Wat het verband tussen die zogeheten
‘qualia’ en kleur is zal de meeste onder ons, neem ik aan, wel duidelijk zijn.
Maar hoe zit het dan met het verband tussen de qualia en vleermuizen? Daarvoor moesten we eerst maar even bij
Thomas Nagel te rade gaan. Nagel publiceerde in 1974 een fameus artikel onder de titel
‘What is it like to be a bat?’
Daarin stelt Nagel dat wij ons bij ontstentenis van het unieke perspectief en de ervaring (the point of view) van de vleermuis ons niet echt kunnen verplaatsen in de beleving van een vleermuis. Zo worden vleermuizen de wereld bijvoorbeeld in belangrijke mate gewaar door echolocatie, een zintuigelijke ervaring die ons vreemd is.
De technische aspecten van echolocatie kunnen wij wellicht verstandelijk of wetenschappelijk doorgronden en we kunnen op grond daarvan zelfs complexe technologieën ontwikkelen aldus ook gebruik maken van echolocatie.
Maar daarmee kunnen we in de verste verte nog niet bevroeden hoe het voor de vleermuis is en voelt om zo’n organisch gegeven proces als vitaal onderdeel van je mentale constitutie en make-up te hebben. Een, zoals gezegd, organische gegevenheid die je enerzijds ondergaat en waar je anderzijds gebruik van maakt om je weg in het leven te vinden en het eigen leven vorm te geven.
Het of een leven zonder zo’n zintuigelijke basis is niet goed voorstelbaar. En daarmee zitten we dan midden in het vraagstuk van
de qualia en hun constitutieve rol in ons bewustzijn.
Zo’n verhaaltje als dat van Thomas Nagel om je eens voor te stellen of in te denken hoe het is om ... of als …, wordt ook wel een
gedachte-experiment genoemd en geldt zo’n beetje als een van de belangrijkste stukken werktuig in de ogenschijnlijk verder niet zo rijk gevulde gereedschapskist van de wijsgeer of de filosoof.
Nog zo’n bekend gedachte-experiment inzake de qualia is
‘What Mary didn’t know’ van Frank Jackson.
Jackson vraagt om ons eens voor te stellen dat Mary opgroeit, leeft en haar scholing ontvangt in een volledig achromatische wereld, waar alles uitsluitend in zwart-wit en alle grijstinten wordt waargenomen.
Zo leert ze alles wat er te weten valt over de fysische, chemische en neurofysiologische aspecten van de wereld, de mens en het samenspel tussen beiden. Ze weet ook alles over kleur, dat wil zeggen, ze heeft uitgebreide kennis het elektromagnetisch
spectrum, van de
geleiding,
breking en
reflectie van het licht, van onze fysiologie van het kleuren-zien middels de staafjes en de kegeltjes in het oog en de verdere verwerking daarvan in de hersenen. Kortom, je zou haar een wandelende encyclopedie kunnen noemen en ze weet er in ieder geval meer van dan jij en ik en nog wat lieden bij elkaar.
Ze kent natuurlijk ook de diverse namen van alle kleuren, weet binnen welke golflengtes en trillingswaarden ze vallen en weet ook dat kleurziende mensen de lucht en de zee doorgaans als blauw benoemen, de meeste bladeren als groen en bloed als rood.
De vraag is dan: weet Mary nu echt alles - of zoveel er menselijkerwijs gesproken te weten valt - over kleur of ontbreekt er nog een belangrijk en mogelijk essentieel onderdeel aan haar kennis?
Wanneer Mary bijvoorbeeld na enkele tientallen jaren intensieve studie in de materie van de menselijke zintuigelijke waarneming, waaronder het kleurenzien, opeens zelf voor het eerst kleur zou kunnen zien, zou ze dan reageren met: ja natuurlijk, dat begreep of vermoedde ik wel dat het er zo uit zou zien of zou ze toch versteld staan van wat die authentieke ervaring haar zou doen en nog voor nieuws zou leren?
Dat is namelijk
de vraag die Jackson ons stelt: leert Mary hier toch nog iets nieuws? Zo, ja dan wist ze blijkbaar toch nog niet alles met al haar uitgebreide (en objectieve?) kennis over de fysieke aspecten van onze wereld.
(The Knowledge Argument)
Ik zou toch denken dat Mary de gewaarwording zou hebben dat op het moment van de daadwerkelijke ervaring - om een bijbelse uitdrukking te bezigen -
‘haar, als het ware, de schellen van de ogen vielen’.
Het is me toch wat met die kwestie van
de qualia.
Filosofen en wetenschappers breken er het hoofd over, schrijven er talloze artikelen over en voeren verwoede discussies over het belang en de status van die qualia.
Het gaat dan ook over ons menselijk
bewustzijn, over de
reikwijdte van de
wetenschap, over
reductionisme en
de verhouding tussen geesteswetenschappen en natuurwetenschappen, over de status van wat wel
'spiritualiteit' genoemd wordt en
zomeer en daarmee, zou ik zo denken, toch vooral ook over ons
mens- en wereldbeeld.