Woensdag nu een week geleden las ik in de Volkskrant dat 'de ketenen van Brandon alom verontwaardiging wekken' en in een volgend artikel dat het enige verschil met met Jolanda Venema zou zijn: 'Brandon draagt kleren'.
Enig gegoogel naar hoe en wat de media hierover te berichten hadden en de soms zinnige maar vaak ook uitzinnige publieke reacties daarop maakte al snel duidelijk dat er inderdaad wel sprake leek te zijn van een nationale storm van morele verontwaardiging.
Via het internet kon ik het programma uitgesproken EO dat de katalysator van een en ander was geweest nog even bekijken.
De impact van de beelden, de verslaggeving en het daaropvolgende tumult rond Brandon wisten hoe dan ook te bewerkstelligen dat er diezelfde woensdag nog een spoeddebat in de tweede kamer gehouden werd over deze kwestie en de staatssecretaris de dag daarna naar Ermelo afreisde om persoonlijk polshoogte te nemen van de situatie.
Nog altijd rolde de commentaren over elkaar of en hoe schandelijk deze toestand was en of er schuldigen en zondebokken aan te wijzen zouden zijn. Inmiddels zag je her en der in de berichtgeving en diverse blogs ook wel de nodige nuancering aangebracht worden die wat meer recht deed aan wat dan heet deze 'complexe problematiek'.
Als gelegenheidsblogger die wel eens wat over zijn vak meent te moeten melden en die wel eens wat gedachten en zorgen over (de) zorg in het algemeen uit, voelde ik mij uiteraard geprikkeld mijn duit ook in het zakje te doen. Ik wist alleen niet welke duit dat zou kunnen zijn. Er werd zo massaal, uiteenlopend, soms bot en soms genuanceerd op gereageerd dat, zo leek het mij, alles al meer dan eens gezegd was en ik niets nieuws had toe te voegen.
Daarbij zag ik dan vooral drie grote lijnen:
- de vraag of je al dan niet enig begrip voor het ontstaan en bestaan van deze situatie kunt opbrengen?; waarbij buiten kijf staat dat het ongewenste situatie is.
- de vraag of de media hier niet op een wat gratuite en schandaleuze wijze de trom aan het roffelen was om daar zelf mee te scoren?
- de vraag of het anders zou kunnen, welke verwachtingen je ten aanzien daarvan zou kunnen koesteren en hoe daar dan vorm aan te geven? Dat laatste zal de nodige inzet, tijd en geld kosten en hoogstwaarschijnlijk niet snel en simpel zijn.
Wel had ik al snel het bange of boze vermoeden dat gezien de kleur van vele commentaren het allemaal een korte eruptie van opgewonden emo-tv en media-aandacht zou blijken waarna we het weer zouden vergeten om ons over een volgend nieuws-item druk te kunnen maken. De berichten namen na 2 à 3 dagen inderdaad beduidend af in zowel heftigheid als frequentie. Anderzijds lijkt het toch ook weer iets losgemaakt te hebben in ons collectieve bewustzijn.
Om dat laatste dan 'effe te checken', reageer ik nu alsnog en wil ik bij nader inzien toch ook nog even mijn duit in het zakje doen met de volgende oproep:
Laat een ieder die zich druk heeft gemaakt over of zich aangesproken voelde door de berichtgeving rond Brandon, laat ons de gezamelijke pers en media met Andries Knevel als zelfbenoemde moraalridder voorop eens uitnodigen en uitdagen om de zorg wat diepgaander te doorvorsen en voor langere tijd te volgen om zo mistanden op te sporen en zo mogelijk te voorkomen.
Dan bedoel ik niet alleen de gehandicaptenzorg maar bv. ook de jeugdzorg en vooral ook de ouderenzorg.
Dan bedoel ik niet alleen en bij voorkeur niet die zaken die zich zo makkelijk lenen voor mooie of meestal minder fraaie spectaculaire beelden maar ook zaken die naar hun aard nu eenmaal wat afweging en doordenking vragen. Dan doel ik op de vraag wat goede zorg ons waard is, zowel in geld als anderszins. Dan doel ik ook op vragen als welke invloed hebben organistiestructuur, wet- en regelgeving, beleidsnota's, automatisering, de druk tot certificering, de verdeling van taken en verantwoordelijkheden, de protocolisering etcera op het functioneren en de motivatie van de werkers op de vloer. Kortom het soort kwesties zoals de stichting beroepseer die bv. nog weleens voor het voetlicht brengt.
Om er eens één uit dit rijtje bij de kop te nemen laat de journalistiek bv eens onderzoeken en verslag doen van hoe en met welk oogmerk men de automatisering in de zorg doorgaans vormgeeft? Is dat vooral en in eerste instantie om bestuurders, managers en inspectie te bedienen bij hun dataverzameling en doelstellingen of gaat men bij het ontwerp van datasystemen ook nog weleens uit van het primaire proces en hoe je de werkvloer daarbij ondersteunt? Zomaar een vraagje dat wellicht nog wat verrassende, onthutsende en inzichtgevende antwoorden zou kunnen opleveren!
Laten we de heer Knevel en ons nationale journaille uitnodigen om met de hen beschikbare en geëigende middelen een aantal kwaliteitsindicatoren voor de zorg te formuleren en uitvoerig te verantwoorden om daar de komende jaren eens regelmatig verslag van te doen in achtergrondreportages.
Ja, laten wij ten aanzien van de zorg voor de zwakkeren allemaal moraalridders worden!
Dan uiteraard niet van het soort 'stuurlui aan de wal' dat, als in een reflex, verontwaardigd het vingertje opsteekt, daar hebben we er wel genoeg van zoals dit nieuws-item ons weer eens geleerd heeft, maar meer van het soort dat wat verder kijkt dan de neus lang is, wat dieper graaft en ook wat verantwoording wil nemen en geven.
De zorg gaat ons toch allen aan en aan het hart, zou ik denken. Het is en blijft hoe dan ook een maatstaf voor onze beschaving, nietwaar? En de hamvraag blijft wat die ons waard is.
Bij deze, moraalridder Knevel bent u en al u collega's uitgenodigd hier het komende decennium eens een soort project van te maken. Laten we het Zorg om de Zorg noemen. Als belangrijkste leidraad daarbij geldt dan dat u zich geen valse beeltenis van de werkelijkheid dient te maken. Voor alle helderheid dat laatste is niet ironisch bedoeld. Dan kan deze momentane ophef wellicht toch nog een goed en richtinggevend spoor nalaten.
Wednesday, January 26, 2011
Sunday, January 23, 2011
Thursday, January 20, 2011
Ons besturingssysteem?
We hebben vast ooit allemaal eens op school geleerd dat ons brein ons besturingssysteem is. De hersenen sturen ons denken, doen en laten volgens onze gangbare (medische en biologische) kennis.
De computermetafoor valt dus doorgaans wel in vruchtbare aarde.
En de metafoor werkt overigens naar beide kanten want van het besturingssysteem (Operating System) van de computer wordt ook wel het brein van dat apparaat genoemd en als zodanig beschouwd.
Nu heerst er onder computerfans en fanaten altijd al veel discussie en de nodige onenigheid over wat het beste danwel het slechste besturingssysteem (OS) zou zijn. Er zijn ook nogal wat voorbij gekomen in betrekkelijk korte tijd en we zien telkens nieuwe ontwikkelingen op dat gebied. Om wat oude bekenden te noemen: CPM, MS-DOS, DOS+, Unix, Mac OS, MS-Windows, Linux en, niet natuurlijk te vergeten, het onvolprezen Acorn_MOS waar mijn Electron en Master en nog wat andere leden van de BBC Micro family destijds naar volle tevredenheid op draaiden. Het spreekt niet zomaar vanzelf hoe en wat het ideale besturingssysteem voor de computer zou zijn.
In geval van het besturingssysteem van ons mensen wordt de zaak er bepaald niet eenvoudiger of eenduidiger op. Één stel hersenen als besturingsysteem zou wellicht anders doen vermoeden edoch: reeds in 1844 publiceerde de Britse arts Arthur Wigan zijn 'Duality of the Mind' waarin hij de opzienbarende stelling poneerde dat wij niet over één maar twee breinen blijken te beschikken.
Maar zowel Wigan, als het boek, als het idee van het gespleten brein danwel twee breinen raakte al snel in de vergetelheid. Dat gordijn van de vergetelheid zou er nog voorhangen als niet in 1969 Joseph Bogen, een leerling van Roger Sperry, het boek in handen kreeg en even meende hier het begin van de theorie van de hemisferische specialisatie te herkennen.
(Wie wil weten in welke richting het boek en de theorie van Wigan dan wel wees, leze het hoofdstuk 'De Galilei van de neurologie' in het 'Vergeetboek' van Douwe Draaisma.)
Genoemde Roger Sperry is de hersenonderzoeker die in 1981 de Nobelprijs mocht ontvangen voor zijn baanbrekende 'split-brain' onderzoek. Hiermee werd de notie dat de onderscheiden hersenhelften ook verschillende functies herbergen (lateralisatie) hard gemaakt en voor onderzoek toegankelijk.
Inmiddels lijkt het denken en spreken in termen van linker- en rechterhersenhelftfuncties en kenmerken al evenzeer gemeengoed als het hanteren van de computermetafoor. Op talloze websites en blogs kun je ook middels het bekende danseresje zelf even checken welke hersenhelft dominant zou zijn. En zo schijn ik andere hersenen te hebben dan de meeste mensen. Wanneer je ons (of sommigen onder ons) vandaag de dag zo over de onderscheiden hersenhelftfuncties hoort spreken en leuteren zou je bijna gaan denken het hier vanzelfsprekendheden betrof die we als niet meer dan logisch beschouwen en die we altijd van nature aangevoeld en/of vermoed hadden. Dat blijkt dus niet zo te zijn en het is eerder weer zo'n gevalletje waar enig commentaar van onze Bredero toch wel weer op zijn plek lijkt.
Kunnen wij onze beide hersenhelften dan als twee verschillende besturingssystemen zien? De linkerkant voor zus taken of funties en de rechterkant voor zo taken en functies?
In het licht van onze computermetafoor lijkt het toepasselijker om in geval van de hersenhelften ze als twee verschillende processoren te beschouwen. Links een voornamelijk seriëel en rechts een voornamelijk parallel geschakelde.
Naast deze horizontale of laterale differentiatie zien we in ons brein ook een verticale differentiatie die die zich in de loop van vele miljoenen jaren heeft ontwikkeld. We hebben het dan over de differentiatie naar het zogenaamde reptielenbrein, het limbisch systeem en de neocortex.
Paul MacLean was de man die in de 60-er jaren met dit drieledige model op de proppen kwam en in zijn boek 'The Triune Brain in Evolution' (1990) verder uitwerkt.
'The Dragons of Eden' van Carl Sagan (Pulitzer prize 1977) gaf ook de nodige voeding aan dit idee van de 'triune brain'.
In ons land was het Piet Vroon, ook wel bekend als de professor die alles beter wist, die deze stelling als uitgangspunt nam van zijn boek 'Tranen van de krokodil'.
Hier hebben we dan schijnbaar van doen met drie verschillende besturingssystemen die soms goed of redelijk met elkaar samenwerken maar soms ook niet. Dan kan het ene besturingssyseem zomaar het andere dwarszitten of blokkeren. In 'Loneliness' van Cacioppo & Patrick wordt over ons drieledige brein ook gesproken als:
Je kunt die laterale en verticale differentiatie natuurlijk ook nog eens schematisch combineren. Dan kom je bv. op iets als het 'whole brain model' van Ned Herrmann uit, dat het, als ik zo het wereldwijde web eens rondsnuffel, wel goed lijkt te doen onder m.n. zelfontplooiende managers en organisatiedeskundigen.
Maar wie bestuurt en bedient deze wonderbaarlijke en onovertroffen biologische computer dan uiteindelijk? Wie o wie zit er aan de knoppen, de muis of het toetsenbord en vertelt het besturingssysteem welke programma's we nu eens zullen gaan draaien en met welk oogmerk?
Maar dan verschuift de vraag zomaar van: hoe gaat het een ander bij ons in zijn werk? naar de vraag: wie zijn wij?
Dan komen we als vanzelfsprekend op de vraag naar onze identiteit, naar de verhouding lichaam/geest en uiteindelijk op de moeilijke vraag naar het zelf.
P.S. Je weet wel datzelfde zelf waar we het over hebben als we woorden gebruiken als: zelfstandig, zelfbewustzijn, zelfspot, zelfvertrouwen, zelfhaat, zelfredzaamheid, zelfbedrog, zelfkennis, zelfkant, zelfverdediging, zelfverloochening, zelfvoldaan, zelfontplooing, zelfzuchtig, zelfbeheersing, zelfbevrediging, zelfkastijding, zelfmoord, zelfingenomenheid, zelfbediening, zelfverzekerd, zelfbeeld en zo meer. We hebben blijkbaar nogal eens wat te stellen met ons zelf!
<< ons werkgeheugen
meer lateraliteit >>
De computermetafoor valt dus doorgaans wel in vruchtbare aarde.
En de metafoor werkt overigens naar beide kanten want van het besturingssysteem (Operating System) van de computer wordt ook wel het brein van dat apparaat genoemd en als zodanig beschouwd.
Nu heerst er onder computerfans en fanaten altijd al veel discussie en de nodige onenigheid over wat het beste danwel het slechste besturingssysteem (OS) zou zijn. Er zijn ook nogal wat voorbij gekomen in betrekkelijk korte tijd en we zien telkens nieuwe ontwikkelingen op dat gebied. Om wat oude bekenden te noemen: CPM, MS-DOS, DOS+, Unix, Mac OS, MS-Windows, Linux en, niet natuurlijk te vergeten, het onvolprezen Acorn_MOS waar mijn Electron en Master en nog wat andere leden van de BBC Micro family destijds naar volle tevredenheid op draaiden. Het spreekt niet zomaar vanzelf hoe en wat het ideale besturingssysteem voor de computer zou zijn.
In geval van het besturingssysteem van ons mensen wordt de zaak er bepaald niet eenvoudiger of eenduidiger op. Één stel hersenen als besturingsysteem zou wellicht anders doen vermoeden edoch: reeds in 1844 publiceerde de Britse arts Arthur Wigan zijn 'Duality of the Mind' waarin hij de opzienbarende stelling poneerde dat wij niet over één maar twee breinen blijken te beschikken.
Maar zowel Wigan, als het boek, als het idee van het gespleten brein danwel twee breinen raakte al snel in de vergetelheid. Dat gordijn van de vergetelheid zou er nog voorhangen als niet in 1969 Joseph Bogen, een leerling van Roger Sperry, het boek in handen kreeg en even meende hier het begin van de theorie van de hemisferische specialisatie te herkennen.
(Wie wil weten in welke richting het boek en de theorie van Wigan dan wel wees, leze het hoofdstuk 'De Galilei van de neurologie' in het 'Vergeetboek' van Douwe Draaisma.)
Genoemde Roger Sperry is de hersenonderzoeker die in 1981 de Nobelprijs mocht ontvangen voor zijn baanbrekende 'split-brain' onderzoek. Hiermee werd de notie dat de onderscheiden hersenhelften ook verschillende functies herbergen (lateralisatie) hard gemaakt en voor onderzoek toegankelijk.
Inmiddels lijkt het denken en spreken in termen van linker- en rechterhersenhelftfuncties en kenmerken al evenzeer gemeengoed als het hanteren van de computermetafoor. Op talloze websites en blogs kun je ook middels het bekende danseresje zelf even checken welke hersenhelft dominant zou zijn. En zo schijn ik andere hersenen te hebben dan de meeste mensen. Wanneer je ons (of sommigen onder ons) vandaag de dag zo over de onderscheiden hersenhelftfuncties hoort spreken en leuteren zou je bijna gaan denken het hier vanzelfsprekendheden betrof die we als niet meer dan logisch beschouwen en die we altijd van nature aangevoeld en/of vermoed hadden. Dat blijkt dus niet zo te zijn en het is eerder weer zo'n gevalletje waar enig commentaar van onze Bredero toch wel weer op zijn plek lijkt.
Kunnen wij onze beide hersenhelften dan als twee verschillende besturingssystemen zien? De linkerkant voor zus taken of funties en de rechterkant voor zo taken en functies?
In het licht van onze computermetafoor lijkt het toepasselijker om in geval van de hersenhelften ze als twee verschillende processoren te beschouwen. Links een voornamelijk seriëel en rechts een voornamelijk parallel geschakelde.
Naast deze horizontale of laterale differentiatie zien we in ons brein ook een verticale differentiatie die die zich in de loop van vele miljoenen jaren heeft ontwikkeld. We hebben het dan over de differentiatie naar het zogenaamde reptielenbrein, het limbisch systeem en de neocortex.
Paul MacLean was de man die in de 60-er jaren met dit drieledige model op de proppen kwam en in zijn boek 'The Triune Brain in Evolution' (1990) verder uitwerkt.
'The Dragons of Eden' van Carl Sagan (Pulitzer prize 1977) gaf ook de nodige voeding aan dit idee van de 'triune brain'.
In ons land was het Piet Vroon, ook wel bekend als de professor die alles beter wist, die deze stelling als uitgangspunt nam van zijn boek 'Tranen van de krokodil'.
Hier hebben we dan schijnbaar van doen met drie verschillende besturingssystemen die soms goed of redelijk met elkaar samenwerken maar soms ook niet. Dan kan het ene besturingssyseem zomaar het andere dwarszitten of blokkeren. In 'Loneliness' van Cacioppo & Patrick wordt over ons drieledige brein ook gesproken als:
having multiple operating systems.
Je kunt die laterale en verticale differentiatie natuurlijk ook nog eens schematisch combineren. Dan kom je bv. op iets als het 'whole brain model' van Ned Herrmann uit, dat het, als ik zo het wereldwijde web eens rondsnuffel, wel goed lijkt te doen onder m.n. zelfontplooiende managers en organisatiedeskundigen.
Maar wie bestuurt en bedient deze wonderbaarlijke en onovertroffen biologische computer dan uiteindelijk? Wie o wie zit er aan de knoppen, de muis of het toetsenbord en vertelt het besturingssysteem welke programma's we nu eens zullen gaan draaien en met welk oogmerk?
Maar dan verschuift de vraag zomaar van: hoe gaat het een ander bij ons in zijn werk? naar de vraag: wie zijn wij?
Dan komen we als vanzelfsprekend op de vraag naar onze identiteit, naar de verhouding lichaam/geest en uiteindelijk op de moeilijke vraag naar het zelf.
P.S. Je weet wel datzelfde zelf waar we het over hebben als we woorden gebruiken als: zelfstandig, zelfbewustzijn, zelfspot, zelfvertrouwen, zelfhaat, zelfredzaamheid, zelfbedrog, zelfkennis, zelfkant, zelfverdediging, zelfverloochening, zelfvoldaan, zelfontplooing, zelfzuchtig, zelfbeheersing, zelfbevrediging, zelfkastijding, zelfmoord, zelfingenomenheid, zelfbediening, zelfverzekerd, zelfbeeld en zo meer. We hebben blijkbaar nogal eens wat te stellen met ons zelf!
<< ons werkgeheugen
meer lateraliteit >>
Friday, January 14, 2011
Ons werkgeheugen
De computer heeft dus een werkgeheugen en wij herkennen bij onszelf ook zoiets.
Dat werkgeheugen van de computer (RAM) laat zich wel vergelijken met ons korte termijngeheugen en actieve aandacht, waarbij die actieve of momentane aandacht of bewustzijnsfocus zich wellicht goed met de processor van de computer laat vergelijken.
(met onmetelijke dank aan ene John von Neumann)
Als de gegevens zoals die zich op enig moment in het werkgeheugen en/of de processor bevinden niet opgeslagen worden, zijn ze bij een volgende sessie op de computer niet meer terug te vinden of te halen. Dat lijkt globaal gesproken voor ons korte termijngeheugen, onze aandacht en onze harde schijf net zo op te gaan.
(Alhoewel? Ik heb wel eens verhalen gehoord dat mensen zich onder hypnose allerlei details uit het verleden zouden kunnen herinneren die ze zich nomaliter niet wisten te herinneren. Van een computer die onder hypnose een beter geheugen bleek te krijgen of zomaar nieuwe, daarvoor onbekende, output produceert heb ik nog niet gehoord.)
Bij de computer is het werkgeheugen aan een bepaalde capaciteit gebonden, zoals bv. de 2Gb die mijn laptop volgens de specificaties zou moeten kunnen verhapstukken, maar in principe niet aan een tijdlimiet gebonden zolang de accu niet leeg raakt of de stekker nog in het stopcontact zit. Bij dat werkgeheugen in onze hersenpan gaat dat iets anders en wordt de informatie maar zo'n 10 tot 20 seconden vast gehouden. En ook de capaciteit heeft bij ons zijn beperkingen en je kunt er i.t.t. zoals bij de computer niet zo maar een extra chippie bijzetten.
Dat ons werkgeheugen (=kortetermijngeheugen) ook zijn beperking qua capaciteit kent werd in 1956 al door George A. Miller uit de doeken gedaan. Dus al enige tijd voor dat de gemiddelde gewone sterveling nog veel benul had van wat een computer is, wat je er mee zou kunnen of hoe hij werkt en dus nog voor hij/zij het brein met die computer vergeleek.
Toen namelijk verscheen in The Psychological Review het artikel: The Magical Number Seven, Plus or Minus Two: Some Limits on Our Capacity for Processing Information van de hand van Miller (die overigens ook aan de wieg stond van het theoretische begrip TOTE).
Volgens dat verhaal van Miller, dat nog alom als gezaghebbend geldt, kunnen wij zo'n 7 items (+2/-2) in ons korte termijngeheugen herbergen die dan vervolgens naar de harde schijf (ja, de onze dus) weggeschreven moeten worden om te kunnen worden vastgehouden/teruggehaald ofwel in de vergetelheid zullen belanden. Niet alleen psychologen maar bv. ook mensen uit de wereld van de reclame en de marketing tonen serieuze belangstelling voor dit soort wetenswaardigheden.
En dat laatste doe ik op dit moment natuurlijk ook even aangezien het toch de belangrijkste conclusie van dit stukje over ons werkgeheugen lijkt te zijn. Maar daarbij moet ik me toch af en toe wel even op het achterhoofd krabben want je van 7 of zelfs 9 of ook maar 5 dingen tegelijk bewust te zijn komt mij toch voor als rijkelijk veel. Met 2 heb ik, eerlijk gezegd, al moeite. Maar ja, ik ben dan ook een echte man wat dat betref; ik kan namelijk niet praten en breien tegelijk. Wat zeg ik?; ik kan niet eens breien!
Maar daarom geen malheur; ook daar lijkt de computer weer uitkomst te bieden want het schijnt dat je tegenwoordig het breien ook al aan de computer over kunt laten.
<< onze harde schijf - ons besturingssysteem? >>
Dat werkgeheugen van de computer (RAM) laat zich wel vergelijken met ons korte termijngeheugen en actieve aandacht, waarbij die actieve of momentane aandacht of bewustzijnsfocus zich wellicht goed met de processor van de computer laat vergelijken.
(met onmetelijke dank aan ene John von Neumann)
Als de gegevens zoals die zich op enig moment in het werkgeheugen en/of de processor bevinden niet opgeslagen worden, zijn ze bij een volgende sessie op de computer niet meer terug te vinden of te halen. Dat lijkt globaal gesproken voor ons korte termijngeheugen, onze aandacht en onze harde schijf net zo op te gaan.
(Alhoewel? Ik heb wel eens verhalen gehoord dat mensen zich onder hypnose allerlei details uit het verleden zouden kunnen herinneren die ze zich nomaliter niet wisten te herinneren. Van een computer die onder hypnose een beter geheugen bleek te krijgen of zomaar nieuwe, daarvoor onbekende, output produceert heb ik nog niet gehoord.)
Bij de computer is het werkgeheugen aan een bepaalde capaciteit gebonden, zoals bv. de 2Gb die mijn laptop volgens de specificaties zou moeten kunnen verhapstukken, maar in principe niet aan een tijdlimiet gebonden zolang de accu niet leeg raakt of de stekker nog in het stopcontact zit. Bij dat werkgeheugen in onze hersenpan gaat dat iets anders en wordt de informatie maar zo'n 10 tot 20 seconden vast gehouden. En ook de capaciteit heeft bij ons zijn beperkingen en je kunt er i.t.t. zoals bij de computer niet zo maar een extra chippie bijzetten.
Dat ons werkgeheugen (=kortetermijngeheugen) ook zijn beperking qua capaciteit kent werd in 1956 al door George A. Miller uit de doeken gedaan. Dus al enige tijd voor dat de gemiddelde gewone sterveling nog veel benul had van wat een computer is, wat je er mee zou kunnen of hoe hij werkt en dus nog voor hij/zij het brein met die computer vergeleek.
Toen namelijk verscheen in The Psychological Review het artikel: The Magical Number Seven, Plus or Minus Two: Some Limits on Our Capacity for Processing Information van de hand van Miller (die overigens ook aan de wieg stond van het theoretische begrip TOTE).
Volgens dat verhaal van Miller, dat nog alom als gezaghebbend geldt, kunnen wij zo'n 7 items (+2/-2) in ons korte termijngeheugen herbergen die dan vervolgens naar de harde schijf (ja, de onze dus) weggeschreven moeten worden om te kunnen worden vastgehouden/teruggehaald ofwel in de vergetelheid zullen belanden. Niet alleen psychologen maar bv. ook mensen uit de wereld van de reclame en de marketing tonen serieuze belangstelling voor dit soort wetenswaardigheden.
En dat laatste doe ik op dit moment natuurlijk ook even aangezien het toch de belangrijkste conclusie van dit stukje over ons werkgeheugen lijkt te zijn. Maar daarbij moet ik me toch af en toe wel even op het achterhoofd krabben want je van 7 of zelfs 9 of ook maar 5 dingen tegelijk bewust te zijn komt mij toch voor als rijkelijk veel. Met 2 heb ik, eerlijk gezegd, al moeite. Maar ja, ik ben dan ook een echte man wat dat betref; ik kan namelijk niet praten en breien tegelijk. Wat zeg ik?; ik kan niet eens breien!
Maar daarom geen malheur; ook daar lijkt de computer weer uitkomst te bieden want het schijnt dat je tegenwoordig het breien ook al aan de computer over kunt laten.
<< onze harde schijf - ons besturingssysteem? >>
Thursday, January 13, 2011
Onze harde schijf
De computermetafoor voor het menselijk brein en het menselijk functioneren heeft zich in relatief korte tijd behoorlijk stevig genesteld in ons collectieve bewustzijn en het dagelijks spraakgebruik. Je kunt tegenwoordig nagenoeg iedereen weleens naar zijn of haar geheugen of andere mentale vermogens horen verwijzen als diens harde schijf.
Niemand kijkt meer vreemd op van uitspraken in de trant van: mijn harde schijf raakt nu een beetje vol ...; iedereen lijkt dan zondermeer te begrijpen wat daarmee bedoeld wordt.
Nu wordt die metafoor van de harde schijf ook nog al eens wat slordig gebruikt.
De harde schijf wordt er dan te hooi en te gras bijgesleept en lijkt zo'n beetje voor alle mentale activiteit gebruikt te worden. In ieder geval worden aandacht of bewustzijnsinhoud van het moment, korte termijngeheugen en lange termijngeheugen dan vaak achteloos en terloops op een hoop gegooid. (We moeten toch een beetje doorgaan en opschieten, nietwaar?, en tijd is geld zegt men.)
Maar zoals de meesten van ons wel eens vernomen zullen hebben kent de computer minstens twee onderscheiden soorten geheugen en wel ROM en RAM.
(Vooral niet te verwarren met Romulus en Remus, het verhaal over twee wolfskinderen [waar ook weer het nodige over valt te verhalen] opgetekend door Vergilius)
ROM staat voor Read Only Memory en RAM staat voor Random Acces Memory. Dat lijkt dan vooral een conceptueel onderscheid en als zodanig figureert het uiteraard ook in een metafoor.
Aan de computerkant van de vergelijking komt ROM in strikte zin, feitelijk als ingebakken en onveranderlijke geheugeninhoud, maar nauwelijks voor. Voor de computermetafoor voor het geheugen lijkt het dan ook zinniger om eerder naar het onderscheid tussen vluchtig (volatile) en niet-vluchtig (non-volatile) geheugen te kijken.
Die harde schijf waar wij tegenwoordig zo vaak naar verwijzen valt evenals het nieuwere flashgeheugen onder de categorie niet-vluchtig geheugen. Zo zien we telkens nieuwere vormen van geheugenopslag.
Die harde schijf in of bij de computer haalt via een bepaalde index/inhoudsopgave een bestand of file op in de exact dezelfde vorm zoals het de laatste keer weggeschreven werd. En in die zin lijkt het toch op wat wij ons geheugen plegen te noemen. Dit zogenaamde niet-vluchtige geheugen van de harde schijf correspondeert dan met wat in geval van de menselijke psyche het lange termijn geheugen heet.
Douwe Draaisma heeft daar vast nog de nodige belangwekkende kanttekeningen bij te maken in bv. het vergeetboek.
Nu heeft die computer ook nog iets dat werkgeheugen heet ... en ja hoor, zowaar ... wij dus ook.
Ons werkgeheugen >>
Niemand kijkt meer vreemd op van uitspraken in de trant van: mijn harde schijf raakt nu een beetje vol ...; iedereen lijkt dan zondermeer te begrijpen wat daarmee bedoeld wordt.
Nu wordt die metafoor van de harde schijf ook nog al eens wat slordig gebruikt.
De harde schijf wordt er dan te hooi en te gras bijgesleept en lijkt zo'n beetje voor alle mentale activiteit gebruikt te worden. In ieder geval worden aandacht of bewustzijnsinhoud van het moment, korte termijngeheugen en lange termijngeheugen dan vaak achteloos en terloops op een hoop gegooid. (We moeten toch een beetje doorgaan en opschieten, nietwaar?, en tijd is geld zegt men.)
Maar zoals de meesten van ons wel eens vernomen zullen hebben kent de computer minstens twee onderscheiden soorten geheugen en wel ROM en RAM.
(Vooral niet te verwarren met Romulus en Remus, het verhaal over twee wolfskinderen [waar ook weer het nodige over valt te verhalen] opgetekend door Vergilius)
ROM staat voor Read Only Memory en RAM staat voor Random Acces Memory. Dat lijkt dan vooral een conceptueel onderscheid en als zodanig figureert het uiteraard ook in een metafoor.
Aan de computerkant van de vergelijking komt ROM in strikte zin, feitelijk als ingebakken en onveranderlijke geheugeninhoud, maar nauwelijks voor. Voor de computermetafoor voor het geheugen lijkt het dan ook zinniger om eerder naar het onderscheid tussen vluchtig (volatile) en niet-vluchtig (non-volatile) geheugen te kijken.
Die harde schijf waar wij tegenwoordig zo vaak naar verwijzen valt evenals het nieuwere flashgeheugen onder de categorie niet-vluchtig geheugen. Zo zien we telkens nieuwere vormen van geheugenopslag.
Die harde schijf in of bij de computer haalt via een bepaalde index/inhoudsopgave een bestand of file op in de exact dezelfde vorm zoals het de laatste keer weggeschreven werd. En in die zin lijkt het toch op wat wij ons geheugen plegen te noemen. Dit zogenaamde niet-vluchtige geheugen van de harde schijf correspondeert dan met wat in geval van de menselijke psyche het lange termijn geheugen heet.
Douwe Draaisma heeft daar vast nog de nodige belangwekkende kanttekeningen bij te maken in bv. het vergeetboek.
Nu heeft die computer ook nog iets dat werkgeheugen heet ... en ja hoor, zowaar ... wij dus ook.
Ons werkgeheugen >>
Tuesday, January 11, 2011
Dan toch nog op het web
In november verwachtte ik tevergeefs in de krant de tekst van een lezing door Bram de Swaan aan te treffen. Mocht niet zo zijn. Maar hem nu bij toeval dan toch nog op het wereldwijde web aangetroffen:
Het financiëel regime: over de gevolgen van een dwaalleer.
Zo'n tekst zou toch verplichte kost voor alle politici, managers, bestuurders en economen moeten zijn; vindt u ook niet?
Nog een kort commentaar van de Swaan toe.
Het financiëel regime: over de gevolgen van een dwaalleer.
Zo'n tekst zou toch verplichte kost voor alle politici, managers, bestuurders en economen moeten zijn; vindt u ook niet?
Nog een kort commentaar van de Swaan toe.
Labels:
Bram de Swaan,
dwaalleer,
econoblahblah,
economie
Wednesday, January 5, 2011
Geloof of ongeloof?
In zoverre we van geloof kunnen spreken is dat bij gratie van het ongeloof of de (mogelijkheid tot) twijfel. Het een kan niet goed zonder het ander.
Aangezien er maar bitter weinig echt zeker lijkt in dit leven, zullen we er (bij gebrek aan overtuigend of doorslaggevend bewijs) dus meestal gewoon maar aan moeten geloven. Begrippen als geloof en vertrouwen gaan dan al gauw wat op pseudo-zekerheden lijken. We moeten om een beetje goed te kunnen leven en geestelijk gezond en overeind te blijven heel veel dingen blijkbaar maar beter als gegeven en voorlopige zekerheden accepteren. Misschien zou geloof dan beter vaak hoop kunnen heten want het geloof zou toch vrij zinloos en betekenisloos zijn als het niet met hoop verbonden zou zijn of daartoe zou leiden.
(doe er nog wat liefde bij en je kunt een show beginnen)
De volgende citaten kunnen het begrip 'geloof' misschien wat diepgang en af en toe een knipoog geven.
Analoog aan en naadloos aansluitend op de stelling dat we er allemaal theorietjes over de werkelijkheid op na houden geloven we dus ook van alles en nog wat. Al was het maar dat:
(Een Newfie, niet te verwarren met die hond, is overigens iemand die geboren en getogen is (zeg maar een aboriginal van) in Newfoundland, Canada)
Wat is dan het tegengestelde van geloof?; ongeloof, zou je zo denken, maar is wel altijd zo?
Want als je de zendingsdrang van sommige atheïsten eens goed op de keper beschouwt, kun je toch bijna eerder van een geloof (dan van ongeloof) spreken.
Zo was ik ooit lid van het Humanistisch Verbond en heb dat lidmaatschap eens opgezegd omdat ik vond dat men op enig moment nagenoeg uitsluitend bezig leek zich af te zetten tegen 'het geloof'.
Is de andere kant van geloof dan soms bijgeloof? Maar wat noem je bijgeloof? De paus en Richard Dawkins, om zomaar eens twee mensen te noemen, konden daar weleens heel verschillende antwoorden op geven.
Rekenen wij animisme of voodoo tot bijgeloof of zien we het als religie? En wat te denken over uitingen van volksdevotie die misschien wat dichter bij huis komen?
Beluister wat die laatste vraag betreft eens deze ongelooflijk prachtige songtekst 'Guadalupe' van Tom Russel over de kracht van volksdevotie tegenover de armetierigheid van een wat al te eenzijdig rationalisme (of calvinisme?).
Ja, wat valt er dan nog voor zinnigs over geloof, ongeloof of bijgeloof te zeggen? Ik weet het allemaal niet meer; ik geloof het voorlopig allemaal wel weer even en onthoud me voor het moment maar van verder commentaar!
Aangezien er maar bitter weinig echt zeker lijkt in dit leven, zullen we er (bij gebrek aan overtuigend of doorslaggevend bewijs) dus meestal gewoon maar aan moeten geloven. Begrippen als geloof en vertrouwen gaan dan al gauw wat op pseudo-zekerheden lijken. We moeten om een beetje goed te kunnen leven en geestelijk gezond en overeind te blijven heel veel dingen blijkbaar maar beter als gegeven en voorlopige zekerheden accepteren. Misschien zou geloof dan beter vaak hoop kunnen heten want het geloof zou toch vrij zinloos en betekenisloos zijn als het niet met hoop verbonden zou zijn of daartoe zou leiden.
(doe er nog wat liefde bij en je kunt een show beginnen)
De volgende citaten kunnen het begrip 'geloof' misschien wat diepgang en af en toe een knipoog geven.
Analoog aan en naadloos aansluitend op de stelling dat we er allemaal theorietjes over de werkelijkheid op na houden geloven we dus ook van alles en nog wat. Al was het maar dat:
(Een Newfie, niet te verwarren met die hond, is overigens iemand die geboren en getogen is (zeg maar een aboriginal van) in Newfoundland, Canada)
Wat is dan het tegengestelde van geloof?; ongeloof, zou je zo denken, maar is wel altijd zo?
Want als je de zendingsdrang van sommige atheïsten eens goed op de keper beschouwt, kun je toch bijna eerder van een geloof (dan van ongeloof) spreken.
Zo was ik ooit lid van het Humanistisch Verbond en heb dat lidmaatschap eens opgezegd omdat ik vond dat men op enig moment nagenoeg uitsluitend bezig leek zich af te zetten tegen 'het geloof'.
Is de andere kant van geloof dan soms bijgeloof? Maar wat noem je bijgeloof? De paus en Richard Dawkins, om zomaar eens twee mensen te noemen, konden daar weleens heel verschillende antwoorden op geven.
Rekenen wij animisme of voodoo tot bijgeloof of zien we het als religie? En wat te denken over uitingen van volksdevotie die misschien wat dichter bij huis komen?
Beluister wat die laatste vraag betreft eens deze ongelooflijk prachtige songtekst 'Guadalupe' van Tom Russel over de kracht van volksdevotie tegenover de armetierigheid van een wat al te eenzijdig rationalisme (of calvinisme?).
Ja, wat valt er dan nog voor zinnigs over geloof, ongeloof of bijgeloof te zeggen? Ik weet het allemaal niet meer; ik geloof het voorlopig allemaal wel weer even en onthoud me voor het moment maar van verder commentaar!
Labels:
(on)wijsheden,
geloof,
Gretchen Peters,
religie,
Stompin Tom Connors,
Tom Russel,
twijfel,
volksdevotie,
vragen,
zingeving
Sunday, January 2, 2011
Neuropraat
Het leek me dus zomaar eens tijd voor de nieuwe categorie: 'neuropraat'
Dit als maatje en tegenspeler van 'psychobabbel'.
Maar ze blijken natuurlijk een ééneiïge tweeling te zijn en het ei dan, wel dat zijn wij dan.
Dat zal dan ook onvermijdelijk met enige regelmaat vragen van het type kip-of-ei oproepen.
Op dit Blog kwamen al eerder de amygdala ter sprake; een onderwerp dat bij uitstek onder het kopje 'neuropraat' geschaard kan worden (bij deze dan).
'Neuroscience' is 'booming' mede dankzij de scantechniek fMRI ofwel functionele MRI (downloadable ppt tutorials) en de bevindingen daarvan worden ook al in lesstof verwerkt en inzichtelijk gemaakt voor 'kids'. Aldus en ook door het algemeen gangbare gebruik van de computermetafoor voor het brein worden bepaalde noties en inzichten over het functioneren van 'onze hardware' al gauw gemeengoed.
Uiteindelijk draait het toch telkens weer om de alomaanwezige, immer intrigerende en interessante verhouding tussen lichaam en geest.
Ook werd eerder op dit Blog (met dank aan Henk50) melding gemaakt van het Charles Bonnet-syndroom, ook al zo'n neuropraat-fenomeen. Nu heeft Oliver Sacks, op de hem bekende en eigen wijze, ook het een en ander te melden over dat syndroom, de menselijke geest en het brein en zijn verhaal lijkt mij een zeer toepasselijke opening voor een rubriek die 'neuropraat' wil heten:
N.B. Nederlandse ondertiteling in te stellen door op 'View subtitles' te klikken.
Dit als maatje en tegenspeler van 'psychobabbel'.
Maar ze blijken natuurlijk een ééneiïge tweeling te zijn en het ei dan, wel dat zijn wij dan.
Dat zal dan ook onvermijdelijk met enige regelmaat vragen van het type kip-of-ei oproepen.
Op dit Blog kwamen al eerder de amygdala ter sprake; een onderwerp dat bij uitstek onder het kopje 'neuropraat' geschaard kan worden (bij deze dan).
'Neuroscience' is 'booming' mede dankzij de scantechniek fMRI ofwel functionele MRI (downloadable ppt tutorials) en de bevindingen daarvan worden ook al in lesstof verwerkt en inzichtelijk gemaakt voor 'kids'. Aldus en ook door het algemeen gangbare gebruik van de computermetafoor voor het brein worden bepaalde noties en inzichten over het functioneren van 'onze hardware' al gauw gemeengoed.
Uiteindelijk draait het toch telkens weer om de alomaanwezige, immer intrigerende en interessante verhouding tussen lichaam en geest.
Ook werd eerder op dit Blog (met dank aan Henk50) melding gemaakt van het Charles Bonnet-syndroom, ook al zo'n neuropraat-fenomeen. Nu heeft Oliver Sacks, op de hem bekende en eigen wijze, ook het een en ander te melden over dat syndroom, de menselijke geest en het brein en zijn verhaal lijkt mij een zeer toepasselijke opening voor een rubriek die 'neuropraat' wil heten:
N.B. Nederlandse ondertiteling in te stellen door op 'View subtitles' te klikken.
Labels:
brein,
Henk50,
neuropraat,
Oliver Sacks,
psychologie,
wetenschap
Saturday, January 1, 2011
Terugblik en weer door
Vorig jaar rond deze tijd was de Wognumse wereld toch zo mooi wit.
Ruim 100 stukjes op deze blogs gezet in 2010.
Dat is vier maal zoveel als in de drie voorgaande jaren.
Een nieuwe bloguitvoering met afbeeldingen en teller erbij.
Ik weet nu ook dat dit blog zowaar af en toe gelezen of bekeken wordt.
Daarbij kan ik ook zien dat de links maar beperkt gebruikt worden en dat is toch jammer.
Het kost me nog altijd moeite me in een onderwerp te beperken en niet naar alle kanten uit te weiden en te waaien. (het zal dan ook, als het ooit zal lukken, ws. nog wel jaren duren voor ik mijn twitterdiploma haal)
Een thematische aanpak in afleveringen lijkt soms een aardige oplossing.
Alsof het er nog niet genoeg zijn wil ik wel een nieuwe categorie toevoegen; te weten: neuropraat.
In mijn leven dringt zich trouwens geheel ongevraagd maar wel in de lijn der verwachtingen zo langzamerhand ook een nieuw thema op nl. dat van ouder worden. Desondanks wil ik de categorie 'opa vertelt' nog maar een poosje uitstellen.
Wat zich behalve wat overpeinzingen over mijn werk en wat neuropraatjes in 2011 verder nog aan onderwerpen aan mag dienen staat nog te bezien; binnenkort in dit theater, zal ik maar zeggen.
Ruim 100 stukjes op deze blogs gezet in 2010.
Dat is vier maal zoveel als in de drie voorgaande jaren.
Een nieuwe bloguitvoering met afbeeldingen en teller erbij.
Ik weet nu ook dat dit blog zowaar af en toe gelezen of bekeken wordt.
Daarbij kan ik ook zien dat de links maar beperkt gebruikt worden en dat is toch jammer.
Het kost me nog altijd moeite me in een onderwerp te beperken en niet naar alle kanten uit te weiden en te waaien. (het zal dan ook, als het ooit zal lukken, ws. nog wel jaren duren voor ik mijn twitterdiploma haal)
Een thematische aanpak in afleveringen lijkt soms een aardige oplossing.
Alsof het er nog niet genoeg zijn wil ik wel een nieuwe categorie toevoegen; te weten: neuropraat.
In mijn leven dringt zich trouwens geheel ongevraagd maar wel in de lijn der verwachtingen zo langzamerhand ook een nieuw thema op nl. dat van ouder worden. Desondanks wil ik de categorie 'opa vertelt' nog maar een poosje uitstellen.
Wat zich behalve wat overpeinzingen over mijn werk en wat neuropraatjes in 2011 verder nog aan onderwerpen aan mag dienen staat nog te bezien; binnenkort in dit theater, zal ik maar zeggen.
Subscribe to:
Posts (Atom)