Maar kleur is toch niet exclusief een eigenschap van de dingen die wij als kleurig waarnemen? Kleur wordt lijkt me pas kleur te worden wanneer het in een bewustzijn als zodanig opgevat wordt en betekenis krijgt. Maar voor een dergelijke waarneming zal het toch eerst langs zintuigelijke weg doorgegeven en verwerkt moeten worden.

Daarin ligt overigens vervat dat ik een wel vaker gehoorde suggestie dat we met een trillingsgetal van lichtgolven (hoe mooi exact dan ook) de essentie of het belangrijkste aspect van kleur zouden kunnen vangen een nogal onvolledig en halfbakken verhaal vind.

Bijzonder toch dat zo’n oog als dat van ons, met al die staafjes en die kegeltjes, samen met onze hersenen dat licht dat op ons netvlies valt als een soort gecombineerde RGB bewerkende decoder en encoder kleuren in ons bewustzijn of gewaarzijn tevoorschijn weten te toveren. Dat dan onder heel diverse lichtomstandigheden, waarbij we ook nog even en passant en in een oogwenk voor de perspectivische vertekening in ons brein corrigeren en gewoonlijk vrij goed diepte of afstand kunnen inschatten.



In het boekje ‘Laat je niets wijsmaken’, Over de macht van experts en de kracht van gezond verstand geeft Jan Bransen een vrij heldere filosofische uiteenzetting over deze materie van wat, als mens, te denken en wat dan te maken van onze ervaring.
Met welke ervaring je ook begint, steeds is het zo dat een bepaalde inhoud of kwaliteit zich aan jou opdringt. De inhoud gaat vergezeld van enerzijds het besef dat zich ‘daar buiten’ iets bevindt en anderzijds het besef dat jij degene bent die dit nu ervaart. Van oudsher gebruiken filosofen de begrippen OBJECT en SUBJECT om die twee kanten van de ervaring te typeren. In de ervaring ontmoeten subject en object elkaar, en brengt onvermijdelijk de vraag mee hoeveel in de ervaring meegebracht wordt door het object en hoeveel door het subject. Als het immers een ontmoeting is, moet er toch iets bijeengebracht worden.en iets verder:
Filosofen spreken tegenwoordig graag over ‘respons-afhankelijke eigenschappen’ om iets meer grip te krijgen op wat er gaande is als wij in onze ervaring de werkelijkheid ontmoeten. Sommige eigenschappen, zo zeggen zij dan, zijn alleen maar eigenschappen van de dingen in de wereld door de manier waarop wij reageren als we door die dingen geraakt worden. Het bekendste voorbeeld in de geschiedenis van de filosofie is ongetwijfeld de rode kleur van een rijpe tomaat. De wetenschap heeft ons inmiddels duidelik gemaakt dat de tomaat niet echt rood is, althans niet alleen op zichzelf. Als je een tomaat volledig in quarantaine zou plaatsen, ergens in een geïsoleerde uithoek van het universum, en je zou er geen licht bij laten en ook geen wezens als wij die ogen hebben die gevoelig zijn voor licht met een golflengte van 690 nanometer, dan zou die tomaat helemaal niet rood zijn. Zijn rode kleur krijgt de tomaat doordat het licht en de kegeltjes op ons oog meewerken. Dat prachtige rood is als het ware een cadeautje dat onze ogen aan een heerlijke, rijpe tomaat geven. Als wij niet mee doen, dan is die tomaat helemaal niet rood. Dan weerkaatst hij alleen licht met een golflengte van 690 nanometer. Dit idee is inmiddels gemeengoed, denk ik, en het zal ook wel overeind blijven. Het is een solide resultaat van een indrukwekkende empirische traditie die voortbouwt op het onderscheid dat Locke maakte tussen primaire en secundaire kwaliteiten.Dit gaat dus over wat hier dan ‘respons-afhankelijke eigenschappen’ genoemd wordt. En kleur wordt hier ter illustratie en als een proto-typisch voorbeeld opgevoerd maar de reikwijdte ervan strekt aanzienlijk verder.
De klasse van wat filosofen respons-afhankelijke begrippen noemen, is overigens veel groter dan alleen de verzameling begrippen die rechtstreeks met onze vijf zintuigen te maken hebben. Dat maakt de kwestie zo interessant en zo belangrijk. Denk eerst maar eens aan esthetische eigenschappen, zoals mooi, lelijk, levendig, spannend, intens, harmonisch, of walgelijk. Denk vervolgens aan ethische eigenschappen: goed, oneerlijk, rechtvaardig, verderfelijk, of kwaadaardig. het zijn allemaal eigenschappen die verbonden zijn met respons-afhankelijke begrippen.Om eens een orakel en (voetbal)filosoof van een geheel ander kaliber aan te halen:
Je gaat het pas zien als je het doorhebtzei ene Johan Cruijff ooit Dus ook dat zien van ons heeft zo ogenschijnlijk wel iets meer om het lijf dan je op het eerste gezicht zou denken. Je zou haast met Cornelis Vreeswijk zeggen:
Het is maar precies hoe of je het ziet We komen d'r wel, maar we zijn er niet Kameraden!En dan blijft ook nog altijd de vraag of je het überhaupt wel ziet, want over het verschijnsel kleurenblindheid, overigens vooral een mannenkwaal, hebben we het dan nog niet gehad. Maar daarover kun je hier het een en ander vinden.



Maar kijk nu dan toch, wat zie ik daar in de verte dan voor kleurige figuren; zouden dat die polder-Pieten zijn?