Thursday, April 5, 2007

Werkers in de zorg: let op uw structuur en begrip(pen).

In mijn werkveld zijnde de directe begeleiding van verstandelijk gehandicapten valt de term 'structuur' nogal eens. En ik heb steeds vaker de indruk dat men daar verschillende dingen mee bedoelt en daar ook steeds vaker iets anders onder lijkt te verstaan dan ik. Dat is natuurlijk lastig en verwarrend.

Daar ik al zo'n 15 jaar de vakliteratuur niet meer volg weet ik niet in hoeverre dit begrip nog in pedagogenland gebezigd, gepropageerd of besproken en uitgelegd wordt, maar ik wil hier even uit de losse pols wat van mijn gedachten daarover spuien.

Zoals elk woord kent het woord structuur natuurlijk ook zijn algemene of laten we zeggen woordenboek betekenis. Ik ga dat niet opzoeken, dat mag je desgewenst zelf doen, maar dat zal ws. iets zijn in de trant van: een al dan niet zichtbaar intrinsiek raamwerk of geraamte dat iets zijn kenmerkende vorm of eigenschappen verleent danwel die ondersteunt.
In de pedagogiek en de zorg heeft de term of het begrip structuur echter de specifieke betekenis van 'structuur bieden' als het structureren van de woon-, werk- en leefomgeving in tijd, ruimte en activiteiten. Dit vindt dan meestal zijn uitwerking in dagindeling, vaste routines, volgorde van activiteiten of handelingen en wat mag wel of niet en waar mag iets wel of niet e.d..

Het kan toevallig aan mijn situatie liggen maar steeds vaker als ik de term structuur hoor lijkt die verbonden met een strak regime en strikte regels die bij overtreding om nauw omschreven consquenties of sancties vragen. Het betreft dan blijkbaar een structuur met als doel disciplinering. En op zich ligt het ook wel voor de hand om bij structuur aan disciplinerende maatregelen te denken. En wat de vormgeving daarvan betreft hoeven we maar te denken aan het leger, de gevangenis, (Lubbers) opvoedkampen of gewoon een zeer strenge opvoeding om een scala aan ideeen op te doen. Ik zou dan echter liever spreken van 'structuur opleggen' om te disciplineren dan van 'structuur bieden'.
En daarbij dienen we natuurlijk ten zeerste te waken voor te strenge of onrechtvaardige bejegening.

Een wat mildere en goedaardigere vorm of variant van deze structuur ter bevordering en handhaving van discipline is een 'structuur hanteren' terwille van de gewoontevorming.
Een overzichtelijke dagindeling, vaste routines, wat sturing en soms wat lichte dwang zijn dan de gebruikelijk ingezette middelen om een goede gewoontevorming te stimuleren.
Het gewenste resultaat hiervan nl. het in de dagelijkse gang van zaken weten wat te verwachten en wat te doen, het je vertrouwd en op je plek voelen zijn niet te onderschatten voorwaarden voor een prettig woon- en leefklimaat, zeker ook waar mensen samenwonen.
En hierbij dienen we natuurlijk te waken voor een tekort aan stimuli, ondervraging en tekenen van hospitalisering.

Goede gewoontevorming lijkt mij o.h.a. een nastrevenwaardig doel en disciplinering zal bij tijd en wijle noodzakelijk zijn om tot een situatie te komen waar weer aan andere doelen gewerkt kan worden. Beiden kunnen dus legitieme middelen zijn om tot een gewenst doel te komen.
Voorzover we die doelen met structurele maatregelen proberen te bewerkstelligen of te bevorderen lijken de verschillen niet zozeer fundamenteel maar vooral gradueel te zijn.
Ik zie echter wel een fundamenteel verschil met wat volgens mij het orthopedagogische begrip 'structuur bieden' behelst.

STRUCTUUR BIEDEN

Het orthopedagogische begrip structuur bieden komt bij mijn weten uit de koker van de utrechtse fenomenologen, de erfgenamen van Langeveld. Het werd in pakweg de 70tiger jaren gelanceerd waarna de auteurs (die ik hier niet kan vermelden omdat ik me hun namen helaas niet kan herinneren) ruim een decennium doende geweest zijn om de goegemeente in woord en geschrift uit te leggen dat de beoogde structuur vooral niet zo strak en rigide opgevat en uitgewerkt diende te worden als in de praktijk soms bleek te gebeuren en dat het zeker niet als een restrictieve of disciplinerende maatregel gebruikt diende te worden.

De gedachte achter het structuurbegrip was dat onze moderne, geindustrialiseerde wereld erg ingewikkeld was geworden. (tja, in de 70tiger jaren al) Druk en gevaarlijk verkeer, industrielawaai, veel mensen bij en door elkaar op stations e.d., je moet kunnen lezen om je weg te vinden op onbekend terrein, bureaucratie met moeilijke regels en veel formulieren, werkdruk, haast, gestresste mensen en noem maar op. Ja wat moeten we nu dan, maar in ieder geval was de wereld toen voor 'gewone mensen' soms al moeilijk of niet te volgen en bij te houden; laat staan voor verstandelijk gehandicapten met vaak ook nog fysieke of zintuigelijke beperkingen.
Het is met de al moeizame of onvolledig verlopende ontwikkeling die eigen is aan de handicap heel begrijpelijk en invoelbaar dat deze mensen de wereld om hen heen vaak of veelal als eng en bedreigend zullen ervaren. Met veelal als gevolg angst en argwaan, een afwerende en teruggetrokken houding en een in de schulp kruipen. En in dat licht was het voorstel van de fenomenologen om een veilge structuur te bieden door de leefwereld van de client die toen nog meestal bewoner heette zodanig te structureren dat die als bekend, veilig en uitnodigend wordt ervaren.
Het belangrijkste doel is hier dus dat de client zich vooral veilig voelt, uit zijn schulp kruipt en vanuit die positie weer initiatief vertoont of ontvankelijk is om in contact te treden met de wereld om hem heen en de mensen daarin en die wereld wil onderzoeken en exploreren.

Hier ligt dus het fundamentele verschil met de eerder genoemde doelen van disciplinering en gewoontevorming. Deze eerste twee zijn naar hun intentie en uitwerking vooral beperkend, sturend en restrictief terwijl de laatste of het oorspronkelijk door de fenomenologen geponeerde begrip naar intentie en aard juist ruimtebiedend, uitnodigend en uitlokkend is.
Als wij voor beiden achteloos de term structuur hanteren vraagt dat natuurlijk om verwarring en misverstand.

Het lijkt mij dan ook zinnig om in de communicatie, in discussies of bij vermelding in zorgplannen (of welke nieuwe naam de plannen toevallig mogen hebben) e.d. bij tijd en wijle eens te vermelden welke structuur we voor ogen hebben en welk doel we ermee willen bereiken.
Enige bespiegeling kan nooit kwaad en in dit geval zou een gunstig effect kunnen zijn dat het je dwingt om na te denken over wat willen we in een bepaald geval bereiken en hoe zou dat dan kunnen.
Het zou ook al grote winst zijn als het wat helderheid schept in die gevallen waar 'structuur' vooral de begeleiders lijkt te dienen maar omdat het 'structuur' heet te zijn de suggestie wekt dat het ten behoeve van de client zou zijn.

En wellicht blijkt het hele begrip het lot van de dinosauriers tegemoet te gaan omdat de omstandigheden nogal veranderd zijn sinds de 70tiger jaren en andere inzichten en begrippen opgang maken (en dan nog zou helderheid geboden zijn wanneer de term wel gebezigd wordt), maar dat lijkt me nog niet gezien de frequentie waarmee ik het woord nog hoor vallen.
Waar ik nooit meer iets over hoor in dit verband is de roep uit de 80tiger jaren om een groepsgerichte of categorale benadering zoals bv. een structuurmodel voor de toenmalige structopaatjes die tegenwoordig conform de DSMterminologie ADHDers heten. Maar dit terzijde.

Beste collegae werkers in de zorg mijn boodschap luidt hier dus: Let op uw structuur, maar vooral ook op uw woorden en op uw begrip van het een en ander.
Laat je gedachten eens over deze materie gaan, reageer hier eens op en/of doe er je voordeel mee.

Dick


P.S. Meer aan mijn werk in de gehandicaptenzorg gerelateerde onderwerpen en kwesties zijn te vinden onder dat vak van mij of een vak apart.

No comments:

Post a Comment