Tuesday, March 30, 2010

Identiteit; den vaderlant getrouwe (3)

Die nationale identiteit heeft naar het zich laat aanzien nog heel wat voeten in de aarde of in ons geval in de klei. En dan reppen we nog met geen woord over onze Europese identiteit.


Wat typeert ons Nederland dan zo dat wij er identiteit, trots of wat dan ook aan ontlenen? Op de lagere school leerde ik over de tachtigjarige oorlog (moet je nu toch niet meer aan denken) de rebellie van een moedig en standvastig volk tegen het machtige Spaanse rijk; niet zonder trots werden ons 'geuzenverhalen' verteld over de 'Vader des vaderlands' en hoe bij Alkmaar de victorie begon. Heden ten dage schijnt diezelfde oorlog 'de opstand' te heten.
Met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kreeg Nederland qua grondgebied zo ongeveer zijn huidige vorm. De koopman en de dominee beleefde hun nadien ongeëvenaarde bloeiperiode in de zogeheten gouden eeuw waarin de Lage Landen kortstondig een levendige en dominante wereldmacht vormden.
In die tijd werd ook onze reputatie als een verdraagzaam volk gevestigd. Iets dat wij zelden nalaten om met enige trots op onze nationale identiteitsCV te vermelden.


Jan Leeghwater
bouwde zijn molens reeds zodat wij later konden polderen.





De volgende belangwekkende en vormende episode in de Nederlandse geschiedenis was een roerige tijd die begon met de Nederlandse of Bataafse revolutie van de patriotten. De ideeën en initiatieven uit de Bataafse Republiek, het Koninkrijk Holland en de inlijving bij Frankrijk hebben een nadrukkelijk en blijvend stempel op de ontwikkelingen van ons land gedrukt.
Een ander belangrijk gegeven in onze persoonlijke identiteit namelijk onze achternaam stamt ook veelal uit die periode; de mijne overigens niet want stamvader Dirck Adriaens droeg hem al in de 16de eeuw.
De franse tijd eindigde met de val van Napoleon bij zijn Waterloo. (later maakte de groep Abba met hun Waterloo nog eens furore op het Eurovisie songfestival maar dat raakt meer aan de Zweedse dan aan de Nederlandse identiteit)



De 19de eeuw was de eeuw van gesteggel om de macht tussen de Oranjes en de volksvertegenwoordiging. Het was ook de eeuw waarin we Nederlands Indië her- en veroverde en het koloniale gezag feitelijk gevestigd werd. En Multatuli schreef zijn Max Havelaar. In 1863 waren we relatief laat met het afschaffen van de slavernij. We besteden gewoonlijk ook maar weinig aandacht aan deze zwarte bladzijde in onze geschiedenis. En bedenk eens welke gevolgen slavernij voor iemands identiteit kunnen/zullen hebben. Ook was het de eeuw van veel nieuwe uitvindingen die ons dagelijks leven geleidelijk aan ingrijpend zouden veranderen. En het was de eeuw van de industriële revolutie met in het kielzog de sociale kwestie.
In die eeuw zou Heinrich Heine ooit gezegd hebben: Als de wereld vergaat, ga ik naar Nederland.

Sinds die tijd gaat het gerucht dat alles hier vijftig jaar later gebeurt; hetgeen lange tijd natuurlijk ook zo was of leek te zijn.



Zo belanden we dan in de 20ste eeuw. Halverwege die vorige eeuw kwam mijn wieg dus in Nederland te staan hetgeen de vorming van mijn identiteit zoals gezegd in belangrijke mate bepaald heeft. In die zin zou je kunnen zeggen dat het mijn eeuw was, maar ik vind dat het toch vooral de eeuw van oma was! Oma heeft die eeuw namelijk op een paar jaar na volgemaakt. Tijdens haar leven hebben er twee wereldoorlogen gewoed. Ik heb geen idee of ze zichzelf erg bewust geweest is van die eerste; van die tweede in ieder geval wel. Ze zag in haar leven de komst en de opmars van de trein, de auto, het vliegtuig, de waterleiding, electriciteit, de telfoon, radio, tv en allerlei huishoudelijke apparatuur. Ze mocht met be- en verwondering toezien hoe de mens op de maan landde.

Oma kwam uit Friesland en het gezin waar ze uit kwam verhuisde naar Limburg om werk te vinden in de mijnstreek (de namen van Beppe, ome Tjerk en ome Sjoerd staan me nog bij). Oma en haar zuster tante Dora huwden in Noord-Holland. Tante Dora in Alkmaar en oma in Velsen of Wijk aan Zee en Duin. Oma trouwde, zoals zich raden laat, met opa. Opa was de zoon van een tuinder die van de Zuid-Hollandse eilanden naar het Noord-Hollandse trok. Ze kregen achtereenvolgens twee dochters en vier zonen; de eerste zoon heette Dirk en was mijn vader.

Hoe hoog oma het vaderland had zitten of dat getrouw was, weet ik niet helemaal. Het was me wel duidelijk dat oma het Woord Gods, het geloof, de kerk en de dominee nadrukkelijk trouw wilde en probeerde te blijven. In het verlengde daarvan zullen koningin en vaderland ook wel redelijk hoog gescoord hebben.
Als lagere schoolkind vertelde oma mij ooit een verhaal dat me altijd wat geïntrigeerd heeft. Ze vertelde hoe zij als 11 of 12-jarig meisje niet net als ik vanzelfsprekend maar naar school ging of vakantie had maar hoe ze ergens op de hei nabij Dokkum de schapen moest hoeden. En op een mooie zomerse dag was ze daar moederziel alleen de schapen hoedend, nietsvermoedend en van niets maar dan ook niets wetend getuige van een nagenoeg volledige zonsverduistering rond het middaguur. En oma vertelde hoe ze daar toen van geschrokken was en zich toen afvroeg of dat het wellicht de toorn Gods was die over de aarde neerdaalde en het einde der tijden en van deze wereld zou kunnen betekenen.
Dat bleek dus niet het geval en oma heeft na die ervaring nog zo'n 85 jaar verder geleefd en nog het een en ander gezien. En zo werd het dus alsnog de eeuw van mijn oma.



Helaas was het behalve dat ook de eeuw waarin Europa zich ten allerdiepste te schande gemaakt heeft door het idee van de verlichting te laten verworden tot zijn tegendeel en de Holocaust en de praktijk van 'ethnic cleansing' vruchten werden van de instrumentele rede.

Het was ook de eeuw waarin ongeveer tot ik geboren werd de Staat of het Koninkrijk der Nederlanden 's werelds grootste moslimbevolking binnen zijn grenzen herbergde. Sindsdien en nu nog altijd is dat dus Indonesië.

Sinds die tijd er ook het nodige veranderd in en aan dit land en de wereld waarin we leven.
Ik vraag me wel eens af in hoeverre zouden de ervaringen en het wereldbeeld van een schoolkind van nu en diens besef van het Nederlanderschap overeenkomen of verschillen van dat van mij in de vijftiger jaren? Ik vermoed dat zowel de verschillen als de overeenkomsten weleens groot zouden kunnen blijken te zijn.
En ik vraag me trouwens ook af: wat zegt dat terugkijken naar afkomst en geschiedenis dan helemaal over wie je bent ofwel je identiteit? Je persoonlijke geschiedenis, ervaringen en herinneringen zijn daar natuurlijk wel bepalend. Maar zou verder voor je identiteit niet veel meer van belang zijn welke aspiraties je hebt?, aan wie je je wilt spiegelen of met wie je je wilt identificeren?, wat je idealen zijn en wie en wat je wilt worden of bewerkstelligen?

2 comments:

  1. Aardige serie, Dick.
    Trouwens, mooie schilderijen. Misschien heb ik er overheen gelezen, maar wie schilderde ze?

    ReplyDelete
  2. Dank je, Henk.
    De schilderijen zijn van mijn hand en dateren veeal van zo'n tien jaar geleden. Mede geïnspireerd door hoe jij je Blog verluchtigt met de foto's dacht ik: kom laat ik de zaak ook eens opvrolijken met een schilderij of pastel hier en daar.
    Ik heb heb ook ooit eens wat werk van onze cliënten op het web gezet: http://dimasplace.wordpress.com/2010/02/18/kunst-en-vliegwerk/

    ReplyDelete