwaar.
Waar protesteert men dan wel tegen?
Zoals gezegd tegen de absurd ongelijke verdeling van welvaart en toegang tot kennis en macht in de rijke wereld.
En bepaald niet onterecht, zou ik zo denken.
Inmiddels is deze beweging ook overgewaaid en uitgewaaierd naar Zuid-Amerika en Europa en wellicht nog verder. Morgen, zaterdag 15 oktober is uitgeroepen tot de internationale dag van dit protest tegen de ongelijke verdeling van welvaart en politieke zeggenschap; alle soms holle lofzang op de democratie ten spijt. Dan zal blijken hoe omvangrijk deze beweging is en ook in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht worden we uitgenodigd om dit protest van onderop te steunen.
Morgen dus ook in de Nederlandse theaters.
Al vier weken gaande en groeiende dus maar onze westerse pers en media leken het wel systematisch te negeren en dood te zwijgen. Afgelopen dinsdag en woensdag was er nauwelijks iets over te vinden in de vaderlandse media. Ook de zgn. kwaliteitskranten en bv. de Pauw en de Witte man hadden het druk met andere zaken en lieten het afweten. Too occupied, zullen we maar zeggen. Als dit zich op een tiende van deze schaal in vijf steden in Marokko zou afspelen had het het nieuws al twee weken beheerst en had men de Marokkaanse pers alom gelaakt wegens de summiere berichtgeving. Nu het onze Westerse wereld betreft, lijkt er een zelfcensuur te heersen waar de KGB destijds de vingers bij af had kunnen likken en jaloers op zou zijn. Als u denkt dat wij zo'n geweldig vrije onafhankelijke en objectieve pers hebben, krab ik eens op mijn achterhoofd en zal ik dat niet zo 1-2-3 bevestigen. Deze vermeende media blackout wordt overigens ook her en der ontkend, gebagataliseerd of tegengesproken. Donderdag leken de media hier ten lande wakker te worden en het in de berichtgeving mee te nemen.
In de VS zag je al republikeinse politici die de 'protesters' aanvankelijk als 'anti-American' schorriemorrie wegzette, nu opeens hard bezig hun woorden in te slikken en hier en daar zelfs begrip te tonen. Je moet toch een beetje flexibiliteit tonen als je van de luimen van het kiezersvolk afhankelijk bent, nietwaar.
Waar protesteert men dan wel tegen?
Zoals gezegd tegen de absurd ongelijke verdeling van welvaart en toegang tot kennis en macht in de rijke wereld.
En bepaald niet onterecht, zou ik zo denken.
Labels:
democratie,
econoblahblah,
economie,
equality,
inkomensverschillen,
politiek,
publieke debat,
vrijheid
Tuesday, October 11, 2011
Keulen
Ons laatste hotelverblijf op deze trip was in Remscheid. Nadat we, de vrijdagavond van aankomst, de verlaten grote winkelstraat van deze plaats eens heen en weer gelopen hadden, meenden we Remscheid wel gezien te hebben.
De volgende dag namen we maar eens de trein via Solingen naar Keulen. Ik was daar nog nooit geweest, Marian ooit wel. Het juiste kaartje uit een automaat halen in Duitsland bleek nog een hele kunst voor ons. Gelukkig werden we door behulpzame medereizigers bijgestaan in deze 'komplizierte' onderneming. Een kaartje voor maximaal 5 personen bleek goedkoper dan 2x een kaartje voor 1 persoon. Dat ging onze Hollandse pet en logica te boven en dat zouden we nou zelf nooit bedacht hebben; maar het was toch zo.
Zo belandden wij in Keulen alwaar we op een mooie zonovergoten dag uitstapten op het Hauptbahnhof tegenover de Dom. Ze zeggen wel dat Keulen en Aken niet op één dag zijn gebouwd en daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Neem alleen die Dom, wat een gigantisch bouwwerk zeg! Volgens mij passen de Dom van Utrecht en de Sint Jan daar samen wel een paar keer in. Het zal toch vast wel een paar daagjes geduurd hebben voor ze daar aan het pannebier toe waren.
Voor de Dom stonden zelfs nog wat engeltjes geposteerd.
Na een bezoek aan de Dom zijn we het stadscentrum in gewandeld via de Hohe Strasse, zeg maar de Kalverstraat van Keulen. Daar was het zo druk en vol met shoppende mensen dat we al gauw besloten vadertje Rijn maar eens op te zoeken om te zien hoeveel eau er door Cologne stroomt. Dat leek nog heel wat te zijn dat daar richting ons land stroomde. Dat water was in ieder geval een stuk breder dan de sloot achter ons huis.
Omdat we zowel om kunst als om chocola geven en de volgende dag de kunst weer aan bod zou komen bezochten we deze dag het Schokoladenmuseum. Dat bevindt zich aan en een beetje in de Rijn en daar kun je je verdiepen in zo ongeveer alles wat er over chocolade en de geschiedenis ervan te weten en te vertelllen valt. Een paradijs voor chocoholics dus waar af en toe ook wat klassieke kunst versmolten met deze lekkernij opdook.
Op deze mooie dag waren ook de vele terrassen aan de ruime Rijnoever langs de Frankenwerft nabij de Dom goed bezet. Daar zaten ettelijke honderden mensen te eten en daar zijn wij dan ook maar aangeschoven voor ons bijna laatste vakantiediner. En het was er ondanks het vele volk en het geroezemoes toch betrekkelijk sereen; we hebben het er de hele dag niet horen donderen.
De volgende dag namen we maar eens de trein via Solingen naar Keulen. Ik was daar nog nooit geweest, Marian ooit wel. Het juiste kaartje uit een automaat halen in Duitsland bleek nog een hele kunst voor ons. Gelukkig werden we door behulpzame medereizigers bijgestaan in deze 'komplizierte' onderneming. Een kaartje voor maximaal 5 personen bleek goedkoper dan 2x een kaartje voor 1 persoon. Dat ging onze Hollandse pet en logica te boven en dat zouden we nou zelf nooit bedacht hebben; maar het was toch zo.
Zo belandden wij in Keulen alwaar we op een mooie zonovergoten dag uitstapten op het Hauptbahnhof tegenover de Dom. Ze zeggen wel dat Keulen en Aken niet op één dag zijn gebouwd en daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Neem alleen die Dom, wat een gigantisch bouwwerk zeg! Volgens mij passen de Dom van Utrecht en de Sint Jan daar samen wel een paar keer in. Het zal toch vast wel een paar daagjes geduurd hebben voor ze daar aan het pannebier toe waren.
Voor de Dom stonden zelfs nog wat engeltjes geposteerd.
Na een bezoek aan de Dom zijn we het stadscentrum in gewandeld via de Hohe Strasse, zeg maar de Kalverstraat van Keulen. Daar was het zo druk en vol met shoppende mensen dat we al gauw besloten vadertje Rijn maar eens op te zoeken om te zien hoeveel eau er door Cologne stroomt. Dat leek nog heel wat te zijn dat daar richting ons land stroomde. Dat water was in ieder geval een stuk breder dan de sloot achter ons huis.
Omdat we zowel om kunst als om chocola geven en de volgende dag de kunst weer aan bod zou komen bezochten we deze dag het Schokoladenmuseum. Dat bevindt zich aan en een beetje in de Rijn en daar kun je je verdiepen in zo ongeveer alles wat er over chocolade en de geschiedenis ervan te weten en te vertelllen valt. Een paradijs voor chocoholics dus waar af en toe ook wat klassieke kunst versmolten met deze lekkernij opdook.
Op deze mooie dag waren ook de vele terrassen aan de ruime Rijnoever langs de Frankenwerft nabij de Dom goed bezet. Daar zaten ettelijke honderden mensen te eten en daar zijn wij dan ook maar aangeschoven voor ons bijna laatste vakantiediner. En het was er ondanks het vele volk en het geroezemoes toch betrekkelijk sereen; we hebben het er de hele dag niet horen donderen.
Sunday, October 9, 2011
Buchenwald
De feiten, verhalen en het beeldmateriaal achter onderstaande links kunnen als schokkend ervaren worden!
Woensdag 7 september namen we de bus 6 vanaf het Goetheplatz in Weimar naar Buchenwald, het voormalig konzentrazionslager en eindpunt van deze buslijn.
Bij de toegangs- en infobalie namen we een visualguide op de i-phone. Een gids voor een bepaalde uitgestippelde wandelroute met beeld en geluid over het terrein. Deze maar voor een deel gelopen en afgeluisterd. Van tegen half een tot iets over vieren op Buchenwald doorgebracht. Het was er winderig koud en wat onwerkelijk en onaangenaam indrukwekkend.
De weg vanaf Weimar omhoog naar de Ettersberg werd aangelegd door gevangenen, ten
koste van vele levens en werd daarom de Bloedstraat genoemd. Het laatste stukje toegangsweg vanaf het station, de Carachoweg, met gebouwen van de SS aan beide zijden leidt dan naar de poort met daarop in smeedijzer nog altijd de wrange tekst prijkend:
Aan de linkerkant van de poort een vleugel, de bunker genaamd, waar een paar machtswellustelingen de ongelukkige slachtoffers, die in de smalle cellen aan beide zijden van de smalle gang zaten, verhoorden en naar believen folterden en martelden tot de dood er op volgde.
Aan beide kanten van de poort/ingang het hek met prikkeldraad en lampen. Achter die poort en dat prikkeldraad kijk je uit op een nagenoeg kale en naar omlaag aflopende vlakte waar de grondvlakken nog zichtbaar zijn waarop de barakken stonden toen de nazi's hier op hoogst koele, meedogeloze wijze en met bureaucratische nauwgezetheid en bedrijfsmatige efficiëntie dood en verderf zaaiden.
Nog een enkel gebouw staat overeind zoals het crematorium met daaraan een ruimte waar gevangenen misbruikt en mishandeld werden als proefkonijn voor medische experimenten. Zo werden in Buchenwald ook gevangenen als proefkonijn gebruikt om een vaccin tegen vlektyfus te ontwikkelen. Vlak daarachter een oude paardestal waar de SS een zogenoemde nekschotmachine installeerde. In de rechterhoek achterin twee gebouwen; een met kunstuitingen door gevangenen van Buchenwald en door eigentijdse kunstenaars over Buchenwald en soortgelijke kampen en een groot depotgebouw met een permanente tentoonstelling over de verschrikkingen en dagelijkse praktijk van verontmenselijking zoals die in dit en andere kampen gewoon waren.
Hoewel ik zoals menigeen wel redelijk goed denk of meen te weten hoe het in sommige concentratiekampen toeging is het toch wel uitermate ontnuchterend om op deze plek zo met je neus op de feiten gedrukt te worden en te zien waar mensen, dus bij wijze van spreken u en ik, zoal toe in staat zijn, hoezeer we een ander mens kunnen vernederen en onszelf verlagen in naam van domme ideeën, vermeende glorie, het onwrikbare grote gelijk, grootheidswaan en destructieve ideologieën.
Jedem das Seine!
Ook de carrière, levenswandel, daden en de karakters van een aantal SS-ers worden er vrij breed uitgemeten en beschreven. Zoals van de twee kampcommandanten Karl Koch en Hermann Pister, lieden van opvallende middelmaat, die via de nationaalsocialistische partij opklommen en hier hun 'moments of glory' beleefden. Jedem das Seine?
En van Ilse Koch die de bijnaam de heks van Buchenwald kreeg. En van beestachtige lieden als de beulen van de eerdergenoemde gang met cellen of de beruchte Martin Sommer.
Bij beschrijvingen van dit soort 'plegers' denk ik niet zelden: het zal je oom of je opa maar zijn.
Aan de andere kant van de scheidslijn van de macht telde Buchenwald zo'n 250 000 gevangenen van 1937 tot 1945 waarvan er zo'n 56 000 omkwamen. Buchenwald was in principe geen vernietigingskamp was maar een concentratiekamp voor dwangarbeid. Toch functioneerde het in het vernietigingsbeleid van het Nazi-bewind, nu bekend als Holocaust of Shoah, ook als doorgangskamp en gingen bepaalde de nazi's onwelgevallige groepen er een wis en zekere dood tegemoet.
Jedem das Seine?
In het Depotgebouw is o.a. een documentaire te zien met interviews met herinneringen en overpeinzingen van overlevende ex-gevangenen. Daarin komt natuurlijk ook de vraag aan de orde hoe ze destijds de kracht en de volharding konden opbrengen die jaren van uitputting en vernedering te doorstaan. Een antwoord luidde herhaaldelijk dat de inspiraitie en de bron van hun strijd en verzet was en blijft het niet toegeven aan, meegaan in en de grove botheid en domme sprookjes van het fascisme.
Onder de gevangenen van Buchenwald treffen we de nodige bekende namen die zich ook later vaak niet onbetuigd lieten in de strijd tegen totalitair en fascistoïde gedachtegoed.
Jedem das Seine?
Ja, wat zou dan het onze zijn en wat zou ons als welvarende Westerlingen in deze tijd welbeschouwd rechtmatig toekomen? Wie het weet mag het zeggen. Ik weet het effe niet. Overkomt het u ook wel eens als u terugkeert van een reis of vakantie u het gevoel heeft dat het nieuws van alledags vooral door onbenulligheden beheerst wordt? Een rondgang over Buchenwald zoals deze dag heeft een dergelijk effect maar dan iets sterker. Discussies als bv. over de financieel-economische verwikkelingen rond de Eurocrisis, wie al dan niet de rekening gepresenteerd gaat krijgen, wie de brave harde werkers zouden zijn, wie de luiaards of de feestvierders en wie er op de blaren zouden moeten zitten komen dan toch zomaar wat bevreemdend over.
Jedem das Seine?
Met wat we 'de bevrijding' noemen, lieten de Amerikanen 2000 inwoners van Weimar hier verplicht rondkijken om met eigen ogen te zien wat hier aangericht was zodat dat niet ontkend of vergeten zou worden.
Na de overdracht van dit gebied aan de Sovjet-Unie nam de russische geheime dienst het kamp opnieuw in gebruik om er aanvankelijk nazi's en hun medestanders te interneren, maar dat wel al snel uitgebreid met een ieder die als vijand van de Sovjet-Unie en diens ideologie gezien werd.
In de daarop volgende vijf jaar verbleven er 30 000 gevangenen waarvan er 7000 de dood vonden.
Bepaald niet vrolijkstemmend zo'n bezoek aan Buchenwald wel confronterend en wellicht leerzaam voor wie er van wil leren…
We kwamen ook nogal wat groepen schoolkinderen in Buchenwald tegen. Het is hier in Duitsland voor veel jeugd natuurlijk verplichte kost en deel van hun opvoeding/scholing om kennis te nemen van deze zwarte bladzij in de geschiedenis.
Woensdag 7 september namen we de bus 6 vanaf het Goetheplatz in Weimar naar Buchenwald, het voormalig konzentrazionslager en eindpunt van deze buslijn.
Bij de toegangs- en infobalie namen we een visualguide op de i-phone. Een gids voor een bepaalde uitgestippelde wandelroute met beeld en geluid over het terrein. Deze maar voor een deel gelopen en afgeluisterd. Van tegen half een tot iets over vieren op Buchenwald doorgebracht. Het was er winderig koud en wat onwerkelijk en onaangenaam indrukwekkend.
De weg vanaf Weimar omhoog naar de Ettersberg werd aangelegd door gevangenen, ten
koste van vele levens en werd daarom de Bloedstraat genoemd. Het laatste stukje toegangsweg vanaf het station, de Carachoweg, met gebouwen van de SS aan beide zijden leidt dan naar de poort met daarop in smeedijzer nog altijd de wrange tekst prijkend:
Jedem das Seine
Aan de linkerkant van de poort een vleugel, de bunker genaamd, waar een paar machtswellustelingen de ongelukkige slachtoffers, die in de smalle cellen aan beide zijden van de smalle gang zaten, verhoorden en naar believen folterden en martelden tot de dood er op volgde.
Aan beide kanten van de poort/ingang het hek met prikkeldraad en lampen. Achter die poort en dat prikkeldraad kijk je uit op een nagenoeg kale en naar omlaag aflopende vlakte waar de grondvlakken nog zichtbaar zijn waarop de barakken stonden toen de nazi's hier op hoogst koele, meedogeloze wijze en met bureaucratische nauwgezetheid en bedrijfsmatige efficiëntie dood en verderf zaaiden.
Nog een enkel gebouw staat overeind zoals het crematorium met daaraan een ruimte waar gevangenen misbruikt en mishandeld werden als proefkonijn voor medische experimenten. Zo werden in Buchenwald ook gevangenen als proefkonijn gebruikt om een vaccin tegen vlektyfus te ontwikkelen. Vlak daarachter een oude paardestal waar de SS een zogenoemde nekschotmachine installeerde. In de rechterhoek achterin twee gebouwen; een met kunstuitingen door gevangenen van Buchenwald en door eigentijdse kunstenaars over Buchenwald en soortgelijke kampen en een groot depotgebouw met een permanente tentoonstelling over de verschrikkingen en dagelijkse praktijk van verontmenselijking zoals die in dit en andere kampen gewoon waren.
Hoewel ik zoals menigeen wel redelijk goed denk of meen te weten hoe het in sommige concentratiekampen toeging is het toch wel uitermate ontnuchterend om op deze plek zo met je neus op de feiten gedrukt te worden en te zien waar mensen, dus bij wijze van spreken u en ik, zoal toe in staat zijn, hoezeer we een ander mens kunnen vernederen en onszelf verlagen in naam van domme ideeën, vermeende glorie, het onwrikbare grote gelijk, grootheidswaan en destructieve ideologieën.
Jedem das Seine!
Ook de carrière, levenswandel, daden en de karakters van een aantal SS-ers worden er vrij breed uitgemeten en beschreven. Zoals van de twee kampcommandanten Karl Koch en Hermann Pister, lieden van opvallende middelmaat, die via de nationaalsocialistische partij opklommen en hier hun 'moments of glory' beleefden. Jedem das Seine?
En van Ilse Koch die de bijnaam de heks van Buchenwald kreeg. En van beestachtige lieden als de beulen van de eerdergenoemde gang met cellen of de beruchte Martin Sommer.
Bij beschrijvingen van dit soort 'plegers' denk ik niet zelden: het zal je oom of je opa maar zijn.
Aan de andere kant van de scheidslijn van de macht telde Buchenwald zo'n 250 000 gevangenen van 1937 tot 1945 waarvan er zo'n 56 000 omkwamen. Buchenwald was in principe geen vernietigingskamp was maar een concentratiekamp voor dwangarbeid. Toch functioneerde het in het vernietigingsbeleid van het Nazi-bewind, nu bekend als Holocaust of Shoah, ook als doorgangskamp en gingen bepaalde de nazi's onwelgevallige groepen er een wis en zekere dood tegemoet.
Jedem das Seine?
In het Depotgebouw is o.a. een documentaire te zien met interviews met herinneringen en overpeinzingen van overlevende ex-gevangenen. Daarin komt natuurlijk ook de vraag aan de orde hoe ze destijds de kracht en de volharding konden opbrengen die jaren van uitputting en vernedering te doorstaan. Een antwoord luidde herhaaldelijk dat de inspiraitie en de bron van hun strijd en verzet was en blijft het niet toegeven aan, meegaan in en de grove botheid en domme sprookjes van het fascisme.
Onder de gevangenen van Buchenwald treffen we de nodige bekende namen die zich ook later vaak niet onbetuigd lieten in de strijd tegen totalitair en fascistoïde gedachtegoed.
Jedem das Seine?
Ja, wat zou dan het onze zijn en wat zou ons als welvarende Westerlingen in deze tijd welbeschouwd rechtmatig toekomen? Wie het weet mag het zeggen. Ik weet het effe niet. Overkomt het u ook wel eens als u terugkeert van een reis of vakantie u het gevoel heeft dat het nieuws van alledags vooral door onbenulligheden beheerst wordt? Een rondgang over Buchenwald zoals deze dag heeft een dergelijk effect maar dan iets sterker. Discussies als bv. over de financieel-economische verwikkelingen rond de Eurocrisis, wie al dan niet de rekening gepresenteerd gaat krijgen, wie de brave harde werkers zouden zijn, wie de luiaards of de feestvierders en wie er op de blaren zouden moeten zitten komen dan toch zomaar wat bevreemdend over.
Jedem das Seine?
Met wat we 'de bevrijding' noemen, lieten de Amerikanen 2000 inwoners van Weimar hier verplicht rondkijken om met eigen ogen te zien wat hier aangericht was zodat dat niet ontkend of vergeten zou worden.
Na de overdracht van dit gebied aan de Sovjet-Unie nam de russische geheime dienst het kamp opnieuw in gebruik om er aanvankelijk nazi's en hun medestanders te interneren, maar dat wel al snel uitgebreid met een ieder die als vijand van de Sovjet-Unie en diens ideologie gezien werd.
In de daarop volgende vijf jaar verbleven er 30 000 gevangenen waarvan er 7000 de dood vonden.
Bepaald niet vrolijkstemmend zo'n bezoek aan Buchenwald wel confronterend en wellicht leerzaam voor wie er van wil leren…
We kwamen ook nogal wat groepen schoolkinderen in Buchenwald tegen. Het is hier in Duitsland voor veel jeugd natuurlijk verplichte kost en deel van hun opvoeding/scholing om kennis te nemen van deze zwarte bladzij in de geschiedenis.
Labels:
Buchenwald,
democratie,
fascisme,
vragen,
vrijheid
Thursday, October 6, 2011
Nog meer Europeanen!
Ik las het in de krant vandaag:
Ze zijn er toch nog, nog levende en zich niet schuilhoudende pro-Europeanen.
Daar komen ze dan ten lange leste.
Verstandig Nederland lijkt wakker te worden en laat ook eens van zich horen.
Eindelijk klinkt er weer eens een onversneden pro-Europees geluid in de media. De media die, lijkt mij, met hun populistische hyperigheid en schreeuwende koppen, door de bank genomen voor een niet onaanzienlijk deel, medeverantwoordelijk mogen heten voor de huidige anti-Europese stemming.
De SER schrijft het kabinet een duidelijke en helder beargumenteerde open brief over de keuze voor het project Europa.
Een brief met het karakter van een brandbrief en ondertekend door uiteenlopende belangrijke maatschappelijke belangenorganisaties.
In die brief wordt overigens niet vermeld dat datzelfde Europa, ons Europa al ruim zestig jaar zo goed als in vrede en welvaart leeft. Juist in dat opzicht een ongekende periode in de geschiedenis van dit continent.
Zouden we het dan toch nog redden?
Ze zijn er toch nog, nog levende en zich niet schuilhoudende pro-Europeanen.
Daar komen ze dan ten lange leste.
Verstandig Nederland lijkt wakker te worden en laat ook eens van zich horen.
Eindelijk klinkt er weer eens een onversneden pro-Europees geluid in de media. De media die, lijkt mij, met hun populistische hyperigheid en schreeuwende koppen, door de bank genomen voor een niet onaanzienlijk deel, medeverantwoordelijk mogen heten voor de huidige anti-Europese stemming.
De SER schrijft het kabinet een duidelijke en helder beargumenteerde open brief over de keuze voor het project Europa.
Een brief met het karakter van een brandbrief en ondertekend door uiteenlopende belangrijke maatschappelijke belangenorganisaties.
In die brief wordt overigens niet vermeld dat datzelfde Europa, ons Europa al ruim zestig jaar zo goed als in vrede en welvaart leeft. Juist in dat opzicht een ongekende periode in de geschiedenis van dit continent.
Zouden we het dan toch nog redden?
Weer eens in Weimar
Weimar kwam al eens eerder ter sprake op dit blog. En wel omdat we er dit voorjaar, op weg naar Jena, enkele uurtjes vertoefden. Deze stad beviel ons toen dermate dat we er deze keer wel een paar nachtjes wilden blijven.
Bij de Tourist Information was een Weimarcard verkrijgbaar die goed was voor drie dagen toegang tot het openbaar vervoer en korting bij diverse musea en wat daar zoal op lijkt. En ze hebben nogal wat musea en aanverwante artikelen in Weimar.
Aan alle bekende figuren die hier ooit doorgereisd zijn, rondgewandeld of gewoond hebben, is zo ongeveer wel een museum gewijd ofwel hun kasteel, woonhuis of Gartenhaus is als zodanig ingericht en toegankelijk of hun archief huist hier of er zijn huizen, café's en eetgelegenheden naar hen vernoemd en dan kom je nog wat standbeelden van ze tegen en zie je her en der de nodige plaquettes om duidelijk te maken waar deze of gene van hen ooit nog eens gezeten of gegeten heeft.
Als tegenwicht van deze overdaad kom je dan ook weer dit soort bordjes tegen:
Zo ongeveer half Weimar is, zo lijkt het, ook zo´n beetje tot werelderfgoed uitgeroepen.
Die hele rits bezienswaardigheden in verband met bekende namen zijn wij maar niet afgegaan. Dus hebben we niet in het woonhuis of het tuinhuis van Goethe rondgesnuffeld.
(van Goethe wordt trouwens wel beweerd dat hij het nogal hoog in de bol zou hebben; maar dat komt ws. omdat hij onder al zijn werk schreef: Goet he)
Zo ook het archief van Nietzsche niet gezien en evenmin het Denkmahl ter gedachtenis aan Albert Schweitzer. En in het Bauhausmuseum waren we de vorige keer al geweest.
Wat we daar dan wel gedaan hebben is ondermeer:
- Wandelen in het park aan de Ilm en in de stad.
- Een uitstapje met de trein gemaakt naar het naburige Jena om mijn verjaardag, enigszins verlaat, nog eens te vieren met een etentje
boven in de Jentower.
- We bezochten ook Buchenwald.
- In het Stadtmuseum geweest waar behalve het nodige over de geschiedenis van de cartografie ook veel over Weimar tijdens het nazi-bewind te zien was.
En als waarschuwing voor de huidige tijd was er van een heuse Finse de installatie Oilissimo met de tien geboden voor de nieuwe eeuw te zien.
- Voor het eerst eens Koreaans gegeten.
- De expositie Ein Europäer in Weimar bezocht in het Schillerhaus en het Schlossmuseum.
- Na het kerkhof bekeken te hebben ook de toren van de Jakobskirche maar eens beklommen om eens een beetje overzicht over de stad te krijgen. Het leek ons wel zo verstandig en beter voor de trommelvliezen om er voor te zorgen weer helemaal beneden te zijn voor deze belletjes op het hele uur weer zouden gaan rinkelen.
Zo bezochten we dit jaar nogmaals Weimar en Jena.
Subscribe to:
Posts (Atom)