Sunday, June 30, 2013

De tour de ..

En dan heb ik het niet over een toren .. maar over de de tour de Corse .. eh .. de tour de force .. hm .. ik bedoel natuurlijk de tour de France. Daar heeft bijna iedereen het toch over, nietwaar? tourdefrance Jaren geleden wilde ik nog weleens wat flarden van etappes volgen op de buis. Niet omdat ik die zwetende mannen op die uitgeklede fietsies nou zo’n spannend gezicht vond of het zo interessant vond om van de commentator te horen hoe die mannen allemaal heetten en hoe ze het toen en toen in andere koersen en klassiekers gedaan hadden. Bepaald niet. Ik keek er soms graag naar vanwege het landschappelijke decor dat bij een dergelijk circus nu eenmaal onvermijdelijk ook in beeld gebracht wordt en waar af en toe door de camera en de regie ook bewust en nadrukkelijk de aandacht op gericht werd. Daarbij zette ik dan soms wel het geluid uit om van het oeverloze gezwets en het quasi-analytische gezever van die sportcommentatoren af te zijn. sports-commentary-analysts De laatste jaren deed ik dat eigenlijk niet meer .. zo eens even een stukje tour aanschouwen op de buis. Maar dit jaar vond ik dat ik de tour toch wel weer eens een blik waardig kon keuren. Niet omdat de tour zijn honderdste verjaardag viert maar omdat Corsica als het plaats delict van de start en de eerste drie etappes werd verkozen. afiletta En beelden van Corsica doen ons altijd wel wat. De oude Grieken geven het eiland de naam ‘Kalliste’, de allermooiste en het staat ook wel bekend als Île de beauté. Het is al weer meer dan tien jaar geleden dat wij daar waren maar de herinneringen daaraan laten zich nogal makkelijk en graag oprakelen. A bandera testa mora Dus dat wordt nu bij gelegenheid toch maar een paar dagen het kassie aan om de tour weer eens te volgen. Nu blijkt NOS Sport niet erg van zins om ons in dat voornemen ter wille te zijn. De karavaan was nauwelijks vertrokken uit Purtivechju en onderweg naar Bonifaziu of de Nederlandse TV schakelde over naar Assen om eens uitgebreid verslag van de TT te gaan doen. Maar die gierende motoren kunnen mij zelfs niet een klein beetje boeien. Na deze droefenis bijna een half uur aangezien te hebben dringt het pas tot mij door dat voor de ware passie voor de wielersport niet bij ons maar bij de zuiderburen moet zijn. En zowaar, België Één laat gewoon de tour zien en de karavaan blijkt inmiddels Purtivechju weer te passeren om noordwaarts richting Sulenzara te koersen. Een plezante bijkomendheid van deze Vlaamse zender is dat ik mij, in tegenstelling tot het gezever van hun Nederlandse collega’s, niet zo hoefde te ergeren aan het gekeuvel van de Vlaamse sportcommentatoren. duck-sport-commentator Ik bedacht nog even dat jullie het maar treffen .., alhoewel misschien is het ook wel een beetje pech voor sommigen dat ik niet de eind-regie van zo’n tourverslag in handen heb. Dan zou zo’n uitzending er toch iets anders uitzien. Meer landschappelijk schoon bijvoorbeeld en minder zwoegende mannen op nogal onooglijke en uniforme tweewielers. Verder zou ik het vrij inhoudsloze geteut van de sportcommentatoren grotendeels vervangen door wat knappe achtergrondmuziek. De eerste drie dagen van deze tour zou dat ongetwijfeld vooral de bekende Corsicaanse polyfonie zijn. Variërend van Canta u populu Corsu tot I Muvrini tot A Filetta en alles wat zich daarvoor, daarna en daartussen bevindt. 09120022 (2) Maar ja, ik ga daar niet over dus zullen we het in dit land vooralsnog met het geluid van zwetsende commentatoren en gierende motoren moeten doen. Vooroordelen en stigma? Ik ga straks mooi naar de tour kijken! Armstrongstigma

Tuesday, June 25, 2013

Vroeg of laat?

Wel dit waren vorige week onze eerste opperdoezertjes vroeglaat met alweer het een-na-laatste maaltje asperges.

Sunday, June 23, 2013

En welke werkelijkheid dan?

Aansluitend op de vraag welke taal wij dan spreken wil ik ook nog even de vraag stellen in welke werkelijkheid wij dan menen of wensen te leven? RealityTV Want als het niet al te zeer uit de lucht gegrepen is en de stelling enigzins hout snijdt dat:
wij talige wezens zijn en de taal in hoge en niet te onderschatten mate richting geeft aan zowel de aard en de richting van onze perceptie als aan die van ons denken en ons handelen
dan betekent dat dat de taal die wij spreken ook ons meest basale referentiekader is en als het ware het brilletje is waardoor we onze werkelijkheid vormen en bezien. En dan krijgen we, terwijl we toch dachten allemaal in één en dezelfde wereld te leven, dus te maken met ongeveer zoveel werkelijkheden als er brilletjes denkbaar zijn. imagination-john-lennon-quotes-reality Dat roept bij mij dan weer even een vage herinnering aan een prisma-pocket-serie of boekje uit de vijftiger of zestiger jaren denken waarin driemaal dezelfde winkelstraat getekend stond en verschillende beelden liet zien. Beeld 1 liet de straat door de ogen van een kind zien en daarop zag je spelende kinderen, een rennende hond, de ijscoman achter zijn kar, een nieuwsgierig kijkende poes en de volle etalage van de speelgoedwinkel. Beeld 2 gaf vader’s blik in dezelfde straat weer met een sportieve auto daarin geparkeerd, met de etalages van de foto- en de gereedschapzaak prominent in beeld en er liepen opeens opvallend veel aantrekkelijke en jonge exemplaren van de andere sexe op de trottoirs. Beeld 3 tenslotte toonde de kijk van moeder de (huis)vrouw vanaf hetzelfde punt in dezelfde straat en daar zien we naast de kruidenier, de slager en de bakker vooral modezaken in beeld en veel vrouwen in (destijds) modieuze kleding en soms wat brave kindertjes bij zich rondlopen. Het beeld is helder en we kunnen iets dergelijks waarschijnlijk allemaal wel zonder al te moeilijke sprongen naar onze eigen tijd en situatie overbrengen. winkelstraat Zoals gezegd kunnen we in één en dezelfde wereld dus vele werkelijkheden ontwaren, schetsen of tegenkomen. Heel wat meer dan ik behappen kan in ieder geval. Daarom wou ik er, evenals bij de talen in het vorige stukje, maar eens een paar uitlichten die mij nogal opvallen en soms als totaal verschillende werelden voor lijken te komen. HauteFinancewerkelijkheid Zo wordt ons door met name politici, bestuurders, juristen, economen, ambtenaren, managers en meer van dat soort lieden dat zich erin lijkt te specialiseren en te bekwamen om anderen te vertellen hoe het zit en hoe het moet, nogal eens een wereld voorgespiegeld die je de formele of de papieren werkelijkheid zou kunnen noemen. Een werkelijkheid die niet zelden wel bedacht lijkt door mensen die zelf niet helemaal met beide benen in de werkelijkheid staan of in ieder geval niet zelf met hun voeten in de modder hoeven te staan om de kronkels van hun eigen wereldbeeld gestalte te geven. De mensen die het zogeheten ‘vuile werk’ dan wel moeten opknappen plegen het toch vaak zo te ervaren; als een star en een weinig realistisch danwel niet erg eerlijk programma van eisen dat van bovenaf dwingend opgelegd wordt. De strijd tegen deze werkelijkheid wordt ook wel eens ‘vechten tegen de bierkaai’ genoemd. Formalorpaperreality Daar tegenover zouden we een levende of alledaagse werkelijkheid kunnen onderscheiden. Dat is dan die werkelijkheid zoals die veelal ervaren wordt door mensen die zich niet altijd of nauwelijks gehoord voelen; zich niet bij besluitvorming betrokken voelen maar zich wel tot uitvoering genoopt of gedwongen voelen; en die vaak het gevoel hebben dat ze niet in hun reële zorgen serieus genomen worden en het idee hebben dat er maar wat boven hun hoofd beslist en gedaan wordt. Een ietwat wellicht gechargeerd beeld van die werkelijkheid die we ook wel als het ‘echte leven’ of de actualiteit aanduiden? Ach vraag wat in een oud strijdlied nog heetten: de verworpenen der aarde er eens maar naar! De betogers voor een Arabische lente bijvoorbeeld, of de jonge werkelozen in de Zuid-Europese landen of de zogeheten illegalen overal ter wereld. Maar ook hele volkstammen in aanzienlijk minder penibele omstandigheden willen zich nogal eens beklagen over de ondeskundige, incapabele, autoritaire en hoogmoedige betutteling door de boven hen gestelden. reality-check Nu is het in veel hoeken van onze huidige cultuur not done om je al te openlijk aan dergelijk beklag over te geven. Je zou namelijk als een ‘loser’ kunnen klinken en zo willen wij natuurlijk beslist niet overkomen. Toch bekruipt mij, zoals onlangs weer eens op het werk, ook wel eens het gevoel dat men gewoon niet lijkt te willen luisteren en je net zo goed tegen de spreekwoordelijke muur kunt staan praten. Dat kan bij mij dan toch ronduit boosheid en/of frustratie oproepen en daar kan en wil ik op zo’n moment dan ook geen andere of mooiere woorden aan geven; ook niet in een andere taal! winnerorloser De hier door mij genoemde en aangehaalde tweedeling in twee elkaar schijnbaar totaal vreemdzijnde en vijandige werkelijkheden, houdt mogelijk enig verband met een zekere fascinatie met vragen rond de verhouding en mogelijke discrepanties tussen theorie en praktijk. En blijkt het leven dan echt altijd sterker dan de leer of stuiten we ook daar soms op paradoxale verrassingen? dream_reality Gelukkig is er dan ook altijd nog de ideale of de gedroomde werkelijkheid om het leed wat te verzachten. Van sommige kanten wordt er soms wel ernstig gewaarschuwd voor de gevaren van er een al te ideale of gedroomde werkelijkheid op na te houden, in de zin dat je in zo’n droomwereld weg zou kunnen vluchten om de eisen en de uitdagingen van het echte leven te ontlopen. In principe dus niet zo veel anders dan je heil in drugs of alcohol te zoeken. wij-dromen Maar als we te gemakkelijk in een zogenaamd ‘realisme’ van dergelijke snit mee willen gaan, dreigen we toch iets heel essentieels over het hoofd te zien. Namelijk dat we helemaal niet zonder een gedroomde werkelijkheid kunnen wanneer we althans nog iets meer dan ongelikte barbaren willen zijn. Want wat rest de mens nog zonder (gedeelde) dromen en idealen als doel of richtingwijzer. You may say I’m a dreamer zong John Lennon en wist daarmee destijds toch de harten van velen te beroeren. http://youtu.be/pu0efvgEzgA Maar waar horen we een dergelijk geluid de dag van vandaag nog? Mahatma Gandhi, Martin Luther King, de dalai lama en Nelson Mandela waren en zijn hoe dan ook en onmiskenbaar protagonisten van een gedroomde werkelijkheid en bedenk eens in wat voor wereld we nu zouden leven zonder deze dromende grootheden. dreamfuture Als dan zoals Willem Elsschot ooit opmerkte wetten en praktische bezwaren nogal eens het obstakel vormen tussen droom en werkelijkheid moeten we misschien ook onze wetten en onze praktijken eens wat vaker of diepgaander onder de loep nemen. brilmetloep Ik wil hier beslist geen reclame voor Het Huis, Pearl of Anders wel Specsavers maken, want ik heb het niet zo op reclame maar: kijk eens naar je eigen bril en als ie er niet zo ideaal meer uitziet, poets hem desgewenst weer eens wat op! All for the sake of:-Reality Dan nog even John Searle over ons referentiekader en de werkelijkheid van de ‘modern mind’: Hier part 2 en part 3 van Searle's verhaal.

Wednesday, June 19, 2013

Welke taal spreken wij dan?

In een thread op een LinkedIn forum verloor ik mij onlangs in mijn drift om een bepaald, in mijn boekie belangrijk, gezichtspunt over het voetlicht te brengen een beetje in een woordenbrij, waarmee ik gezien de reacties daarop blijkbaar toch niet veel helderheid wist te scheppen.
Omdat het onderhavige punt voor mij toch een belangrijk element of aspect vormt van hoe ik tegen mijn werk (maar net zozeer tegen de the-world-at-large) aankijk, wil ik toch nog eens een poging wagen om dit punt eens op hier dit blog uit de doeken te doen met uit genoemde woordenbrij het laatste onderdeel over de taal die wij plegen te spreken:
Mijn kijk op deze materie wordt mede gekleurd door de taal die ik zoal om me heen meen te horen. Ik meen in de loop der jaren steeds vaker te horen dat men 'managementkoeterwaals' spreekt. Dat wil zeggen men heeft het over organisatieprocessen, planningen, automatisering en informatisering, het uitrollen van projecten, procedures, implementaties en what-have-you. Daarnaast gaat het over beleidsplannen, FTE's, personeelskosten, budgetten en kostenbesparingen; onderwerpen die in toenemende mate in 'economische taal en terminologie' geduid en besproken worden. Natuurlijk ook belangrijk en nodig hoor, maar zoals gezegd, vormen de kwesties in deze taal besproken, in mijn perceptie proportioneel een steeds grotere hap van de conversatie binnen en over mijn werk.
Dan zie ik de afgelopen jaren naast en met de vele regels, protocollen en zomeer waar we mee van doen hebben ook, dat die regels en richtlijnen steeds vaker in juridische taal gegoten worden en ik vermoed dat we in dat opzicht de piek nog niet bereikt hebben. Wat moet, wat mag en niet mag en hoe de wet- en regelgever dat zoal voor ons bekokstoofd en geformuleerd heeft.
Dan heb je natuurlijk nog de immer gangbare sociaal-bindende taal van alledag, die van de koetjes en de kalfjes, het weer en wat er verder zoal ter sprake kan komen; die laat ik hier maar even onbesproken. Die taal is er altijd en die redt zich wel.
Maar de taal waar het me om gaat en die me als essentieel en onmisbaar voorkomt in ons werk, namelijk de taal van de kunst van het begeleiden en de taal van de begeleiders of de ((ortho-)ped-)agogische taal is in mijn perceptie toch vaak de dupe aan het worden van de opmars van de taal van de managers en de juristen en die van de technocratie in z’n algemeenheid. Ik meen althans die eerste taal in de loop der jaren steeds minder te horen in bijvoorbeeld de wandelgangen en de koffiekamers. En zelfs in vergaderingen en teamoverlegsituaties lijkt het door de technocratische of organisatorische praat heen wel steeds meer moeite te kosten om in die taal nog gezamelijk te spreken. Ik hoop overigens dat niet iedereen dit zo ervaart.
Die bewuste taal is dan bijvoorbeeld de taal van het overvragen en/of ondervragen, van het kiezen of delen en van het begrenzen of ruimte geven, maar vooral van de argumenten voor het hoe, wie, wat ,waar ,wanneer en waarom van het een en ander.
En van de sociale taal van het mijn en het dijn, maar vooral ook van het ons en het samen, van het meedoen en zeker weten, van het er mogen zijn.
De misschien soms wat moeilijkere psychologische taal van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het ik, van het worden tot een autonome persoon. Wat dat laatse betreft; voorzover mogelijk, moeten we daar dan altijd al, maar in ons werk zeker bij in beschouwing en overweging nemen.
De misschien wat meer pragmatische taal van het niet pesten maar testen en kom desgewenst maar even bij me schuilen en uithuilen.
De gevoelige en delicate taal van onze kwetsbaarheid, gebrokenheid en breke-benigheid.
Maar ook de wederom soms wat ingewikkelde taal van de sociale wetenschap en haar theorieën en theorievorming en vooral van de vertaalslag daarvan naar de praktijk van alledag. En in die zin mag veel van de taal van enkele Hollandse meesters misschien als een mooie illustratie gelden.
Het is nadrukkelijk ook de taal van Gentle teaching of soortgelijke benaderingen.
En de taal van het herstel van het gewone leven en van het specifiek opvoeden en natuurlijk van nog veel meer in die trant, waarbij dat soms best wat pedagogisch of psychologisch jargon of idioom mag zijn, als het zich maar zonder al te veel omhaal of kunstgrepen laat vertalen naar en dienstbaar kan zijn aan de praktijk van dat ‘gewone leven’ ofwel de leefwereld van onze cliënten.
Het is de taal die er voor zorgt dat we maar een beetje tussen het verklaren en het verstaan heen en weer kunnen blijven fietsen en vooral de deur tussen die beiden niet dichtgooien. En de taal die naar zijn aard telkens weer onze aandacht helpt vestigen op de wensen en de frustraties, op de zorgen en de hoop, op de mogelijkheden maar aan de andere kant van die zelfde medaille evenzeer op de beperkingen van onze cliënten en hoe we ze daarin een beetje terwille en ten dienste kunnen zijn en bij kunnen staan. En ja, het is natuurlijk vaak een beetje psychobabbel, maar daar valt natuurlijk moeilijk aan te ontkomen!
Wanneer ik op mijn werk, op cursussen of op diverse fora een overdaad aan technocratische, logistieke, economische en juridische praat en argumentatie hoor en nauwelijks hoor vragen, vertellen of argumenteren in die (ortho)pedagogische taal van de begeleiders bekruipt mij wel eens het gevoel dat ik in een geheel verkeerde film of voorstelling ben beland.
Wij zijn talige wezens en de taal geeft in hoge en overheersende mate richting aan zowel de richting van onze perceptie als aan die van ons denken en ons handelen. De diverse taalvarianten zoals ik ze hierboven uit de hoed haalde zijn zeker niet uitputtend. We zouden er zo de wetenschappelijke taal en nog een rits aan anderen aan toe kunnen voegen. Maar dit zijn in mijn beleving toch de frappantste en de meest sprekende dialecten zoals ik die de afgelopen dertig jaar in de zorg heb gehoord.
Er bestaat geen absolute scheidslijn tussen de ene en de andere taal. En het is natuurlijk ook niet zo dat je kunt zeggen dat een bepaalde week, vorige maand of eens een jaar lang zoveel procent van dit en zoveel procent van dat hoorde. Maar toch zijn er naar taalvariant, toon en inhoud daarvan, mijns inziens, vaak duidelijke en sterke tendenzen te onderkennen. Zo kun je er nu, volgens mij, aan alle kanten ook duidelijk het stempel van de huidige crisis in ontwaren.
En wanneer ik ergens of in een bepaalde periode nog bijna uitsluitend de taal van de managers of juridische taal en argumenten hoor, heb ik het gevoel dat het niet zo goed gaat er iets ernstig niet pluis is. Op die manier vat ik dergelijke taalsignalen doorgaans toch ook op als tell-tale-signs van wat er onderhuids speelt. Op, zeg maar, een enigzins vergelijkbare manier als wij non-verbale signalen of taal nogal eens opvatten als de weerslag van iemand werkelijke bedoelingen of gevoelens en in weerwil van wat iemand met woorden zegt. Zo willen allerlei mooie mission-statements en beleidsplannen waarin staat dat de cliënt en diens wensen bij ons zo centraal staan en richtinggevend zijn voor zorg voor en de omgang met de cliënt absoluut niet zeggen dat dat ook in de leefwereld van de cliënt of die van de werkers op de vloer zijn weerslag zal vinden. Welke taal die werkers op de vloer plegen te spreken lijkt mij een betere en heel wat zekerder indicator van de kwaliteit van de zorg die de cliënt zal ontvangen en ervaren!
Ik zou zeggen, collega-werkers in de zorg let eens op, in welke taal hoor jij doorgaans spreken op, rond en over jouw werkplek en in welke taal verkies jij of gebruik je zelf bij voorkeur om je ideeën of je visie op het werk te bespreken of kenbaar te maken?
Over taal gesproken:

Tuesday, June 18, 2013

Het genie van Dr Sigmund

Dat is toch maar weer een quasi-geniale inval van Dr Sigmund alias Peter de Wit ten aanzien van inslaapproblemen: PdWitSigmundslaapprobleem Niet het pilletje slikken maar je de bijsluiter laten voorlezen.

Friday, June 14, 2013

Freudian slip?

Oftewel een freudiaanse verspreking?
'In mijn achterhoofd heeft zeker meegespeeld dat het beeld van Wilders naast de koning veel aandacht zou hebben getrokken.' Onwenselijk, meende de senaatsvoorzitter, die een plechtigheid zonder politiek gedoe beoogde.
zo liet Fred de Graaf, voorzitter van de Senaat en van de Staten-Generaal zich enkele dagen geleden in een interview met de Volkskrant ontvallen. Het Binnenhof en het politieke bedrijf waren al rap te klein en in last. De Graaf maakte vandaag bekend weldra af te zullen treden. Had de man z'n mond gehouden had er waarschijnlijk geen haan meer naar gekraaid. Wat een terloopse opmerking toch tot voor drastische gevolgen kan hebben. In de politiek worden sommige woorden op een gouden schaaltje gewogen. A freudian slip of the tongue?
Ja, het blijft een hachelijk avontuur en oppassen met die 'vrije associatie' die heden ten dage niet zo zeer meer door de psychiater maar vooral door het journaille wordt uitgelokt.
Ze worden overigens wel vaker gemaakt, die freudian slips: Ook door het journaille.

Tuesday, June 11, 2013

Berggasse 19

In Wien bezochten wij uiteraard ook enkele musea om daar het originele werk van een aantal bekende figuren, wiens namen onlosmakelijk aan de stad verbonden zijn, te aanschouwen. Dat zijn dan namen als Klimt, Kokoschka en Schiele. Dergelijke musea van beeldende kunst bezoek je dan gewoonlijk met het oog op enkele te verwachten oogstrelende ervaringen. Berggasse19 We brachten daarbij ook een bezoekje aan de Berggasse 19. Dat heet ook een museum te zijn maar dan toch één van een iets andere orde. Zo’n slordige eeuw geleden woonde daar ene Dr. Sigmund Freud. Dat woonhuis annex praktijk van toen is nu één van de twee Freudmusea. Het andere staat in Londen waar Freud zich na diens vlucht voor de nazi's vestigde. Mocht je erg nieuwsgierig zijn naar de inmiddels befaamde sofa van de(ze) psychiater moet je niet in de Berggasse zijn maar in het museum in Londen. Dat laatste museum was toch wel een beetje ver weg en we stonden nu eenmaal voor de deur van Berggasse 19 dus … Freudstraatzicht Het verhaal en de erfenis van Sigmund Freud mag in z'n globaliteit wel genoegzaam bekend geacht worden of niet soms ….? En wie kent niet, mede uit persoonlijke ervaring, de zogeheten freudiaanse verspreking? Freud had, zo vernam ik daar, drie grote 'passies', of zo je wilt 'obsessies', te weten reizen, roken en verzamelen. Nou probeer dat maar eens in freudiaanse termen en op freudiaanse wijze te duiden. Freud was jedenfalls een sleutelfiguur en een belangrijke pionier in de vestiging van de psychologie als zelfstandige wetenschappelijke discipline en de stamvader van het fenomeen psychotherapie. Freud Wat mij daar binnen op menig moment misschien nog het meest bevreemdde en frappeerde was hoezeer zijn levensgeschiedenis, zijn vriendschappen, zijn uitspraken, geschriften, notities, brieven, discussies en wat iet meer zij, kortom zijn hele leven (en daarmee van de ontwikkeling van zijn zoektocht naar wat de mens beweegt en hoe het geestelijk leven van diezelfde mens zich over diverse hobbels en door allerlei knopen kan ontvouwen), hoe dat alles zo tot op de letter en zo in detail gedocumenteerd blijkt te zijn. Freudwerkkamers Tegenwoordig lijkt het soms wel een beetje mode en bon ton om ongelimiteerd en niet in het minst gehinderd door al te veel kennis van zaken uitsluitend kritiek op Freud en zijn theorieën te spuien. Freud-bashing heet dat dan wel. Hetzelfde gaat overigens op voor Marx. Nu zijn beide heren altijd controversiële figuren geweest in het denken over onszelf en de inrichting van onze samenleving en dat zullen ze altijd wel blijven. Er is zeker zinnige en gefundeerde kritiek en nuancering mogelijk en nodig op het gedachtegoed van Marx of Freud, maar het bij voorbaat en soms toch wel erg populaire en gratuite ridiculiseren en verguizen van alles wat ze ooit ter berde brachten, zegt, lijkt me, toch heel wat meer over de intelligentie en de intellectuele bagage van deze criticasters dan over hoe gek, dom of slecht deze twee grote rationeel ingestelde humanisten geweest zouden zijn. En naar het zich laat aanzien kun je dergelijke lieden en een dergelijke ongenuanceerde houding vreemdgenoeg ook in toenemende mate in de hoek van sociaal werk en sociale wetenschappen tegenkomen. what-s-on-a-man-s-mind-sigmund-freud

Monday, June 10, 2013

De centen of de cliënten?

Echtmarktwerkingzorg Recentelijk hoorde ik een collega op het werk, in verband met een herindeling van cliënten op dagbestedingsgroepen, opmerken:
‘Tien jaar geleden had ik bij zoiets nog vaak het idee dat het over de cliënten ging; nu krijg ik toch telkens maar de indruk dat het vooral over de centen gaat. Het scheelt maar twee letters maar het voelt als een wereld van verschil.’
zorgisgeenmarkt Bij deze wil ik dan onze minister Schippers, alsook haar voorgangers van het afgelopen decennium en haar VVD maatjes meedelen dat hun grote 'marktwerkingsproject' nu toch heus zijn vruchten begint af te werpen. Het begrip ‘marktwerking’ en de uitwerking daarvan lijkt nu werkelijk goed tot op de werkvloer van de zorg doorgedrongen te zijn. Proficiat aanhangers en propagandisten van die 'wonderbaarlijke en zaligmakende marktwerking’ in de zorg! Marktwerking_zorg_geen_succes liberaliseringzorg privatiseringzorg